•
Verbind de positieve (+) aansluiting
van de accu met de positieve (+)
accupool van de accu in de andere
wagen (kabel C).
•
Sluit het ene uiteinde van de negatieve
kabel aan op het motorblok of op de
motorsteun van uw wagen. Sluit bij de
andere wagen het andere uiteinde
van deze kabel zover mogelijk van de
accu verwijderd aan op het motorblok
of een motorsteun (kabel D).
LET OP
Sluit de kabel niet aan op de
minpool (–) van de ontladen
accu.
Zorg ervoor dat de hulpstartkabels
niet met draaiende onderdelen van
de motor in aanraking kunnen
komen.
Motor starten
•
Start de motor van de andere wagen
en laat deze met een matig hoog
toerental draaien.
•
Start de motor van uw wagen.
•
Laat beide motoren minimaal drie
minuten draaien voordat de
accukabels worden losgekoppeld.
LET OP
Schakel de koplampen tijdens het
loskoppelen van de hulpstartkabels
niet in. Door de spanningspiek
kunnen de gloeilampen doorbranden.
•
Koppel de kabels in omgekeerde
volgorde los.
Accu van de auto
107