Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kwalificatieeisen Bestuurder; Plichten Bestuurder - Ammann AP 240 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2.1.2.

Kwalificatieeisen bestuurder

De roller mag bedient worden door een bestuurder,
die geschoold is volgens de ISO 7130 en de andere
locale en nationale voorschriften en normen die bes-
temd zijn voor de bestuurders van deze groep van de
machines.
Zonder bevoegdheid mag de machine bestuurd wor-
den uitsluitend door die persoon die daartoe de toes-
temming heeft verkregen van de exploitant en die
onder het permanente en directe toezicht staat van de
vakkundige leraar of trainer met het doel van het
verkrijgen van de praktijkervaring in deze.
De houder van de bevoegdheid (pas) jis verplicht de
pas goed te verzorgen en deze op verzoek te tonen
aan de controleorganen.
De houder van de bevoegdheid mag geen aanteke-
ningen, wijzigingen of correcties in de pas aanbren-
gen.
Het verlies van de pas dient onmiddelijk gemeld te
worden aan diegene wie de pas heeft uitgegeven.
De roller mag zelfstandig bestuurd worden uitsluitend
door de medewerker die geestelijk en lichamelijk in
goede staat verkeerd, die ouder is dan 18 jaar, en die:
a) bevoegd is door de producent van de machine,
voor de montage, voor het testen en demonstreren
van de machine, eventueel voor het scholen van
de bestuurders, waarbij hij kennis moet nemen van
de voorschriften over de werkveiligheid die op de
betreffende werkplaats gelden.
of
b) aangewezen is door de leverancier van de
bouwwerken ter bediening (onderhoud), die aan-
toonbaar geschoold en getraind is, eventueel vol-
gens de speciale voorschriften voor de vakkundi-
ge bevoegdheid ter bediening en onderhoud (pas
van de machinebouwer e.d.).
De bestuurder van de machine dient minstens 1x per
2 jaar geschoold en getest zijn in de voorschriften over
de werkveiligheid.
AP 240
2.1.3.

Plichten bestuurder

De bestuurder is voor de aanvang van het bedrijf van
de machine verplicht om kennis te nemen van de
instructies die in de documentatie staat, die samen
met de machine geleverd wordt, voornamelijk dan van
de veiligheidsmaatregelen, en deze dan strikt na te
komen. Dit geldt ook voor het personeel dat belast is
met onderhoud, instellen en repareren van de machi-
ne.
De bestuurder mag de roller niet sturen als hij nog niet
volledig kennis heeft genomen van alle machinefunc-
ties, de werk- en bedieningselementen en zoalng hij
niet precies weet hoe hij de machine kan bedienen.
De bestuurder dient zich te houden aan de veiligheid-
saanduidingen die op de machine zijn geplaatst en
deze in leesbare staat te houden.
Voor de aanvang van het werk dient de bestuurder
kennis te maken met de omgeving van de werkplaats
d.w.z. de obstakels, hellingen, ingenieringswerken,
de noodzakelijke soorten van bescherming van de
werkplaats ten opzichte van de omgeving (geluido-
verlast, vibratie e.d.).
Bij het vastellen van het gevaar voor de gezondheid,
leven van mensen, eigendommen, storigen, bij nood-
toestand van de technische apparatuur, eventueel bij
het vaststellen van de verschijnselen van zo een
gevaar tijdens het bedrijf, dient de bestuurder in het
geval, dat hij deze niet zelf verwijderen kan, het werk
te onderbreken en de machine tegen het ongewenst
aanzetten verzekeren, dit alles te melden aan de
bevoegde medewerker en naar mogelijk is alle perso-
nen te waarschuwen, die door dit gevaar bedreigd
worden.
De bestuurder is verplicht voor het bedrijf van machine
kennis te nemen van de aantekeningen en de bedrijf-
safwijkingen die vastgesteld zijn in de loop van de
voorgaange werkdiensten.
De bestuurder dient voor de aanvang van de werkza-
amheden de machine, het toebehoren te bekijken, de
bedieningselementen, de meldings- en veiligheid-
sapparatuur te controleren, of deze volgens de han-
dleiding fungeren. Na het vaststellen van een storing,
die de werkveiligheid in gevaar zou kunnen brengen
en die hij zelf niet kan verwijderen, mag hij de machine
niet in werking zetten en dit te melden aan de bevoeg-
de medewerker.
De bestuurder dient tijdens het werk met de machine
de veiligheidsgordel om te hebben. De veiligheidsgor-
del en de klemmen daarvan mogen niet beschadigd
zijn!
Wanneer de bestuurder een storing vaststelt tijdens
het bedrijf, dient hij de machine onmiddelijke stop te
zetten en te verzekeren tegen de ongewenste aan-
zetting.
De bestuurder dient bij het werk de machine goed te
volgen en de vastgestelde gebreken te noteren in het
bedrijfsboek.
BEDRIJFSHANDBOEK
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave