5
Elektrische installatie
Hybride ABOX MTA...-I55.-...-00, MTA...-G55.-...-00
5.11.3
Posities stekerverbindingen
94
Technische handleiding – MOVIFIT
De volgende afbeelding laat de connectoren van de hybride ABOX zien:
MTA11A-503-G55.-...-00:
MTA11A-503-I55.-...-00:
[1] X11
PROFIBUS-ingang
[2] X12
PROFIBUS-uitgang
[3] X11
Ethernet-interface, poort 1
(PROFINET IO, EtherNet/IP™,
Modbus/TCP)
[4] X12
Ethernet-interface, poort 2
(PROFINET IO, EtherNet/IP™,
Modbus/TCP)
[5] X11
DeviceNet™-interface
[6] X80
Motoraansluiting
[7] X21 – X28 Binaire in- en uitgangen
[8] X50
Diagnose-interface
AANWIJZING
•
De geïntegreerde M12-connectoren zijn willekeurig geplaatst. Gebruik daarom al-
leen rechte M12-contrastekkers.
•
De stekerbezetting van de connectoren vindt u in het hoofdstuk "Elektrische aan-
sluitingen".
•
Voor de aansluiting van twee sensoren/actoren op één M12-connector gebruikt u
Y-adapters met verlenging, zie hoofdstuk "Y-adapter" (→ 2 102).
®
-FC
PROFIBUS:
[1] X11
Ethernet:
[3] X11
DeviceNet™:
[5] X11
[6] X80
[6] X80
(M12, 5-polig, male, B-gecodeerd)
(M12, 5-polig, female, B-geco-
deerd)
(M12, 4-polig, female, D-geco-
deerd)
(M12, 4-polig, female, D-geco-
deerd)
(Micro-Style-connector, male, A-
gecodeerd)
(Intercontec 723 H-Tec,
7 + 3‑polig, female)
(M12, 5-polig, female, A-geco-
deerd)
(RJ10, female, onder de afsluit-
schroef)
[2] X12
[4] X12
[7] X21 – X24
[7] X25 – X28
[8] X50
9007204012971787