Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Feel the difference
FordFusion
Instructieboekje

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ford Fusion 2010

  • Pagina 1 Feel the difference FordFusion Instructieboekje...
  • Pagina 2 Deze publicatie, of een deel daarvan, mag niet worden gereproduceerd of vertaald zonder onze toestemming. Fouten of omissies uitgesloten. © Ford Motor Company 2010 Alle rechten voorbehouden. Onderdeelnummer: (CG3441nl) 06/2010 20100707082604...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Immobilisatiesysteem uitschakelen..30 Inleiding Over deze handleiding......5 Alarm Overzicht van symbolen......5 Alarm inschakelen........31 Onderdelen en accessoires....6 Alarm uitschakelen........31 Kort overzicht Stuurwiel Kort overzicht..........8 Stuurwiel afstellen........32 Veiligheidsuitrusting voor Audiobediening........32 kinderen Ruitenwissers en ruiten- Kinderzitjes..........15 sproeiers Zitverhogers..........16 Voorruitwissers........34 Plaatsing van kinderzitjes......17 Voorruitsproeiers........35 Kindersloten..........19 Achterruitwissers en -sproeiers...35 Voorruitsproeiers afstellen.....36...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Waarschuwings- en Brandstof en tanken indicatielampen........52 Veiligheidsmaatregelen......78 Brandstofkwaliteit - Benzine....78 Infodisplays Brandstofkwaliteit - Diesel.....78 Algemene informatie......55 Katalysator..........79 Persoonlijke instellingen......56 Tankklep............79 Infoberichten..........57 Tanken............79 Brandstofverbruik ........79 Klimaatregeling Technische specificatie......80 Werking.............60 Ventilatieroosters........60 Versnel- Handmatige klimaatregeling....60 lingsbak/transmissie Automatische klimaatregeling....62 Handgeschakelde versnellingsbak..82 Verwarmde ruiten en spiegels....64 Automatische transmissie - Auto's met Extra verwarming........64 4-traps automatische transmissie...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Ruitensproeiervloeistof controleren..116 Tips voor het rijden Technische specificatie......116 Algemene punten bij het rijden.....97 Inrijden............97 Verzorging van de auto Voorzorgsmaatregelen voor koude weersomstandigheden......97 Reinigen van buitenzijde auto....119 Door water rijden........97 Reinigen van binnenzijde auto....120 Kleine lakschade repareren....120 Nooduitrusting Accu van de auto Eerstehulpset..........98 Gevarendriehoek........98 Gebruik van startkabels......121...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Spraakgestuurd regelsysteem gebruiken..........150 Commando’s audio-unit .....150 Commando’s telefoon......154 Commando’s navigatiesysteem..159 Commando’s klimaatregeling.....159 Bijlagen Elektromagnetische compatibiliteit..162 Typegoedkeuringen......163...
  • Pagina 7: Inleiding

    TÜV Hartelijk dank voor het kiezen van een TOXPROOF Criteria Catalogus voor Auto Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om Interieurs van TÜV Produkt und Umwelt uw auto goed te leren kennen door dit GmbH en zijn erop gericht het risico van instructieboekje zorgvuldig te lezen.
  • Pagina 8: Onderdelen En Accessoires

    Voor- en achterbumper arbeidsloon. Ruit Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn • Achterruit gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de • Zijruiten volgende onderdelen zichtbaar wanneer • Voorruit Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt.
  • Pagina 9 Inleiding E89939 Verlichting • Achterlichtunits • Koplampen E89940...
  • Pagina 10: Kort Overzicht

    Kort overzicht KORT OVERZICHT Overzicht instrumentenpaneel Stuur links E89017...
  • Pagina 11 Kort overzicht Stuur rechts E102295 Ontwasemingsrooster. Luchtrooster. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 60). Ontgrendeling bagageruimte. Groot licht, richtingaanwijzers, lichtsignaal en bedieningstoetsen informatiedisplay. Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 38). Zie Algemene informatie (bladzijde 55). Instrumentengroep. Zie Meters (bladzijde 51). Ruitenwisserschakelaar. Zie Ruitenwissers en ruitensproeiers (bladzijde 34).
  • Pagina 12 Kort overzicht Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 40). Schakelaar stabiliteitsregeling of muntenhouder. Zie Stabiliteitsregeling (bladzijde 87). Controlelamp airbag uitgeschakeld of muntenhouder. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 24). Audio- of navigatiesysteem. Zie afzonderlijke handleiding. Toetsen klimaatregeling. Zie Klimaatregeling (bladzijde 60). Sensor interieurtemperatuur. Contactslot.
  • Pagina 13 Kort overzicht Richt de middelste luchtroosters naar Zie De motor starten (bladzijde 75). boven en de luchtroosters aan de zijkant op de zijruiten. Informatiedisplays Aanbevolen instellingen voor verwarming E70436 Druk op de toets om door de displays te E116252 scrollen en houd de toets ingedrukt om Sluit de middelste luchtroosters en open te resetten, een submenu te selecteren de luchtroosters aan de zijkant.
  • Pagina 14 Kort overzicht Richt de middelste luchtroosters naar Portieren vergrendelen boven en de luchtroosters aan de zijkant Druk toets B eenmaal in. op de zijruiten. Portieren dubbel vergrendelen Aanbevolen instellingen voor verwarming Druk toets B tweemaal binnen drie seconden in. Kofferdeksel/ achterklep ontgrendelen Druk toets C tweemaal binnen drie seconden in.
  • Pagina 15 Kort overzicht 5. Draai de volumeknop om de Auto's met automatische geselecteerde datum of tijd te verlichting veranderen. a. Schakel de automatische verlichting 6. Druk op de CLOCK toets om deze in en schakel deze binnen twee modus te verlaten en de nieuwe seconden weer uit.
  • Pagina 16 Kort overzicht Elektrisch inklapbare spiegels E72184 Automatisch in- en uitklappen De spiegels klappen automatisch in wanneer u de portieren met de afstandsbediening vergrendelt. De spiegels klappen uit wanneer u de portieren met de sleutel of de afstandsbediening ontgrendelt. Zie Elektrisch verstelbare buitenspiegels (bladzijde 49).
  • Pagina 17: Veiligheidsuitrusting Voor Kinderen

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
  • Pagina 18: Zitverhogers

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje WAARSCHUWINGEN Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kilogram maar met een lengte van minder dan 150 centimeter in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen. LET OP Wanneer u een kinderzitje op een achterbank gebruikt, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust.
  • Pagina 19: Plaatsing Van Kinderzitjes

    Neem contact op met uw dealer speling overblijft, zet de rugleuning dan voor de laatste informatie recht omhoog en zet de stoel in een betreffende door Ford aanbevolen hogere stand. Zie Handmatig kinderzitjes. verstelbare stoelen (bladzijde 66). Oorspronkelijke tekst volgens ECE R94.01: Extreme Hazard! Do not use...
  • Pagina 20 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Zitplaatsen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Achterbank X Niet geschikt voor kinderen van deze gewichtsgroep. U Geschikt voor universele kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichtsgroep. U¹...
  • Pagina 21: Kindersloten

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERSLOTEN WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend. E73697 Vergrendelen Ontgrendelen...
  • Pagina 22: Bescherming Van Inzittenden

    Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: Veeg de panelen van de airbags Wijzig de voorzijde van de wagen alleen met een vochtige doek schoon.
  • Pagina 23 Bescherming van inzittenden Front-airbags aan bestuurders- en De zij-airbags bevinden zich in de zijkant passagierszijde van de rugleuningen van de voorstoelen. Een label op de rugleuning geeft aan dat uw auto is uitgerust met zij-airbags. De zij-airbags worden geactiveerd bij zware zijdelingse aanrijdingen.
  • Pagina 24: Veiligheidsgordels Vastmaken

    Bescherming van inzittenden De side curtains worden geactiveerd bij De oprolmechanismen van de zware zijdelingse aanrijdingen. Alleen de veiligheidsgordels voor de bestuurder en airbag aan de zijde van de aanrijding de passagier voorin zijn voorzien van een wordt geactiveerd. De airbag wordt in gordelspanner.
  • Pagina 25: Hoogte Van Veiligheidsgordels Afstellen

    Bescherming van inzittenden N.B.: Door het stelmechanisme iets in te drukken terwijl u de knop indrukt komt het verstelmechanisme makkelijker los. Druk voor het hoger of lager stellen de vergrendelknop op het verstelmechanisme in en beweeg deze zonodig. GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS TIJDENS ZWANGERSCHAP E85817...
  • Pagina 26: Passagiersairbag Uitschakelen

    Bescherming van inzittenden Wanneer de controlelamp van de airbag PASSAGIERSAIRBAG tijdens het rijden gaat branden of UITSCHAKELEN knipperen, duidt dit op een storing. Zie Waarschuwings- en WAARSCHUWING indicatielampen (bladzijde 52). Verwijder het kinderzitje en laat het Zorg ervoor dat de airbag aan systeem onmiddellijk controleren.
  • Pagina 27: Sleutels En Afstandsbediening

    Sleutels en afstandsbediening Een nieuwe afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE programmeren: OVER RADIOFREQUENTIES • Draai de contactsleutel vier keer binnen zes seconden in stand II. LET OP • Zet het contact af. Er klinkt een signaal De radiofrequentie van de om aan te duiden dat het nu mogelijk afstandsbediening kan ook worden is een nieuwe afstandsbediening te gebruikt door andere zenders met...
  • Pagina 28: Batterij Van Afstandsbediening Vervangen

    Sleutels en afstandsbediening E68726 • Maak door een plat voorwerp (bijv. een schroevendraaier) in de uitsparing aan de achterzijde te steken de zender voorzichtig los van het huis. E72190 • Maak de batterij voorzichtig met een Om de ontgrendelfunctie opnieuw te plat voorwerp los.
  • Pagina 29 Sleutels en afstandsbediening • Maak de batterij voorzichtig met een plat voorwerp los. Breng de nieuwe batterij tussen de contacten aan met het + merkteken naar beneden. Stel de zender in omgekeerde volgorde weer samen.
  • Pagina 30: Sloten

    Sloten Portieren met de sleutel VERGRENDELEN EN vergrendelen en ontgrendelen ONTGRENDELEN Centrale vergrendeling Alleen wanneer alle portieren zijn gesloten kunnen deze centraal worden vergrendeld. Dubbel vergrendelen WAARSCHUWINGEN Schakel de dubbele vergrendeling niet in wanneer zich personen of dieren in de wagen bevinden. Wanneer de dubbele vergrendeling is ingeschakeld kunnen de portieren niet van binnenuit worden...
  • Pagina 31 Sloten Portieren met de Ontgrendelfunctie opnieuw afstandsbediening programmeren vergrendelen en ontgrendelen U kunt de ontgrendelfunctie opnieuw programmeren zodat alleen het bestuurdersportier of alle portieren worden ontgrendeld. Druk bij afgezet contact de vergrendel- en ontgrendeltoets op de afstandbediening tegelijk vier seconden in. De richtingaanwijzers knipperen tweemaal ter bevestiging.
  • Pagina 32: Motorstartblokkering

    Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
  • Pagina 33: Alarm

    Alarm ALARM INSCHAKELEN Het systeem wordt geactiveerd zodra de auto is vergrendeld en beschermt uw auto tegen indringers die trachten de portieren, de motorkap of het bagagecompartiment te openen of de audio-installatie te verwijderen. Automatische vertraging van het inschakelen De twintig seconden vertraagde inschakeling begint wanneer de motorkap, laadruimte en alle portieren zijn gesloten en vergrendeld.
  • Pagina 34: Stuurwiel

    Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN AUDIOBEDIENING Kies de radio, CD of cassette modus op WAARSCHUWING de audio-installatie. Verstel nooit het stuurwiel als de De volgende functies kunnen met de auto in beweging is. afstandsbediening worden bediend: N.B.: Controleer of u in de juiste positie Volume zit.
  • Pagina 35 Stuurwiel Beweeg de SEEK schakelaar in de richting van het stuurwiel of het instrumentenpaneel: • In de radio modus wordt het eerstvolgende radiostation op een hogere of lagere frequentie opgezocht. • In de CD modus wordt het volgende of het vorige nummer gekozen. Mode E70363 Druk kort op de toets aan de zijkant:...
  • Pagina 36: Ruitenwissers En Ruitensproeiers

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch wissen VOORRUITWISSERS WAARSCHUWINGEN Let er bij vriezend weer op dat de voorruit geheel ontdooid is voordat u de automatische wisfunctie inschakelt. Schakel de automatische wisfunctie uit wanneer u een autowasserette binnenrijdt. Vervang de ruitenwisserbladen zodra deze strepen water en vuil achterlaten of wanneer ze het water niet meer volledig van de voorruit verwijderen.
  • Pagina 37: Voorruitsproeiers

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Wanneer de automatische wisfunctie VOORRUITSPROEIERS wordt ingeschakeld maken de ruitenwissers één wisbeweging ongeacht of de voorruit nat of droog is. Daarna, of wanneer het contact wordt aangezet bij ingeschakelde automatische wisfunctie, maken de ruitenwissers geen wisbeweging meer tot water op de voorruit wordt vastgesteld.
  • Pagina 38: Voorruitsproeiers Afstellen

    Ruitenwissers en ruitensproeiers • de achterruitwisser nog niet was VOORRUITSPROEIERS ingeschakeld, AFSTELLEN • de schakelaar in de stand C, of D • in de stand B staat en de voorruitwissers werken. De achterruitwisser volgt de interval van de voorruitwissers (bij wissen met intervallen of normale wissnelheid).
  • Pagina 39: Ruitenwisserbladen Vervangen

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Reinig de ruitenwisserbladen met een in water gedrenkte, zachte spons. RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN E66645 Trek de ruitenwisserarm van de voorruit af en plaats het ruitenwisserblad in een rechte hoek ten opzichte van de arm. Druk de klem in de richting van de pijl en trek het wisserblad los van de arm.
  • Pagina 40: Verlichting

    Verlichting Afhankelijk van de lichtsituatie worden de VERLICHTINGSBEDIENING koplampen automatisch in- en uitgeschakeld. Standen van de lichtschakelaar Home safe verlichting U kunt de home safe verlichting tot 10 minuten nadat het contact is afgezet inschakelen. Uitvoeringen zonder automatische verlichting Schakel de koplampen in en schakel ze vervolgens binnen twee seconden uit.
  • Pagina 41: Voorste Mistlampen

    Verlichting Trek de hendel geheel naar het stuurwiel De mistlampen, voor, mogen alleen toe om tussen grootlicht en dimlicht te worden ingeschakeld wanneer het zicht wisselen. ernstig wordt belemmerd door mist, sneeuw of regen. Lichtsignaal MISTACHTERLICHTEN E72168 Beweeg de schakelaarhendel naar het stuurwiel.
  • Pagina 42: Koplamphoogte Afstellen

    Verlichting KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN E65990 U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de wagen. Aanbevolen regelknopstanden Belading Lading in bagage- Stand regelknop compartiment Voorstoelen Stoelen, tweede zitrij Zie Voertuigidentificatieplaatje (bladzijde 134). Positie van onderdeel: Zie Kort overzicht (bladzijde 8).
  • Pagina 43: Richtingaanwijzers

    Verlichting RICHTINGAANWIJZERS INTERIEURVERLICHTING Interieurverlichting E71945 Portiercontact E72167 Beweeg de richtingaanwijzerschakelaar kort omhoog of omlaag; de richtingaanwijzers knipperen dan driemaal. E91006 Portiercontact...
  • Pagina 44: Een Koplamp Verwijderen

    Verlichting Wanneer u de schakelaar in stand B zet, gaat de interieurverlichting branden wanneer u een deur of de achterklep ontgrendelt of opent. Wanneer u bij afgezet contact een portier open laat staan, gaat de interieurverlichting enige tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
  • Pagina 45: Gloeilampenvervangen

    Verlichting LET OP Raak het glas van de gloeilamp niet aan. Breng alleen gloeilampen met het juiste vermogen aan. Zie Gloeilampentabel (bladzijde 47). N.B.: De volgende instructies beschrijven hoe de gloeilampen moeten worden verwijderd. Breng de nieuwe gloeilamp in omgekeerde volgorde van verwijderen aan, tenzij anders is voorgeschreven.
  • Pagina 46 Verlichting Zijknipperlichten E91018 2. Verwijder de kap. 3. Werk voorzichtig de lamphouder los. 4. Verwijder de gloeilamp. E78869 Richtingaanwijzers, voor 1. Verwijder voorzichtig het huis van het 1. Verwijder de koplamp. Zie Een zijknipperlicht. koplamp verwijderen (bladzijde 2. Pak de lamphouder beet, draai het 42).
  • Pagina 47 Verlichting E91021 5. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp linksom. Verwijder de gloeilamp. E91020 2. Verwijder vanuit de binnenzijde van het bagagecompartiment de vleugelmoer op de achterzijde van de achterlichtunit. 3. Verwijder de schroeven en verwijder de achterlichtunit.
  • Pagina 48 Verlichting Derde remlicht Kentekenplaatverlichting E90601 1. Draai de schroeven los en verwijder de lamp. 2. Verwijder de gloeilamp. Interieurverlichting E90600 1. Open de achterklep. 2. Verwijder het doorvoerrubber. 3. Maak de klemmen met een dun E73091 schroevendraaiertje los en verwijder de lamp.
  • Pagina 49: Gloeilampentabel

    Verlichting E73939 E73092 1. Werk voorzichtig de lamp los. 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2. Draai de lamphouder linksom en 2. Verwijder het glas. verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. 3. Verwijder de gloeilamp. Leeslampen Verlichting bagagecompartiment E73938 E72784 1.
  • Pagina 50 Verlichting Gloeilamp Specificatie Vermogen (watt) Stadslicht Koplamp 55/60 Zijknipperlicht Mistlamp, vóór Remlicht en achterlicht P21/5W Richtingaanwijzer, achter P21W Achteruitrijlamp P21W Mistachterlicht P21W Derde remlicht Kentekenplaatverlichting Interieurverlichting Leeslamp Verlichting bagagecompar- timent...
  • Pagina 51: Ruiten En Spiegels

    Ruiten en spiegels ELEKTRISCH BEDIENBARE BUITENSPIEGELS RUITEN WAARSCHUWING WAARSCHUWING Vergis u niet in de afstand van voorwerpen die u in deze Schakel de elektrisch bedienbare groothoekspiegel ziet. Voorwerpen ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van die u in deze spiegels ziet, zien er kleiner obstructies.
  • Pagina 52 Ruiten en spiegels In de elektrisch bedienbare buitenspiegels is een verwarmingselement gemonteerd dat het spiegelglas ontdooit of ontwasemt. Wanneer u de achterruitverwarming inschakelt, worden deze elementen automatisch ingeschakeld. Richtingen waarin de spiegel kan worden gekanteld E66486 Rechts Neer Links Elektrisch inklapbare spiegels E72184 Automatisch in- en uitklappen De spiegels klappen automatisch in...
  • Pagina 53: Instrumenten

    Instrumenten METERS E89015 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Snelheidsmeter Informatiedisplay LET OP Koelvloeistoftempe- Start de motor niet voordat de ratuurmeter oorzaak voor de oververhitting is verholpen. Alle uitvoeringen Toont de temperatuur van de Wanneer de wijzer in het rode gebied koelvloeistof. Bij normale komt, is de motor oververhit.
  • Pagina 54: Waarschuwings- En Indicatielampen

    Instrumenten Waarschuwingslampje ABS Uitvoeringen met een informatiedisplay Als dit lampje brandt onder het Bovendien verschijnt een rijden, dan duidt dit op een waarschuwingsbericht op het display. storing. De normale remwerking blijft gehandhaafd (zonder ABS). Laat het Brandstofmeter systeem zo snel mogelijk door een goed opgeleide monteur controleren.
  • Pagina 55 Instrumenten Controlelamp portier niet goed Controlelampje koplampen gesloten Het controlelampje van de Het controlelampje portier niet koplampen gaat branden wanneer u het dimlicht of de goed gesloten gaat branden stadslichten inschakelt. wanneer een portier, de achterklep of de motorkap niet goed is/zijn gesloten.
  • Pagina 56 Instrumenten Controlelampje overdrive Uitvoeringen met een handgeschakelde Het controlelampje overdrive 5-versnellingsbak of Durashift EST gaat branden wanneer u de Wanneer het overdrive uitschakelt. waarschuwingslampje van de aandrijflijn bij draaiende motor Controlelamp gaat branden, duidt dit op een storing. De stuurbekrachtiging motor blijft draaien maar levert minder vermogen.
  • Pagina 57: Infodisplays

    Infodisplays Tijd instellen ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING Bedien de toetsen van het informatiedisplay niet wanneer de auto in beweging is. N.B.: Het informatiescherm blijft nadat u het contact hebt afgezet gedurende enkele minuten aan. N.B.: Wanneer Sh on of SHIP ON wordt weergegeven is de transportmodus ingeschakeld.
  • Pagina 58: Persoonlijke Instellingen

    Infodisplays Gemiddelde snelheid Dagteller Geeft de gemiddelde snelheid van uw Kilometerteller auto aan sinds het systeem voor het laatst Berichtenindicator op nul is teruggesteld. U kunt de instellingen van diverse functies Gemiddeld brandstofverbruik via het informatiedisplay veranderen. Op Geeft het gemiddelde brandstofverbruik het informatiedisplay verschijnen ook van uw auto aan sinds het systeem voor informatieberichten.
  • Pagina 59: Infoberichten

    Infodisplays Akoestische waarschuwingen INFOBERICHTEN Sommige akoestische waarschuwingen kunt u uitschakelen. Taal De taal van het display kunt u naar uw wens instellen. E70436 Druk de toets in om te bevestigen en om enkele berichten van het informatiedisplay te verwijderen. Andere berichten worden korte tijd later automatisch verwijderd.
  • Pagina 60 Infodisplays Mededeling Berichtenindicator Betekenis wordt weergegeven, kunt u uw reis hervatten. Laat deze storing zo spoedig mogelijk controleren. Uitvoeringen met een Durashift EST transmissie: Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig kan. Zet het contact af en laat deze storing controleren voordat u uw reis hervat.
  • Pagina 61 Infodisplays Mededeling Berichtenindicator Betekenis weergegeven, zet dan het contact af en laat deze storing controleren voordat u uw reis hervat. Wanneer het bericht niet langer wordt weergegeven, kunt u uw reis hervatten. Laat deze storing zo spoedig mogelijk controleren. RA LINKS LAMP Oranje Een gloeilamp van de richtingaanwijzers, DEFECT...
  • Pagina 62: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
  • Pagina 63 Klimaatregeling N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt Beenruimte kan de voorruit beslaan. Hoofdniveau, voorruit en Temperatuurregelknop beenruimte De luchtverdeelknop kan in elke gewenste stand tussen de symbolen worden gezet. Een kleine hoeveelheid lucht stroomt altijd naar de voorruit. Voorruit ontdooien en ontwasemen E90445 Blauw...
  • Pagina 64: Automatische Klimaatregeling

    Klimaatregeling Airconditioning in- en Luchtvochtigheid in het uitschakelen interieur verlagen Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt ook de airconditioning uitgeschakeld. Wanneer u de aanjager weer inschakelt, schakelt de airconditioning automatisch E90452 Gerecirculeerde lucht AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING Koelen met buitenlucht E90450 E72153 Interieur snel afkoelen Het systeem regelt automatisch de temperatuur, de hoeveelheid en verdeling...
  • Pagina 65 Klimaatregeling Luchtverdeling N.B.: De zonnesensor bevindt zich bovenop het instrumentenpaneel. Bedek de zonnesensor niet. N.B.: Als het systeem bij lage buitentemperaturen in de auto modus staat, wordt de lucht zolang de motor koud is naar de voorruit en de zijruiten geleid.
  • Pagina 66: Verwarmde Ruiten En Spiegels

    Klimaatregeling Airconditioning in- en VERWARMDE RUITEN EN uitschakelen SPIEGELS Druk op de A/C toets om de Verwarmbare ruiten airconditioning in of uit te schakelen. Schakel de ruitverwarming in om de voor- of achterruit te ontdooien of ontwasemen. Gerecirculeerde lucht N.B.: De ruitverwarming werkt alleen bij Druk op de toets voor een draaiende motor.
  • Pagina 67: Schuifdak

    Klimaatregeling SCHUIFDAK E90558 E72189...
  • Pagina 68: Stoelen

    Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
  • Pagina 69 Stoelen Hoogte van de WAARSCHUWINGEN bestuurdersstoel verstellen Rijd niet terwijl er voorwerpen op de neergeklapte rugleuning liggen. E68895 Hellingshoek van de rugleuning E68896 instellen 1. Kantel de stoel naar voren. E91008 E74819 2. Draai het kartelwiel tot de rugleuning in horizontale stand staat. Passagiersstoel naar voren kantelen Trek de vergrendelhendel uit om de...
  • Pagina 70: Achterbank

    Stoelen Een vlakke laadvloer maken ACHTERBANK WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de stoelen en de rugleuningen goed vastzitten en volledig zijn vergrendeld. Wanneer u de rugleuningen neerklapt, let er dan op dat uw vingers niet tussen de rugleuning en het stoelframe komen. Zorg er bij het omhoog klappen van de rugleuningen voor dat de gordels zichtbaar zijn voor de inzittende en...
  • Pagina 71: Verwarmde Stoelen

    Stoelen VERWARMDE STOELEN Bestuurderszijde E81584 E90906 Hoofdsteun instellen Passagierszijde WAARSCHUWING Trek de hoofdsteun omhoog wanneer de achterbank door een passagier of voor een kinderzitje wordt gebruikt. Stel de hoofdsteun zo in, dat de bovenzijde ervan gelijkligt met de bovenzijde van uw hoofd. Hoofdsteun verwijderen Druk de knoppen in en verwijder de hoofdsteun.
  • Pagina 72: Armleuning, Voor

    Stoelen ARMLEUNING, VOOR E95256...
  • Pagina 73: Gemaksfuncties

    De aansluiting van de aansteker is ook Onder de zitting van de passagiersstoel geschikt voor andere stroomverbruikers. bevindt zich een opbergvak. Gebruik voor het aansluiten van stroomverbruikers alleen de speciale stekkers uit het Ford Accessoires Programma of stekkers voor standaard SAE-aansluitpunten.
  • Pagina 74 Gemaksfuncties Kaartentassen E91010 E91011 Bestuurdersstoel Achterbank...
  • Pagina 75: Armleuning Achterbank

    Gemaksfuncties De 'activity' console verwijderen ARMLEUNING ACHTERBANK 'Activity' console De 'activity' console aanbrengen E91014 1. Trek de hendel omhoog en verwijder de 'activity' console. E91012 1. Verwijder de middelste zitting. E91015 2. Breng de zitting in het midden aan. E91013 2.
  • Pagina 76: Vloermatten

    Gemaksfuncties VLOERMATTEN WAARSCHUWING Wanneer de vloermatten worden gebruikt, zorg dan dat de vloermatten correct worden vastgemaakt met de correcte bevestigingselementen, zodat de matten geen invleod hebben op de bediening van de pedalen.
  • Pagina 77: De Motor Starten

    De motor starten N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu ALGEMENE INFORMATIE leegraakt, de contactsleutel niet te lang in deze stand staan. Algemene opmerkingen over het starten II Het contact staat aan. Alle elektrische circuits zijn ingeschakeld. Als de accu losgekoppeld is geweest kan Waarschuwings- en controlelampen de motor, nadat de accukabels weer zijn branden.
  • Pagina 78: Een Benzinemotor Starten

    De motor starten 3. Start de motor. Wanneer de motor koud is, wordt het stationaire toerental automatisch Alle modelvarianten verhoogd om de katalysator zo snel mogelijk op temperatuur te brengen. Wacht even wanneer de motor niet Hierdoor wordt de uitlaatgasemissie van binnen 15 seconden aanslaat en probeer de auto tot een absoluut minimum het nogmaals.
  • Pagina 79: Motor Uitschakelen

    De motor starten N.B.: Schakel de startmotor in tot de motor aanslaat. N.B.: U kunt de startmotor per startpoging slechts maximaal 30 seconden inschakelen. Zet het contact aan en wacht tot de controlelamp van het voorgloeisysteem uitgaat. Auto's met handgeschakelde versnellingsbak N.B.: Raak het gaspedaal niet aan.
  • Pagina 80: Brandstof En Tanken

    BRANDSTOFKWALITEIT - N.B.: We adviseren alleen brandstof van BENZINE hoge kwaliteit te gebruiken. LET OP N.B.: Het gebruik van niet door Ford goedgekeurde additieven of andere Gebruik geen gelode benzine of motorbehandelingen worden door Ford benzine met additieven die andere afgeraden.
  • Pagina 81: Katalysator

    Brandstof en tanken KATALYSATOR TANKKLEP WAARSCHUWING Laat de motor niet stationair draaien of parkeer de wagen niet op droge bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Tijdens het gebruik van de motor en na het afzetten van de motor straalt het uitlaatsysteem veel warmte uit.
  • Pagina 82: Technische Specificatie

    Brandstof en tanken Deze gegevens zijn bedoeld voor het Uw Ford dealer dient u gaarne van advies vergelijken van merken en modellen. Ze hoe u het brandstofverbruik kunt zijn niet bedoeld als weergave van het verlagen. werkelijke brandstofverbruik van uw wagen.
  • Pagina 83 Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1,6L Duratec-16V (Sigma) (74 kW/100 pk) Fase V, 9,1 (31) 5,4 (52,3) 6,7 (42,2) handgeschakelde 5- versnellingsbak 1,6L Duratec-16V (Sigma) (74 kW/100 pk) Fase IV, 10,2 (27,7) 6 (47,1)
  • Pagina 84: Handgeschakelde Versnellingsbak

    Versnellingsbak/transmissie Durashift EST HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Keuzehendelstanden Handgeschakelde 5- versnellingsbak LET OP Oefen een onnodige zijdelingse kracht uit op de schakelhendel wanneer u van de 5e naar de 4e versnelling schakelt. Hierdoor kan per ongeluk de 2e versnelling worden ingeschakeld, waardoor de versnellingsbak kan worden beschadigd.
  • Pagina 85: Automatische Transmissie - Auto's Met 4-Traps Automatische Transmissie (4F27E)

    Versnellingsbak/transmissie Wegrijden Neutraal 1. Zet de handrem los. Rijden 2. Laat het rempedaal opkomen en druk 2e versnelling het gaspedaal in. 1e versnelling Stoppen WAARSCHUWING 1. Laat het gaspedaal opkomen en druk Druk het rempedaal in voordat u de het rempedaal in. keuzehendel verplaatst;...
  • Pagina 86 Versnellingsbak/transmissie Achteruit Kickdown Druk om voor optimale prestaties de op WAARSCHUWING één na hoogste versnelling in te schakelen Schakel de achteruit alleen in het gaspedaal volledig in terwijl het wanneer de auto stilstaat en de keuzehendel in de rijstand staat. Laat het motor stationair draait.
  • Pagina 87 Versnellingsbak/transmissie Voorziening voor het ontgrendelen van de keuzehendel Gebruik de hefboom om bij een elektrische storing of bij een lege accu de keuzehendel uit de parkeerstand te zetten. E83166 1. Verwijder het paneeltje. 2. Steek een dun schroevendraaiertje in de opening. 3.
  • Pagina 88: Remmen

    Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Handrem aantrekken Natte remschijven hebben een lagere wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten van een wasstraat het rempedaal even voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen. WAARSCHUWING E66567 ABS is niet bedoeld om de WAARSCHUWING bestuurder te ontheffen van zijn Controleer of de handrem is...
  • Pagina 89: Stabiliteitsregeling

    Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch Stabiliteits accelereren beginnen door te spinnen. Programma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
  • Pagina 90: Gebruik Maken Van Stabiliteitsregeling

    Stabiliteitsregeling GEBRUIK MAKEN VAN STABILITEITSREGELING E94885 Druk de schakelaar in en houd deze één seconde ingedrukt. Het lampje in de schakelaar gaat branden. Druk de schakelaar opnieuw in om het systeem in te schakelen. Telkens wanneer u het contact aan zet wordt het systeem automatisch ingeschakeld.
  • Pagina 91: Parkeerhulp

    Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs WERKING en sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een Ondanks de parkeerhulp bent u signaal registreert dat op dezelfde verplicht voorzichtig en aandachtig frequentie wordt uitgezonden als de te rijden.
  • Pagina 92 Parkeerhulp Manoeuvreren met de parkeerhulp E72902 N.B.: Wanneer een hoge, harde waarschuwingstoon drie seconden lang klinkt en het lampje in de schakelaar knippert, duidt dit op een storing. Het systeem wordt uitgeschakeld. Laat het systeem door goed opgeleide monteurs controleren. U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ongeveer 150 cm bedraagt,...
  • Pagina 93: Transport

    Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de E72512 bagageruimte of de laadruimte. Rijd niet met geopende achterklep DAKREKKEN EN of achterdeur.
  • Pagina 94 Transport • voordat u vertrekt • na 50 kilometer (30 mijl) te hebben gereden • met intervallen van 1.000 kilometer (600 mijl).
  • Pagina 95: Aanhangers Trekken

    Aanhangers trekken In bergachtige streken moet vanaf TREKKEN VAN EEN hoogten van 1.000 meter het maximum AANHANGER toelaatbaar gewicht voor iedere 1.000 meter met 10% worden verlaagd. WAARSCHUWINGEN Steile hellingen Rijd niet harder dan 100 km/h (62 mph). WAARSCHUWING De bandenspanningen achter Houd er rekening mee dat de moeten worden vermeerderd met oplooprem van een aanhanger niet...
  • Pagina 96 Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen Een 13 pins stekkerdoos en het bevestigingspunt voor de trekhaakkogel bevinden zich onder de achterbumper. Draai de stekkerdoos 90 graden naar beneden tot hij in zijn eindstand wordt vergrendeld. Wanneer de trekhaak niet wordt gebruikt, berg dan de trekhaakkogel stevig vastgezet in het bagagecompartiment op.
  • Pagina 97 Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger Trekhaakkogel verwijderen E71331 WAARSCHUWING Wanneer aan één van onderstaande voorwaarden niet wordt voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat hem door een deskundige controleren. E71332 Controleer voordat u gaat rijden of de trekhaakkogel goed is vergrendeld. N.B.: Koppel de aanhanger af.
  • Pagina 98 Aanhangers trekken 1. Verwijder de trekhaakkogel. 2. Breng de dop in de opening aan. Onderhoud WAARSCHUWING Verwijder voordat u uw wagen met een hogedrukreiniger reinigt de afneembare trekhaakkogel en sluit de opening met de dop af. Houd het systeem schoon. Smeer de lagerpunten, glij-oppervlakken en vergrendelingskogels met harsvrij vet of olie.
  • Pagina 99: Tips Voor Het Rijden

    Tips voor het rijden ALGEMENE PUNTEN BIJ VOORZORGSMAATREGELEN HET RIJDEN VOOR KOUDE WEERSOMSTANDIGHEDEN Uitvoeringen met een dieselmotor De werking van sommige componenten en systemen kan worden beïnvloed bij Wanneer de controlelamp laag temperaturen lager dan -30 °C. brandstofniveau gaat branden, ga dan zo spoedig mogelijk tanken.
  • Pagina 100: Nooduitrusting

    Nooduitrusting EERSTEHULPSET Er is ruimte vrijgemaakt in de bagageruimte. E87654 GEVARENDRIEHOEK Er is ruimte in de reservewielkuip.
  • Pagina 101: Staat Na Een Aanrijding

    Staat na een aanrijding Rechts stuur ONDERBREKINGS- SCHAKELAAR BRANDSTOFTOEVOER Uitvoeringen met een Duratec motor Links stuur E90982 De brandstoftoevoer kan worden onderbroken als gevolg van een aanrijding of plotselinge trillingen (bijvoorbeeld wanneer u tijdens het parkeren ergens tegenaan rijdt). De schakelaar bevindt zich achter het E90981 handschoenenkastje.
  • Pagina 102 Staat na een aanrijding 3. Als u geen lekkage hebt geconstateerd, kunt u de knop op de veiligheidsschakelaar indrukken. 4. Draai de contactsleutel in de stand II. Wacht enkele seconden en draai de sleutel terug in de stand I. 5. Controleer het brandstofsysteem opnieuw op lekkage.
  • Pagina 103: Zekeringen

    Zekeringen EENZEKERINGVERVANGEN ZEKERINGLABELS WAARSCHUWINGEN Wijzig de elektrische installatie van de wagen op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes door een goed opgeleide monteur uitvoeren. Zet het contact af en schakel alle stroomverbruikers uit voordat u een zekering aanraakt of probeert te vervangen.
  • Pagina 104 Zekeringen Mistlampen Verlichting overdag Lichtschakelaar Automatische transmissie of Durashift EST Motormanagement (diesel) of Ruitenwissers katalysator Achterruitwisser Startmotor Voorruitverwarming Audio-installatie of diagnose-aansluiting Achterruitverwarming Motormanagement- of elektronische module Verwarmbare buitenspiegels Brandstofpomp Elektrisch verstelbare Extra verwarming, gloeibougies buitenspiegels en relais pomp benzine-injectiesysteem Elektrisch bedienbare ruiten Accu en laadsysteem Wordt niet gebruikt Instrumentengroep, accusaver,...
  • Pagina 105: Plaatsen Zekeringenhouders

    Zekeringen Trekhaakmodule Durashift EST Remlichten Achteruitrijlamp PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS Centrale zekeringenkast De centrale zekeringenkast bevindt zich achter het handschoenenkastje. Open het handschoenenkastje en maak het leeg. Druk de zijwanden naar binnen en laat het handschoenenkastje naar beneden kantelen.
  • Pagina 106: Bergen Van De Auto

    Bergen van de auto SLEEPPUNTEN WAARSCHUWINGEN De rem- en stuurbekrachtiging Sleepoog, voor werken niet, tenzij de motor draait. Druk het rempedaal harder in en houd rekening met langere remafstanden en een zwaarder draaiend stuurwiel. LET OP Te veel spanning op de sleepkabel kan schade toebrengen aan uw en aan de trekkende wagen.
  • Pagina 107 Bergen van de auto LET OP Zet de versnellingsbak in neutraal wanneer uw auto wordt gesleept.
  • Pagina 108: Onderhoud

    Interieurverlichting. onderhouden zal dit de betrouwbaarheid en de inruilwaarde ten goede komen. Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Controles bij het tanken Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
  • Pagina 109: De Motorkap Openen En Sluiten

    Onderhoud 2. Trek de motorkap iets omhoog en DE MOTORKAP OPENEN EN trek de veiligheidshaak naar u toe. SLUITEN De motorkap openen E90413 1. Trek aan de hendel. E78143 3. Open de motorkap en ondersteun deze met de steunstang. De motorkap sluiten N.B.: Zorg dat de motorkap goed wordt gesloten.
  • Pagina 110: Overzicht Motorruimte - 1,25 L Duratec-16V (Sigma)/1,4 L Duratec-16V (Sigma)/1,6 L Duratec-16V (Sigma)

    Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 1,25 L DURATEC-16V (SIGMA)/1,4 L DURATEC-16V (SIGMA)/1,6 L DURATEC-16V (SIGMA) E90583 Expansiereservoir : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 114). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 115). Motorolievuldop : Zie Motorolie controleren (bladzijde 113). Zekeringenkast in motorruimte.
  • Pagina 111 Onderhoud Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur links) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 115). Accu: Geen onderhoud nodig. Vloeistofreservoir voor de voor- en achterruitsproeiers: Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 116). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 113). Vloeistofreservoir stuurbekrachtiging: Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 115).
  • Pagina 112: Overzicht Motorruimte - 1,4 L Duratorq-Tdci (Dv) Diesel

    Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 1,4 L DURATORQ-TDCI (DV) DIESEL E90585 Expansiereservoir : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 114). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 115). Motorolievuldop : Zie Motorolie controleren (bladzijde 113). Zekeringenkast in motorruimte. Zie Zekeringen (bladzijde 101). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur links) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 115).
  • Pagina 113 Onderhoud Accu: Geen onderhoud nodig. Vloeistofreservoir voor de voor- en achterruitsproeiers: Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 116). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 113). Vloeistofreservoir stuurbekrachtiging: Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 115). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning.
  • Pagina 114: Overzicht Motorruimte - 1,6 L Duratorq-Tdci (Dv) Diesel

    Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 1,6 L DURATORQ-TDCI (DV) DIESEL E90586 Expansiereservoir : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 114). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 115). Motorolievuldop : Zie Motorolie controleren (bladzijde 113). Zekeringenkast in motorruimte. Zie Zekeringen (bladzijde 101).
  • Pagina 115: Motoroliecontroleren

    Onderhoud Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur links) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 115). Accu: Geen onderhoud nodig. Vloeistofreservoir ruitensproeiers voorruit en achterruit (stuur links): Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 116). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 113). Vloeistofreservoir stuurbekrachtiging: Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 115).
  • Pagina 116: Motorkoelvloeistof Controleren

    Het oliepeil mag niet boven het draaiende motor. MAX merkteken komen te staan. Verwijder de vuldop niet wanneer de motor heet is. Laat de motor Vul olie bij die voldoet aan de Ford eerst afkoelen. specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 116). Onverdunde koelvloeistof is brandbaar en kan ontbranden Breng de olievuldop aan.
  • Pagina 117: Stuurbekrachtigingsvloeistof Controleren

    Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 116). Draai de dop langzaam los. Laat de druk langzaam ontsnappen terwijl u de dop losdraait.
  • Pagina 118: Ruitensproeiervloeistof Controleren

    Ford of Motorcraft Super WSS-M6C57-A2 DOT 4 remvloeistof U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. Olie bijvullen: Wanneer geen olie verkrijgbaar is die voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C, moet u SAE 5W-30 (aanbevolen), SAE 5W-40 (behalve auto's met E85 brandstof) of SAE 10W-40 gebruiken die voldoet aan de specificatie ACEA A5/B5 (aanbevolen) of ACEA A3/B3.
  • Pagina 119 Onderhoud Inhouden Variant Inhoud in liter (gallons) Alle Stuurbekrachtiging MAX-merkteken Sproeiersysteem voor de Alle 2,5 (0,5) voorruit en de achterruit Benzine Brandstoftank 45 (9,9) Diesel Brandstoftank 43 (9,5) Smeersysteem van de 1,25 l Duratec motor - inclusief oliefilter 3,75 (0,8) (EFL500) Smeersysteem van de 1,25 l Duratec...
  • Pagina 120 Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) Smeersysteem van de 1,4 l DuraTorq-TDCi 3,8 (0,8) motor - inclusief oliefilter Smeersysteem van de 1,4 l DuraTorq-TDCi 3,4 (0,8) motor - exclusief oliefilter 1,4 l DuraTorq-TDCi Koelsysteem 5,5 (1,2) Smeersysteem van de 1,6 l DuraTorq-TDCi 3,85 (0,8) motor - inclusief oliefilter Smeersysteem van de...
  • Pagina 121: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
  • Pagina 122: Reinigen Van Binnenzijde Auto

    Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
  • Pagina 123: Accu Van De Auto

    Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten GEBRUIK VAN STARTKABELS LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. Gebruik altijd hulpstartkabels met geïsoleerde klemmen en een voldoende dikke kern. Koppel de ontladen accu niet los van de elektrische installatie van de auto. E90587 Auto met de lege accu Auto met de hulpaccu...
  • Pagina 124 Accu van de auto Uitvoeringen met een 4. Verbind de min (-) pool van auto B benzinemotor met de turbocompressor van auto A (kabel D). LET OP Motor starten Sluit de kabel niet aan op de minpool (–) van de ontladen 1.
  • Pagina 125: Velgen En Banden

    Gebruik uitsluitend banden en velgen Na het overleggen van het certificaat met met de goedgekeurde maat. Het het referentienummer kunt u bij uw Ford gebruik van andere maten kan dealer een vervangings dopsleutel en beschadiging van de auto tot gevolg vervangings wielslotmoeren verkrijgen.
  • Pagina 126 Velgen en banden N.B.: Auto's met een bandenreparatieset De krik, de wielmoersleutel, het zijn niet uitgerust met een boordkrik en afneembare sleepoog en de een wielmoersleutel. wieldopverwijderaar zijn aangebracht in de reservewielkuip. Het verdient aanbeveling een hydraulische garagekrik te gebruiken wanneer u bijv. Kriksteunpunten de zomerbanden door winterbanden vervangt.
  • Pagina 127 Velgen en banden Wielmoersleutel monteren Type 1 WAARSCHUWING Let erop dat uw vingers niet vast komen te zitten wanneer de verlenging van de wielmoersleutel E93184 in de originele positie wordt teruggebracht. Uitsparingen in de dorpels A duiden de kriksteunpunten aan. N.B.: Zorg dat de wielmoersleutel volledig is verlengd.
  • Pagina 128 Velgen en banden Wieldop verwijderen WAARSCHUWINGEN Schakel het contact uit en schakel Type 1 de parkeerrem in. Steek het platte einde van de Schakel de eerste versnelling of de wielmoersleutel tussen de velg en de achteruit in wanneer uw auto is wieldop en verwijder de wieldop uitgerust met een handgeschakelde voorzichtig.
  • Pagina 129 Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Laat geen run flat banden monteren als de auto hiermee oorspronkelijk niet was uitgerust. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie over de geschiktheid van banden. Let erop dat bij richting gebonden banden de pijlen in de draairichting wijzen wanneer de auto vooruit rijdt.
  • Pagina 130: Bandenreparatieset

    Velgen en banden Algemene informatie WAARSCHUWINGEN Afhankelijk van het type en de omvang van de beschadiging kunnen sommige banden slechts gedeeltelijk of soms geheel niet worden gedicht. Een te lage bandenspanning kan het weggedrag van de auto beïnvloeden, waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen.
  • Pagina 131 Velgen en banden • Houd de set buiten het bereik van • Vervang de fles met het afdichtmiddel kinderen. door een nieuwe voordat de houdbaarheidsdatum (zie de • Gebruik de set bij bovenzijde van de fles) is bereikt. omgevingstemperaturen van –30 °C tot +70 °C.
  • Pagina 132 Velgen en banden 2. Trek het label A waarop de maximaal toelaatbare snelheid van 80 km/u vermeld staat van de fles afdichtmiddel en maak het binnen het gezichtsveld van de bestuurder vast op het instrumentenpaneel. Het label mag niets belangrijks aan het oog onttrekken.
  • Pagina 133 Velgen en banden Neem de stekker F uit de aansluiting Als de band de correcte van de aansteker of het extra bandenspanning heeft, zet dan de compressorschakelaar G in stand elektrisch aansluitpunt. 0, verwijder de stekker F uit de Schroef de slang C snel van het aansluiting, draai de slang C los en bandenventiel.
  • Pagina 134: Verzorging Van Banden

    Velgen en banden VERZORGING VAN BANDEN GEBRUIK VAN WINTERBANDEN LET OP Controleer of u de velgen met de winterbanden met het correcte type wielmoeren hebt bevestigd. Indien winterbanden zijn gemonteerd, controleer dan of de bandenspanning correct is. Zie Technische E70415 specificatie (bladzijde 133).
  • Pagina 135: Technische Specificatie

    Velgen en banden Uitvoeringen met Uitvoeringen met stabiliteitsregeling (ESP) stabiliteitsregeling (ESP) kunnen een wat ongebruikelijke rijkarakteristiek vertonen, hetgeen kan worden voorkomen door het systeem uit te schakelen. Zie Gebruik maken van stabiliteitsregeling (bladzijde 88). TECHNISCHE SPECIFICATIE Aanhaalmoment wielmoeren Voorgeschreven aanhaalmoment in Nm Uitvoering (lb-ft) Alle...
  • Pagina 136: Voertuigidentificatie

    Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER (VIN) N.B.: Het ontwerp van het identificatieplaatje kan afwijken van het getoonde plaatje. N.B.: De informatie op het identificatieplaatje is afhankelijk van de vereisten per land. E87496 Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de voorstoel in de bodemplaat ingeslagen.
  • Pagina 137: Technische Specificaties

    Technische specificaties AFMETINGEN Voertuigafmetingen E91022...
  • Pagina 138 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximale lengte 4013 (158) 1950/1963 (76.8/77.3 Totale breedte inclusief buitenspiegels Totale hoogte bij EC rijklaargewicht 1512 - 1543 (59,5 - 60,7) Wielbasis 2486 (97,9) Spoorbreedte, voor 1477 - 1487 (58,1 - 58,5) Spoorbreedte, achter 1435 - 1445 (56,5 - 56,9) Uitvoeringen met elektrisch bedienbare buitenspiegels...
  • Pagina 139 Technische specificaties Afstanden trekhaak E90357 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bumper – achterzijde trekhaakkogel 133 (5,2) Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 12 (0,5)
  • Pagina 140 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart wiel – hart trekhaakkogel 869 (34,2) Hart trekhaakkogel – langsbalk 493 (19,4) Binnenzijde langsbalk 986 (38,8) Hart trekhaakkogel - hart 1e bevestigingspunt 436 (17,2) Hart trekhaakkogel - hart 2e bevestigingspunt 721 (28,4)
  • Pagina 141: Telefoon

    Telefoon Wanneer Bluetooth en Voice Control ALGEMENE INFORMATIE gedurende langere tijd bij stilstaande wagen worden gebruikt, laat dan de In dit hoofdstuk worden de functies en motor stationair draaien om te voorkomen eigenschappen van de Bluetooth mobiele dat de accu wordt ontladen. telefoon en Voice Control (spraakbesturingssysteem) beschreven.
  • Pagina 142 Telefoon Van een telefoon een actieve N.B.: De verbinding met het systeem wordt op uw telefoon weergegeven. telefoon maken Wanneer het systeem voor het eerst Telefoonboek wordt gebruikt, zijn er nog geen telefoons Na het opstarten kan het twee minuten gekoppeld met het systeem.
  • Pagina 143: Setup Bluetooth

    2. De privé modus op de Bluetooth telefoon moet zijn geactiveerd. SETUP BLUETOOTH 3. Zoek de audio-installatie op. 4. Selecteer Ford Audio. Voordat u uw telefoon kunt gebruiken 5. Het Bluetooth PIN nummer 0000 moet deze worden gekoppeld aan het moet via de toetsen op de telefoon telefoonsysteem in de wagen.
  • Pagina 144: Bedieningselementen Telefoon

    Dit bestand door eenmaal op de MODE toets te wordt een SIS bestand genoemd is via de drukken of worden beëindigd door er Ford website beschikbaar. Raadpleeg uw tweemaal op te drukken. dealer voor uitgebreide informatie. BEDIENINGSELEMENTEN TELEFOON Oproepen beëindigen of...
  • Pagina 145: Gebruik Maken Van De Telefoon - Auto'szonder Navigatiesysteem

    Telefoon Voice en beantwoorden/weigeren Alleen Mode toets toets E87664 Bij uitvoeringen zonder een VOICE toets wordt de MODE toets op de E87662 afstandsbediening gebruikt om de spraakbesturing in en uit te schakelen. Voice toets N.B.: Tijdens een oproep of een actief Beantwoorden/weigeren toets gesprek kunt u niet met de MODE toets de spraakbesturing activeren.
  • Pagina 146 Telefoon Bellen Een gesprek beëindigen Gesprekken kunnen worden beëindigd Een nummer kiezen door hetzij: U kunt toegang tot uw telefoonboekadres • op één van de volgende toetsen van krijgen met hetzij de telefoon in de de audio-unit te drukken: PHONE, telefoonhouder of via Bluetooth.
  • Pagina 147 Telefoon Een oproep ontvangen • op de toets 'beantwoorden' te drukken Een oproep beantwoorden • op de MODE toets op de afstandsbediening drukken Oproepen kunnen worden beantwoord door hetzij: • op de PHONE toets te drukken • op de PHONE toets te drukken N.B.: Hierdoor wordt het actieve gesprek beëindigd.
  • Pagina 148: Gebruik Maken Van De Telefoon - Auto's Met Travel Pilot Ex

    Telefoon 4. Rol met behulp van de zoektoetsen Er moet een actieve telefoon aanwezig door de verschillende opgeslagen zijn. telefoons om de gekoppelde Zelfs wanneer uw telefoon met het telefoons weer te geven. TravelPilot EX navigatiesysteem is 5. Druk op de MENU toets om de gekoppeld, kan deze nog op de telefoon te selecteren die de actieve gebruikelijke wijze worden gebruikt.
  • Pagina 149 Telefoon • op de OFF toets op het Een oproep weigeren navigatiesysteem te drukken Oproepen kunnen worden geweigerd • op de rechter draaiknop te drukken. door hetzij: • op de toets 'weigeren' te drukken Een nummer herhalen - telefoon in telefoonhouder •...
  • Pagina 150 Telefoon • op de reject toets te drukken • op één van de volgende toetsen op de audio-installatie te drukken: CD, AM/FM. Van actieve telefoon veranderen N.B.: Voordat telefoons kunnen worden geactiveerd moeten ze aan het systeem worden gekoppeld. 1. Druk op de PHONE toets op de audio-installatie.
  • Pagina 151: Spraaksturing

    Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando Met spraakbesturing kunt u de geeft, antwoordt het systeem telkens met audio-installatie bedienen zonder dat uw een piep wanneer het gereed is om door aandacht van de weg wordt afgeleid om te gaan.
  • Pagina 152: Spraakgestuurd Regelsysteem Gebruiken

    Spraaksturing SPRAAKGESTUURD REGELSYSTEEM GEBRUIKEN Werking van het systeem De volgorde en de inhoud van de spraaklabels zijn in de volgende lijst weergegeven. De tabel toont de volgorde van de spraaklabels van de gebruiker en de reacties van het systeem die voor iedere functie beschikbaar zijn.
  • Pagina 153 Spraaksturing "CD" "HELP" "DISC" "TRACK" a) Kan alleen worden gebruikt voor een CD-wisselaar. b) Kan als short cut worden gebruikt. Wanneer u een CD-wisselaar hebt, kunt u het nummer van de CD kiezen Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD" "CD" "DISC NUMBER PLEASE"...
  • Pagina 154 Spraaksturing Radio Overzicht Het overzicht toont de beschikbare De gesproken commando's gesproken commando's voor de ondersteunen de radiofuncties en u kunt bediening van uw radio. De volgende met Voice Control op radiostations lijsten bieden aanvullende informatie over afstemmen. het complete commandomenu. "RADIO"...
  • Pagina 155 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam> STORED" Afstemmen op naam Met deze functie kunt u op een opgeslagen radiostation afstemmen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
  • Pagina 156: Commando's Telefoon

    Spraaksturing Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
  • Pagina 157 Spraaksturing "PHONE" "DIAL NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "REDIAL" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS" a) Kan als short cut worden gebruikt. b) Alleen mogelijk bij mobiele telefoons die met Bluetooth zijn aangesloten en voorzien zijn van Voice Control en opgeslagen spraaklabels. Een telefoonboek aanleggen Naam opslaan Nieuwe spraaklabels kunnen worden...
  • Pagina 158 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NUMBER STORED" Naam wissen Opgeslagen namen kunnen ook uit het bestand worden gewist. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "DELETE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "DELETE <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "<naam> DELETED" "NO"...
  • Pagina 159 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NO" "COMMAND CANCELLED" Telefoonfuncties Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "MOBILE NAME" "<telefoonafhan- a, b "MOBILE NAME"...
  • Pagina 160 Spraaksturing Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "NAME PLEASE" "DIAL NAME" "<naam>" "DIAL <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" a) Kan als short cut worden gebruikt. Nummer herhalen Deze functie maakt het mogelijk het laatst gekozen nummer te herhalen.
  • Pagina 161: Commando'snavigatiesysteem

    Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<cijfers 1 tot en met 9, nul, hekje, sterretje>" Hoofdinstellingen Oproepen beantwoorden en weigeren Oproepen kunnen met Voice Control worden beantwoord of geweigerd. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "ACCEPT CALLS" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS"...
  • Pagina 162 Spraaksturing "CLIMATE" "DEFROSTING/DEMISTING ON" "DEFROSTING/DEMISTING OFF" "TEMPERATURE" "AUTO MODE" a) Kan als short cut worden gebruikt. Bij auto's met een Engelse taalmodule is de short cut "FAN" niet beschikbaar. Aanjager Met deze functie kunt u het aanjagertoerental instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
  • Pagina 163 Spraaksturing Temperatuur Met deze functie kunt u de temperatuur instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "TEMPERATURE PLEASE" "TEMPERATURE" "MINIMUM" "TEMPERATURE MINIMUM" "<een getal tussen 15 en 29 °C met stappen van 0,5>" of "<een getal "TEMPERATURE <getal>" tussen 59 en 84 °F>" "MAXIMUM"...
  • Pagina 164: Bijlagen

    Bijlagen ELEKTROMAGNETISCHE WAARSCHUWINGEN Radiofrequentie (RF) zenders (bijv. COMPATIBILITEIT mobiele telefoons, amateur radiozenders, enz.) mogen alleen in WAARSCHUWINGEN uw wagen worden gemonteerd, wanneer Uw auto is getest en gecertificeerd deze volledig voldoen aan de parameters volgens de wetgeving betreffende die in de onderstaande tabel zijn elektromagnetische comptabiliteit weergegeven.
  • Pagina 165: Typegoedkeuringen

    Bijlagen Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 3. 4 30 – 54 50 W 1. 2. 3 68 – 87,5 50 W 1. 2. 3 142 – 176 50 W 1. 2. 3 380 –...
  • Pagina 166 Conformiteitsverklaring kunt u vinden op: www.novero.com/declaration_of_conformity Het woord, het merk en de logo's Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG Inc. en de Ford Motor Company mag dergelijke merktekens onder licentie gebruiken. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectieve eigenaren zijn.
  • Pagina 167 Index Audiobediening........32 Mode..............33 Seek (zoekfunctie)........32 Volume............32 Zie: Klimaatregeling........60 Automatische klimaatregeling....62 Aanhangers trekken.......93 Aanjager............63 Aansteker..........71 Airconditioning in- en uitschakelen....64 Accessoires Automatisch temperatuurregelsysteem Zie: Onderdelen en accessoires....6 in- en uitschakelen........64 Accu van de auto........121 Gerecirculeerde lucht........64 Achterbank..........68 Luchtverdeling..........63 Een vlakke laadvloer maken.......68 Temperatuur instellen........63 Rugleuningen neerklappen......68 Voorruit ontdooien en ontwasemen..63...
  • Pagina 168 Index Bescherming van inzittenden....20 Werking............20 Bijlagen............162 De motorkap openen en sluiten..107 Brandstof en tanken.......78 De motorkap openen........107 Technische specificatie.......80 De motorkap sluiten........107 Brandstofkwaliteit - Benzine....78 De motor starten........75 Brandstofkwaliteit - Diesel.....78 Algemene informatie........75 Opslaan voor de lange termijn....78 Door water rijden........97 Brandstofverbruik ........79 Door water rijden..........97 Brandstofverbruik...
  • Pagina 169 Index Gloeilampen vervangen Zie: Gloeilampen vervangen.......43 Gebruik maken van de parkeerhulp...........89 Manoeuvreren met de parkeerhulp..90 Handgeschakelde versnellingsbak..82 Parkeerhulp in- en uitschakelen....89 Durashift EST..........82 Gebruik maken van de telefoon - Auto's Handgeschakelde 5-versnellingsbak..82 met Travel Pilot EX......146 Handmatige klimaatregeling....60 Een oproep beantwoorden......147 Aanjager............60 Een tweede oproep beantwoorden..147 Airconditioning in- en uitschakelen....62...
  • Pagina 170 Onderdelen en accessoires....6 Informatiedisplays..........11 Kijk voor het Ford logo op de volgende Instapverlichting..........13 onderdelen..........6 Motortoerental na het starten....10 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Overzicht instrumentenpaneel.....8 onderdelen Ford onderdelen zijn....6 Onderhoud..........106 Portieren met de afstandsbediening vergrendelen en ontgrendelen....12 Algemene informatie........106...
  • Pagina 171 Index Overzicht motorruimte - 1,25 l Duratec-16V (Sigma)/1,4 l Duratec-16V (Sigma)/1,6 l Duratec-16V Reinigen van binnenzijde auto....120 (Sigma)..........108 Instrumentenpaneelschermen, Overzicht motorruimte - 1,4 l LCD-schermen, radioschermen..120 Duratorq-TDCi (DV) diesel ....110 Veiligheidsgordels........120 Overzicht motorruimte - 1,6 l Reinigen van buitenzijde auto....119 Duratorq-TDCi (DV) diesel ....112 Achterruit reinigen........119 Overzicht van symbolen......5...
  • Pagina 172 Index Spiegels Zie: Ruiten en spiegels........49 Zie: Verwarmde ruiten en spiegels....64 Veiligheidsgordels vastmaken....22 Spraakgestuurd regelsysteem Veiligheidsmaatregelen......78 gebruiken..........150 Veiligheidsuitrusting voor kinderen..15 Werking van het systeem......150 Velgen en banden.........123 Spraaksturing.........149 Algemene informatie........123 Werking............149 Technische specificatie......133 Staat na een aanrijding......99 Ventilatie Stabiliteits controle Zie: Klimaatregeling........60 Zie: Gebruik maken van Ventilatieroosters........60...
  • Pagina 173 Index Voorruitsproeiers........35 Zitverhogers..........16 Voorruitwissers........34 Kinderzitje (groep 2)........16 Automatisch wissen........34 Zitverhoger (groep 3)........17 Wissen met intervallen........34 Voorste mistlampen.......39 Voorzorgsmaatregelen voor koude weersomstandigheden.......97 Waarschuwings- en indicatielampen........52 Controlelamp 'Vorst'........53 Controlelamp aandrijflijn......54 Controlelamp grootlicht......53 Controlelampje koplampen......53 Controlelampje mistachterlicht....54 Controlelampje mistlampen, vóór.....53 Controlelampje overdrive......54 Controlelampje voorgloeibougies.....53 Controlelamp oliedruk.........53 Controlelamp portier niet goed gesloten.............53...
  • Pagina 176 Feel the difference...

Inhoudsopgave