Stralingsbescherming
Röntgenstraling kan de gezondheid ernstige schade toebrengen. Wees daarom
uiterst voorzichtig en zorg dat er steeds bescherming tegen röntgenbestraling
wordt gebruikt.
Sommige effecten van röntgenstraling zijn cumulatief en kunnen een
bepaalde periode bestrijken. Daarom moet de röntgenbediener blootstelling
aan röntgenstraling te allen tijde voorkomen.
Voorwerpen in het pad van de röntgenstraal kunnen strooistraling
veroorzaken. De intensiteit hangt af van de energie en intensiteit van de
blootstelling aan röntgenstraling, het materiaal van het voorwerp en de
afstand tot het voorwerp dat het verstrooien van de afstraling veroorzaakt. Er
moeten veiligheidsmaatregelen getroffen worden om blootstelling aan
strooistraling te voorkomen.
Veiligheidsmaatregelen zijn onder meer:
• structurele configuratie van de röntgenruimte (bijvoorbeeld ruimte met
loden wanden)
• stralingsbescherming voor de bedieners (bijvoorbeeld persoonlijke
dosismeters voor straling, loden schorten, stralingsbeschermingsbrillen,
verplaatsbare loodschermen, een maximumafstand ten opzichte van de
röntgenbron en van het object dat het verstrooien van de afstraling
veroorzaakt behouden, regelmatige opleiding, enzovoort)
• bescherming van patiënten tegen onnodige straling (bijv. beperking van
röntgenveld door collimatie, loden afscherming, loden schorten,
enzovoort)
Onderwerpen:
•
Bewaking van personeel
•
Beschermd gebied en belangrijke aanwezigheidszones
DR 400 | Inleiding tot de DR 400 | 37
3231F NL 20220728 0850