Geavanceerde HemoSphere-monitor
9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking
9.1.2
Parameterselectiemenu
De parametercategorieën bij bewaking met een Swan-Ganz-module zijn Flow (zie Continue cardiac output
op pagina 160), Weerstand (zie SVR op pagina 174) en RV-functie (EDV/RVEF-bewaking
op pagina 169). Oximetrie is eveneens beschikbaar als een oximetriekabel of weefseloximetriemodule is
aangesloten (zie Oximetriebewaking op pagina 204). Raak parameterknoppen met een pijl (
) aan voor
aanvullende bewakingsopties voor de betrokken parameter op basis van de bijwerksnelheid van de weergave
en de middelingstijd. Zie STAT CO op pagina 163, STAT EDV en RVEF op pagina 174. Raak de blauwe
pijl (
) aan voor definities van deze bewakingsopties of het pictogram Help (
) voor meer informatie.
Afbeelding 9-3 HemoSphere-Swan-Ganz-module –
venster voor selectie van hoofdparameters
9.2 Continue cardiac output
De geavanceerde HemoSphere-monitor meet de cardiac output continu door kleine energiepulsen in de
bloedstroom te introduceren en de bloedtemperatuur te meten via een longslagaderkatheter. De maximale
oppervlaktetemperatuur van het thermische filament dat wordt gebruikt om energiepulsen in het bloed
vrij te geven is 48 °C. De cardiac output wordt berekend aan de hand van bewezen algoritmes die
zijn afgeleid van de principes voor het behoud van warmte en indicatorcurves voor dilutie die
worden verkregen middels kruiscorrelatie van energie-toevoer en bloedtemperatuur golven.
Na initialisatie wordt de cardiac output continu gemeten en weergegeven door de geavanceerde
HemoSphere-monitor in liter per minuut, zonder kalibratie door of tussenkomst van de gebruiker.
160