Reiniging en onderhoud
8.3
Schoonmaken
Apparaat reinigen
Accessoires reinigen
8.4
Desinfectie
Apparaat desinfecteren
38 / 46
Desinfectiemiddelen:
■
Oppervlakte-desinfectiemiddelen (geen desinfectiemiddelen voor
handen of instrumenten)
■
Ethanol als enige werkzame stof.
Het kijkvenster in het deksel van het apparaat mag niet met een
mengsel van ethanol en propanol worden gedesinfecteerd.
■
Concentratie niet lager dan 30%
■
pH-waarde: 6 - 8
■
Niet corrosief
1.
Open het deksel.
2.
Schakel het apparaat uit en koppel het los van de stroomvoorziening.
3.
Accessoires verwijderen.
4.
Reinig de centrifugebehuizing en de centrifugaalkamer met zeep of
een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek.
5.
Verwijder na gebruik van schoonmaakmiddelen de resten van het
middel met een vochtige doek.
6.
Oppervlakken moeten onmiddellijk na het reinigen worden gedroogd.
7.
Indien er zich condens vormt, droogt u de centrifugaalkamer met een
absorberende doek.
1.
Reinig de accessoires met het reinigingsmiddel en een vochtige doek.
2.
Verwijder na gebruik van schoonmaakmiddelen de resten van het
middel met een vochtige doek.
3.
Accessoires onmiddellijk na het reinigen met een pluisvrije doek en
olievrije perslucht drogen. Droog alle holtes volledig met olievrije pers-
lucht.
Desinfectie moet altijd voorafgegaan worden door het rei-
nigen van de desbetreffende onderdelen.
Zie ⮫ Hoofdstuk 8.3 „Schoonmaken" op pagina 38
Concentratie en inwerktijd van het desinfectiemiddel vol-
gens de instructies van de fabrikant.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door het binnendringen van water
of andere vloeistoffen.
−
Bescherm het apparaat tegen vloeistoffen die van bui-
tenaf komen.
−
Voer geen sproeidesinfectie uit op het apparaat.
1.
Open het deksel.
Rev.: 07 / 10.2023
AB1101nl