Geavanceerde HemoSphere-monitor
9.3.1
Patiëntkabels aansluiten
Sluit de CCO-kabel voor de patiënt aan op de ingevoerde HemoSphere-Swan-Ganz-module
1
zoals eerder beschreven in sectie 9.1.
Bevestig het katheteruiteinde van de CCO-kabel voor de patiënt op de connector van
2
de thermistor op de Swan-Ganz iCO-katheter zoals weergegeven bij in afbeelding 9-5.
Controleer of de katheter goed is ingebracht bij de patiënt.
3
.
9.3.1.1
Een injectaattemperatuursonde detecteert de injectaattemperatuur. De geselecteerde sonde is aangesloten op
de CCO-kabel voor de patiënt (afbeelding 9-5). Er kan een van de volgende twee sondes worden gebruikt:
Er wordt een in-line-sonde aangesloten op de doorstroombehuizing op het injectaat
•
toedieningssysteem van de CO-Set/Co-Set+.
Een badsonde meet de temperatuur van de injectaatoplossing. Badsondes zijn bestemd voor meten
•
van de temperatuur van een monsteroplossing die bij dezelfde temperatuur wordt bewaard als de
steriele oplossing die wordt gebruikt voor het injectaat bij berekening van de bolus-cardiac output.
Sluit de injectaattemperatuursonde (in-line of bad) aan op de connector van de injectaattemperatuursonde
op de CCO-kabel voor de patiënt, weergegeven als in afbeelding 9-5.
Swan-Ganz-katheter
thermistorverbinding
aansluiting injectaat-
temperatuursonde
Afbeelding 9-5 Overzicht iCO-aansluitingen.
Sondeselectie
164
9 HemoSphere-Swan-Ganz-modulebewaking
CCO-kabel patiënt
HemoSphere-
Swan-Ganz-module
geavanceerde
HemoSphere-monitor