234 | DR 400 | Productinformatie
Omgevingsvereisten
Tabel 36: Omgevingsvereisten van het röntgensysteem
Omgevingsvereisten (tijdens opslag en transport)
Temperatuur (omgeving)
Vochtigheid (niet-condenserend)
Atmosferische druk
Omgevingsvereisten (tijdens normale werking)
Temperatuur (omgeving)
Vochtigheid (niet-condenserend)
Atmosferische druk
Maximumhoogte
Bij de omgevingsvereisten als geheel moet u rekening houden met de
omgevingsvereisten van de DR-detector of de beeldplaat. Raadpleeg de
desbetreffende handleiding voor de omgevingsvereisten voor de DR-detector
of de beeldplaat. Wanneer u de DR-detector of de beeldplaat binnen in de
bucky gebruikt, houd er dan rekening mee dat de temperatuur in de DR-bucky
tot 5°C hoger kan liggen dan de temperatuur in de röntgenkamer.
Bijbehorende links
Omgevingsomstandigheden vaste DR-detector
3231F NL 20220728 0850
(+ 0,2 mm Al met DAP-meter geïntegreerd in de col-
limator)
tussen -15° en 50° Celsius
tussen 15 en 90 % relatieve vochtigheid
tussen 70 en 106 kPa
tussen 10° en 35° Celsius
tussen 30 en 75 % relatieve vochtigheid
tussen 70 en 106 kPa
3000 m
op bladzijde 255