Geavanceerde HemoSphere-monitor
De HPI -parameter zal mogelijk geen vooraankondiging geven voor een trend richting een
•
hypotensieve gebeurtenis in situaties waarbij een klinische interventie resulteert in een plotseling
optredende, niet-fysiologische hypotensieve gebeurtenis. Als dit gebeurt reageert de HPI -functie
onmiddellijk als volgt: er verschijnt een pop-upmelding met hoge prioriteit en er wordt een HPI -
waarde van 100 weergegeven om aan te geven dat de patiënt een hypotensieve gebeurtenis ervaart.
(hoofdstuk 13)
Wees voorzichtig bij het gebruik van dP/dt bij patiënten met ernstige aortastenose, aangezien de
•
stenose de koppeling tussen het linkerventrikel en de afterload kan verminderen. (hoofdstuk 13)
De HPI -parameter zal mogelijk geen vooraankondiging geven voor een trend richting een
•
hypotensieve gebeurtenis in situaties waarbij een klinische interventie resulteert in een plotseling
optredende, niet-fysiologische hypotensieve gebeurtenis. Als dit gebeurt reageert de HPI -functie
onmiddellijk als volgt: er verschijnt een pop-upmelding met hoge prioriteit en er wordt een HPI -
waarde van 100 weergegeven om aan te geven dat de patiënt een hypotensieve gebeurtenis ervaart.
(hoofdstuk 13)
Reinig na elk gebruik het instrument en de accessoires en berg deze op. (bijlage F)
•
Giet of spuit geen vloeistof over enig deel van de geavanceerde HemoSphere-monitor, accessoires,
•
modules of kabels. (bijlage F)
Gebruik geen andere desinfecterende oplossing dan de hierboven aangegeven soorten. (bijlage F)
•
VOORKOM: dat vloeistof in contact komt met de net stroomaansluiting; dat vloeistof de
•
aansluitingen of openingen in de behuizing van de monitor of de modules binnendringt. Als een
van de bovengenoemde onderdelen in contact komt met vloeistof, probeer dan NIET de monitor
te gebruiken. Koppel de net stroom onmiddellijk los en bel de biomedische afdeling of uw
plaatselijke vertegenwoordiger van Edwards. (bijlage F)
Voer periodieke inspecties uit om de kabels te controleren op defecten. Rol de kabels niet strak
•
op bij het opbergen. (bijlage F)
Gebruik geen andere reinigingsmiddelen en verstuif of giet geen reinigingsmiddel op
•
platformkabels. (bijlage F)
Steriliseer de HemoSphere-oximetriekabel niet met behulp van stoom, straling of EO
•
(ethyleenoxide). Dompel de HemoSphere-oximetriekabel niet onder. (bijlage F)
Als er een elektrolytische vloeistof, bijvoorbeeld Ringer-lactaat oplossing, in de connectoren van
•
de kabel wordt geïntroduceerd terwijl deze aangesloten zijn op de monitor en de monitor wordt
aangezet, dan kan de schakelspanning elektrolytische corrosie en snelle degradatie van de
elektrische contacten veroorzaken. (bijlage F)
Dompel kabelconnectoren niet onder in reinigingsmiddel, isopropylalcohol of glutaaraldehyde.
•
(bijlage F)
Gebruik geen heteluchtpistool om kabelconnectoren te drogen. (bijlage F)
•
De lithium-ion-batterij dient te worden gerecycled of afgevoerd in overeenstemming met alle
•
nationale en plaatselijke wetgeving. (bijlage F)
49
2 Veiligheid en symbolen