2.7.
Bediening en gebruik van de machine
•
Doe het sleuteltje (17) in de positie „2" - start de motor.
Start bij de losse toeren, stap bij het starten niet op
het gaspedaal.
Herhaal het starten maximaal 3x
AANTEKENING:
Wanneer de motor ook na 3 pogingen niet start - contro-
leer het brandstofsysteem. Volg bij het starten de kleur
van de uitlaatgassen - de afwezigheid van ee blauwe of
de witten rook toont aan dat er onvoldoende brandstof is.
ATTENTIE!
• • • • • Start niet langer dan 30 sec. Herhaal het starten
pas na 2 minuten.
• • • • • Na het starten dient het controlelicht van
opladen en smeren uitgaan. Het controlelicht
van het smeren dient binnen 15 sec. uit te zijn.
• • • • • Snelle verhoging of verlaging van de toeren is
ontoelaatbaar - deze kan tot beaschadiging van
de motor leiden.
• • • • • Na het starten dient U de motor zonder belasting
laten lopen op de verhoogde toeren van 1500
min–1 voor de duur van 3÷5 min. afhankelijk
van de buitentemperatuur tijdens het vullen van
het remsysteem naar de druk van 5,2 bar.
• • • • • Laat de motor op de vrije toeren niet langer dan
10 minuten lopen - langere tijd kan de verstop-
ping van de insproeiers, aanbakken van de
ringen en het vastkomenzitten van de ventielen
tot gevolg hebben!
• • • • • Wanneer de vloeistoftemperatuur niet minimaal
60 °C bereikt, is de motor niet voldoende
gesmeerd - belast de motor dan niet met vol
vermogen!
54
! ATTENTIE!
Het starten van de motor door het uitrekken van de
machine is verboden!
De spanning van de hulpbron voor het starten dient
12 V te zijn.
Kom de volgorde van stappen bij het aansluiten van
de startkabels na:
1. Sluit de kabel bij het + pool van de lege accu
aan.
2. Sluit de andere uiteinde van de kabel bij het +
pool van de geladen accu aan.
3. Sluit de kabel bij het – pool van de geladen
accu aan.
4. Sluit de andere uiteinde van de kabel bij het deel
van de gestarte machine aan, die vastverbonden
is met de motor.
AP 240