Filterstatus
Op systemen met automatische filtering wordt het filter automatisch
ingesteld, op basis van de geselecteerde belichting.
De filterinstelling kan worden aangepast op de softwareconsole of op de
collimator.
• Klik op de softwareconsole op het pijltje van de vervolgkeuzelijst van de
filterstatus en selecteer een filter in de lijst.
• Op de collimator gebruikt u de filterknop.
Tabel 14: Collimator met automatisch filter
(geen picto-
gram)
Tabel 15: Collimator met handmatig filter
(geen picto-
gram)
DR 400 | Software Console and Tube Head Display | 115
Er wordt geen filter gebruikt.
Er wordt een filter gebruikt. Materiaal en dikte van de filter
worden gespecificeerd.
Er is geen filter vereist.
Er is een filter vereist. Plaats het filter handmatig.
3231F NL 20220728 0850