Download Print deze pagina

Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding pagina 42

Verberg thumbnails Zie ook voor HemoSphere:

Advertenties

Geavanceerde HemoSphere-monitor
Gebruik alleen accessoires, kabels en/of onderdelen voor de geavanceerde HemoSphere-monitor
die zijn geleverd en gelabeld door Edwards. Het gebruik van niet-gelabelde accessoires, kabels en/of
onderdelen kan van invloed zijn op de veiligheid van de patiënt en de nauwkeurigheid van metingen.
(hoofdstuk 3)
Bij aanvang van een nieuwe patiëntensessie moeten de standaardbereiken voor hoog/laag fysiologisch
alarm worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat deze geschikt zijn voor de betreffende patiënt.
(hoofdstuk 6)
Voer Nieuwe patiënt uit of verwijder het patiëntgegevensprofiel als een nieuwe patiënt wordt
aangesloten op de geavanceerde HemoSphere-monitor. Als u dit nalaat, kunnen eerdere
patiëntgegevens in de historische weergaven terechtkomen. (hoofdstuk 6)
De analoge communicatiepoorten van de geavanceerde HemoSphere-monitor hebben een
gemeenschappelijke aarde die geïsoleerd is van de elektronica van de katheterinterface. Bij het
aansluiten van meerdere apparaten op de geavanceerde HemoSphere-monitor, moeten alle
apparaten worden voorzien van geïsoleerde voeding om het verbreken van de elektrische isolatie
van elk van de aangesloten apparaten te voorkomen. (hoofdstuk 6)
Risicostroom en lekstroom van de uiteindelijke systeemconfiguratie moeten overeenstemmen met
IEC 60601-1:2005/A1:2012. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om naleving
te garanderen. (hoofdstuk 6)
Accessoires die zijn aangesloten op de monitor moeten gecertificeerd zijn in overeenstemming
met IEC/EN 60950 voor apparatuur voor gegevensverwerking of IEC 60601-1:2005/A1:2012
voor medische elektrische toestellen. Alle combinaties van apparaten moeten in overeenstemming
zijn met de systeemeisen van IEC 60601-1:2005/A1:2012. (hoofdstuk 6)
Controleer bij het overschakelen naar een andere bedmonitor altijd of de weergegeven
standaardwaarden nog geldig zijn. Herconfigureer indien nodig het spanningsbereik en het
overeenkomende parameterbereik of voer een kalibratie uit. (hoofdstuk 6)
Schakel hoorbare alarmen niet uit in situaties waarbij de veiligheid van de patiënt in het geding kan
zijn. (hoofdstuk 7)
Verlaag het alarmvolume niet naar een niveau waarop alarmen niet op adequate wijze kunnen
worden gemonitord. Dit zou namelijk kunnen leiden tot een situatie waarbij de veiligheid van
de patiënt in het geding komt. (hoofdstuk 7)
Visuele en hoorbare fysiologische alarmen worden alleen geactiveerd als de parameter is
geconfigureerd op de schermen als hoofdparameter (1-8 parameters weergegeven in
parametertegels). Als een parameter niet is geselecteerd en weergegeven als hoofdparameter,
worden de hoorbare en visuele fysiologische alarmen onderdrukt voor die parameter. (hoofdstuk 7)
Zorg dat de Demomodus niet is geactiveerd in een klinische omgeving, zodat gesimuleerde
gegevens niet verward worden met klinische gegevens. (hoofdstuk 7)
Gebruik de geavanceerde HemoSphere-monitor niet als onderdeel van een gedistribueerd
alarmsysteem. De geavanceerde HemoSphere-monitor ondersteunt geen systemen voor externe
alarmbewaking/-beheer. Gegevens worden alleen voor vastleggingsdoeleinden gelogd en
overgezonden. (hoofdstuk 8)
42
2 Veiligheid en symbolen

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Edwards HemoSphere