DR 400 | Veiligheidsaanwijzingen | 71
VOORZICHTIG:
Een uitzonderlijke omgevingstemperatuur kan een negatieve
invloed hebben op de prestatie van DR-detector en blijvende
schade aan de apparatuur veroorzaken. Voor de
omgevingsvereisten voor de DR-detector raadpleegt u de
handleiding bij de detector. Gebruik het systeem niet en zet de
airconditioning niet aan als de omgevingstemperatuur en
luchtvochtigheid buiten het opgegeven bereik liggen. Bevriezing
door lage temperaturen kan de interne circuits beschadigen. De
garantie vervalt als duidelijk is dat er niet is voldaan aan de
omgevingsvereisten.
VOORZICHTIG:
Om verlies van beelden in geval van een stroomonderbreking te
voorkomen, moeten het werkstation en de Digitizer worden
aangesloten op een onderbrekingsvrije voeding (UPS) of een
standby-generator van de instelling. Bij een stroomonderbreking
zorgt de UPS dat belichte beelden die worden gescand, kunnen
worden voltooid.
VOORZICHTIG:
Installeer het NX-werkstation en de CR-digitizer op een
minimale (veilige) afstand van 2 m van de onderdelen van het
röntgensysteem of zorg ervoor dat beide systemen door een
muur of raam van elkaar gescheiden worden.
3231F NL 20220728 0850