De veldsterkte van stationaire zenders zoals basisstations van radiotelefoons,
mobiele zendapparaten voor landelijke gebieden, amateurstations en AM- en
FM-zenders kan in theorie niet precies worden bepaald. Een onderzoek van de
locatie wordt aanbevolen om de elektromagnetische omgeving vast te stellen
ten gevolge van stationaire hoogfrequente zenders. Als de veldsterkte van het
apparaat het hierboven aangegeven testniveau overschrijdt, moet op elke
plaats van gebruik worden nagegaan of het apparaat normaal werkt. In geval
van een ongewone werking kunnen er aanvullende maatregelen noodzakelijk
zijn, zoals een heroriëntatie van het apparaat.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische
omgeving waarin de uitgestraalde, hoogfrequente storingsvariabelen
worden bewaakt. De gebruiker van het apparaat kan elektromagnetische
storingen helpen te voorkomen door de minimumafstanden tussen
draagbare en mobiele hoogfrequente communicatie-apparatuur
(zenders) en het apparaat te respecteren. De aanbevolen veilige
afstanden op basis van het maximale uitgangsvermogen van de
communicatie-apparatuur, worden hieronder vermeld. Zie ook het
gedeelte met de voorzorgsmaatregelen voor EMC.
Aanbevolen veilige afstanden tussen draagbare en mobiele hoogfre-
quente communicatie-apparatuur en het apparaat
Nominaal ver-
mogen van de
zender
W
0,01
0,1
1
10
Veilige afstand in overeenstemming met RF-emissiefre-
quentie
m
150 kHz tot 80
MHz
d = 1,0
0,1
0,32
1.0
3,2
DR 400 | Productinformatie | 263
Storingen zijn moge-
lijk in de buurt van ap-
paraten die het vol-
gende symbool heb-
ben:
80 MHz tot 800
MHz
d = 0,3
0,05
0,1
0,3
1,0
800 MHz tot 2,7
GHz
d = 0,3
0,05
0,1
0,3
1,0
3231F NL 20220728 0850