Inhoudsopgave
Advertenties
WERKING
Alle uitvoeringen
Wanneer het alarm is geactiveerd, klinken
de alarmclaxons en knipperen de
waarschuwingsknipperlichten 25
seconden. Wanneer de oorzaak van het
activeren van het alarm wordt opgeheven,
keert de alarminstallatie in zijn vorige,
ingeschakelde status. Wanneer de
oorzaak niet wordt opgeheven, blijven de
alarmclaxons in werking en blijven de
waarschuwingsknipperlichten knipperen
tot een portier met een sleutel of de
afstandsbediening wordt ontgrendeld.
Uitvoeringen met een
perimeter alarm
Het perimeter alarm is een afschrikmiddel
voor personen die ongeoorloofd de
portieren en de motorkap proberen te
openen.
Het perimeter alarm wordt geactiveerd
wanneer iemand:
•
een portier opent.
•
de motorkap opent.
•
probeert de motor te starten met een
onjuist gecodeerde sleutel.
ALARM INSCHAKELEN
Perimeter alarminstallatie
Twintig seconden nadat u de deuren hebt
vergrendeld schakelt de alarminstallatie
in. Tijdens deze vertraging kunt u de
deuren of de motorkap sluiten zonder het
alarm te activeren.
Gedeeltelijke inschakeling
Vergrendel de deuren met de sleutel. Zie
Vergrendelen en ontgrendelen
(bladzijde 20).
Alarm
Volledige inschakeling
Vergrendel de deuren met de
afstandsbediening. Zie Vergrendelen
en ontgrendelen (bladzijde 20).
ALARM UITSCHAKELEN
Perimeter alarminstallatie
Schakel de alarminstallatie en het
alarmsignaal uit door de deuren met de
sleutel te ontgrendelen, zet het contact
met een correct gecodeerde sleutel aan
of ontgrendel de deuren met de
afstandsbediening. Zie Vergrendelen
en ontgrendelen (bladzijde 20).
23
Advertenties
Inhoudsopgave
