METERS
A
B
F
E78487
A
Toerenteller
B
Snelheidsmeter
C
Koelvloeistoftemperatuurmeter
D
Brandstofmeter
E
Terugsteltoets dagteller
F
Kilometerteller en dagteller
Koelvloeistoftempe-
ratuurmeter
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft
de naald in het middengedeelte.
LET OP
Start de motor niet voordat de
oorzaak voor de oververhitting is
verholpen.
Instrumenten
C
E
D
Wanneer de naald in de richting van rode
lijn beweegt, is de motor oververhit. Zet
de motor af, zet het contact af en stel de
oorzaak vast zodra de motor is
afgekoeld. Zie Motorkoelvloeistof
controleren (bladzijde 100).
Brandstofmeter
De pijl naast het symbool van de pomp
duidt aan aan welke zijde zich de klep van
de brandstofvulopening bevindt.
Kilometerteller en dagteller
E79253
E79254
De dagteller kan meer dan één rit
registeren. Druk op de toets E om te
wisselen tussen rit A, rit B en ODO.
De dagteller registreert de afgelegde
afstand van een individuele rit. Druk de
knop E in en houd deze ingedrukt om de
dagteller terug te stellen.
38