1.6
I
NLEIDING
Functies bedieningspaneel
1
2
S
C
A
N
N
E
N
3
K
O
P
I
Ë
R
E
N
4
5
Veelgekozen faxnummers opslaan en kiezen
door slechts enkele toetsen in te drukken.
Snelkiesnummers toekennen aan de cijfers 21
tot en met 40.
Een lijst met pc-programma's weergeven
waarnaar een afbeelding kan worden gescand.
Maak deze scanlijst met het hulpprogramma
Printerinstellingen dat bij dit apparaat wordt
geleverd.
U kunt tevens documenten scannen en
opslaan op de USB-flashdrive en opgeslagen
documenten beheren als de flashdrive op de
USB-poort van het apparaat is aangesloten.
Zie Hoofdstuk 10, Een USB-flashdrive
installeren.
Helderheid instellen voor de documenten van
de huidige kopieeropdracht.
Hiermee selecteert u het documenttype voor
de huidige kopieertaak.
Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
Hiermee kunt u speciale kopieerfuncties
kiezen, zoals Klonen, Set samenstellen,
Automatisch passend maken, Dubbelzijdig,
Meerdere pagina's per vel (2 of 4) en Poster.
Hiermee maakt u een kopie kleiner of groter
dan het origineel.
Hier ziet u de status van het apparaat en
eventuele aanwijzingen tijdens het gebruik.
Gaat aan als de tonercassette leeg is.
Bladeren door de opties van het geselecteerde
menuonderdeel.