DIP-switch S10/3
Motor-/remtype
•
•
•
•
DIP-switch S10/4
Type motorschakeling
•
•
DIP-switch S10/5
Motorvermogen een trap kleiner
•
•
•
•
AANWIJZING
Het type aangesloten rem staat vermeld op het typeplaatje van de motor.
Het remkoppel van de rem vindt u in het hoofdstuk "Remkoppels".
Bij IEC- en NEMA-motoren (DT/DV) moet DIP-switch S10/3 altijd worden ingesteld
op de stand OFF.
Bij DX/DZ-motoren met nominale spanningen 220/380 V, 60 Hz (alleen in Brazilië
verkrijgbaar) en bij aseptische motoren (DAS) moet DIP-switch S10/3 altijd op de
stand ON worden ingesteld.
Bij DR..-motoren met MOVIFIT
worden ingesteld op de stand OFF.
Bij DR..-motoren met optionele rem moet DIP-switch S10/3 worden ingesteld op de
stand ON.
DIP-switch S10/4 = ON: selecteer deze instelling als de motor met driehoekscha-
keling wordt bediend (zie tabellen op de volgende pagina's).
DIP-switch S10/4 = OFF: selecteer deze instelling als de motor met sterschakeling
wordt bediend (zie tabellen op de volgende pagina's).
Als deze DIP-switch geactiveerd wordt, kan de MOVIFIT
een motor met een motorvermogenstrap kleiner. Het nominale apparaatvermogen
blijft daardoor ongewijzigd.
Bij het gebruik van een motor met een kleiner vermogen is het MOVIFIT
vanuit de motor bekeken één vermogenstrap groter. Daardoor kunt u de overbe-
lastbaarheid van de aandrijving verhogen. Kortstondig kan er een hogere stroom
worden geïnjecteerd, die hogere koppels tot gevolg heeft.
Het doel van schakelaar S10/5 is de kortstondige benutting van het piekkoppel van
de motor. De stroomgrens van het apparaat is onafhankelijk van de stand van de
schakelaar altijd gelijk. De blokkeerbeveiliging van de motor wordt afhankelijk van
de stand van de schakelaar aangepast.
Als DIP-switch S10/5 geactiveerd is, is de kipbeveiliging van de motor niet moge-
lijk.
Beschrijving van de DIP-switches
®
-standaardremmen moet DIP-switch S10/3 altijd
®
Technische handleiding – MOVIFIT
Inbedrijfstelling
worden toegewezen aan
®
-apparaat
®
-FC
6
131