7.10.3 Voormantel monteren
1.
A
B
2.
Schroef de twee schroeven aan de linker en rechter
onderzijde van het product vast.
7.10.4 CO₂-gehalte controleren
1.
Open de meetopening op de verbrandingsgasmeetnip-
pel en monteer de meetsonde van het verbrandings-
gas-analysetoestel.
2.
Start de schoorsteenvegermodus (→ Pagina 171).
Aanwijzing
Voer de metingen alleen uit met gemon-
teerde voormantel.
3.
Let op de correcte verwarmingsbelasting.
–
Max. warmwatervermogen (standaardinstelling)
–
Instelbare verwarmingsbelasting (bij veel instal-
laties moet van de standaardinstelling worden afge-
weken)
4.
Wacht tot het product de kalibratie via S.093 heeft af-
gesloten en de status naar S.004, S.014 oder S.024
verandert.
5.
Positioneer de meetsonde van het verbrandingsgas-
analysetoestel in het midden van de kernstroom van
het verbrandingsgas.
0020282231_03 Installatie- en onderhoudshandleiding
C
D
6.
Wacht tot de meetwaarde is gestabiliseerd en noteer
de afgelezen meetwaarde.
7.
Vergelijk de afgelezen meetwaarde met de toegestane
bereiken uit de diagrammen.
Geldigheid: VC 20CS/1-7 I (N-BE)
A
14
13
12
11
10
9
8
7
6
2
4
6
8 10
12 14
A
CO₂-gehalte [vol.-%]
1
Max. CO₂-gehalte
aardgas
Geldigheid: VC 20CS/1-7 I (N-BE)
A
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
2
4
6
8 10
12 14
A
O₂-gehalte [vol.-%]
1
Max. O₂-gehalte
aardgas
Geldigheid: VC 30CS/1-7 I (N-BE)
A
14
13
12
11
10
9
8
7
6
2
4
8
12
16
A
CO₂-gehalte [vol.-%]
1
Max. CO₂-gehalte
aardgas
1
2
16
18
20 22 24 26 28 30
B
Verwarmingsbelas-
ting [kW]
2
Min. CO₂-gehalte
aardgas
1
2
16
18
20 22 24 26 28 30
B
Verwarmingsbelas-
ting [kW]
2
Min. O₂-gehalte
aardgas
1
2
20
24
28
32
36
40
B
Verwarmingsbelas-
ting [kW]
2
Min. CO₂-gehalte
aardgas
175
B
B
B