Aanvullende Parameters - Edwards HemoSphere Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor HemoSphere:
- Gebruikershandleiding (256 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (364 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (192 pagina's)
Advertenties
Geavanceerde HemoSphere-monitor
Controleer de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het secundaire HPI-scherm en andere
•
parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van de grote kans op hypotensie
te onderzoeken en de best mogelijke handelwijze te bepalen.
Als HPI is geconfigureerd als hoofdparameter verschijnen HPI en de trendgrafiek op het bewakingsscherm:
Er treedt een alarm op wanneer de HPI hoger is dan 85.
•
Wanneer de HPI lager dan of gelijk is aan 85:
•
De trendlijn en waarde worden weergegeven in wit.
*
Blijf de hemodynamiek van de patiënt bewaken. Blijf alert op een veranderende hemodynamiek van de patiënt
*
door het primaire bewakingsscherm, het secundaire HPI-scherm, de HPI-waarde en trends in parameters en
vitale functies te controleren.
Als de HPI hoger is dan 85, controleert u de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het
•
secundaire HPI-scherm en andere parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van
de grote kans op hypotensie te onderzoeken en de best mogelijke handelwijze te bepalen.
Zodra de gemiddelde arteriële druk drie opeenvolgende metingen onder de 65 mmHg blijft, hetgeen
•
wijst op het optreden van een hypotensiegebeurtenis,
geeft HPI 100 weer.
*
Controleer de hemodynamiek van de patiënt met behulp van het secundaire HPI-scherm en andere
*
parameters op het primaire scherm om de mogelijke oorzaak van de hypotensie te onderzoeken en de best
mogelijke handelwijze te bepalen.
13.1.9
Aanvullende parameters
Variatie in slagvolume (SVV) en variatie in polsdruk (PPV) – gevoelige dynamische metingen van de
•
vloeistofresponsiviteit, die voorspellen of de preload is toegenomen – door meer vloeistof toe te
dienen of door het veneuze onbelaste volume te verlagen door compenserende controlemechanismen
of medicatie – het hart reageert met een toename van het slagvolume [1]. Lage SVV- of PPV-waarden
wijzen erop dat een patiënt niet vloeistofresponsief is; hoge waarden zijn een indicatie dat een patiënt
vloeistofresponsief is; daartussen is een grijze zone [6].
Maximale helling van de opgaande beweging van de arteriële druk (dP/dt) – een gevoelige meting van
•
de veranderingen in de contractiliteit van het linkerventrikel (LV) [1, 2]. De arteriële druk dP/dt
(door de calculatie tijdens de uitstroom) zal absolute waarden hebben die lager zijn dan de
isovolumetrische LV-druk dP/dt-max, maar hun wijzigingen correleren sterk [1, 2].
Systolische hellingsgraad (dP/dt) – De maximale oplopende curvehelling van de arteriële druk,
•
gemeten voor een perifere slagader. De arteriële druk dP/dt (door de calculatie tijdens de uitstroom)
zal absolute waarden hebben die lager zijn dan de isovolumetrische LV-druk dP/dt-max, maar hun
wijzigingen correleren sterk [1, 2].
OPMERKING
Dynamische arteriële elastantie (Ea
•
door het arteriële systeem (arteriële elastantie), ten opzichte van de elastantie van het linkerventrikel,
berekend als de verhouding tussen PPV en SVV [8]. De arteriële elastantie is een integratieve
parameter voor de arteriële belasting die systemische vasculaire weerstand (SVR), totale arteriële
compliantie (C) en systolische en diastolische tijdsintervallen [9, 10] omvat.
dP/dt gemeten voor de perifere slagader is niet onderzocht als maat van
contractiliteit van het linkerventrikel bij alle patiëntengroepen.
) – een maateenheid voor de afterload op het linkerventrikel
dyn
225
13 Geavanceerde eigenschappen
Advertenties
Hoofdstukken
Probleemoplossen
