4.
Vul het onderste deel tot een vulhoogte van 10 mm
onder de condensafvoerleiding (4) met water.
5.
Plaats de vlotter opnieuw.
6.
Bevestig het onderste sifondeel aan het bovenste si-
fondeel.
7.
Wanneer het condenswatersifon met een borgring
wordt bevestigd, bevestig dan de borgring.
7.10
Gasinstellingen controleren
7.10.1 Gasinstelling af fabriek controleren
▶
Controleer de gegevens over het gastype op het type-
plaatje en vergelijk deze met het aan de installatieplaats
beschikbare gastype.
Resultaat 1:
De uitvoering van het product komt niet overeen met de
plaatselijke gasgroep.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Neem contact op met het serviceteam.
Resultaat 2:
De uitvoering van het product komt overeen met de
plaatselijke gasgroep.
▶
Controleer de gasaansluitdruk/gasstroomdruk.
(→ Pagina 174)
▶
Controleer het CO₂-gehalte. (→ Pagina 175)
7.10.2 Gasaansluitdruk/gasstroomdruk
controleren
1.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf. (→ Pagina 195)
2.
Klap de schakelkast naar onderen.
2
1
2
1
3.
Draai de controleschroef los (1).
174
–
Linkse omwentelingen: 2
4.
Sluit een manometer op de meetnippel (2) aan.
–
Werkmateriaal: U-manometer
–
Werkmateriaal: Digitale manometer
5.
Klap de schakelkast naar boven.
6.
Open de gaskraan.
7.
Neem het product in gebruik.
8.
Meet de gasaansluitdruk/gasstroomdruk ten opzichte
van de atmosferische druk.
Toegestane gasstroomdruk
België
Aardgas
–
Gasaansluitdruk: zonder behulp van P.001
–
Gasstroomdruk: met behulp van P.001
(→ Pagina 171)
Resultaat 1:
Gasaansluitdruk/gasstroomdruk in het toegestane be-
reik
▶
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf.
(→ Pagina 195)
▶
Klap de schakelkast naar onderen.
▶
Verwijder de manometer.
▶
Draai de schroef van de meetnippel vast.
▶
Open de gaskraan.
▶
Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
▶
Klap de schakelkast naar boven.
▶
Monteer de voormantel. (→ Pagina 175)
▶
Neem het product in gebruik.
Resultaat 2:
Gasaansluitdruk/gasstroomdruk niet in het toegestane
bereik
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade en
bedrijfsstoringen door verkeerde
gasaansluitdruk/gasstroomdruk!
Als de gasaansluitdruk/gasstroomdruk
buiten het toegestane bereik ligt, kan dit
tot storingen in de werking en tot schade
aan het product leiden.
▶
Voer geen instellingen aan het pro-
duct uit.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen, breng dan de
gasmaatschappij op de hoogte.
▶
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf.
(→ Pagina 195)
▶
Klap de schakelkast naar onderen.
▶
Verwijder de manometer.
▶
Draai de schroef van de meetnippel vast.
▶
Open de gaskraan.
▶
Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
▶
Klap de schakelkast naar boven.
▶
Monteer de voormantel. (→ Pagina 175)
▶
Sluit de gaskraan.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020282231_03
N
1,7 ... 3,0 kPa
(17,0
... 30,0 mbar)