Reiniging en onderhoud
Hfdst.
Uit te voeren werkzaamheden
8.5
Rubberen afdichting van bio-veiligheidssysteem
invetten
8.5
Steunpennen invetten
8.5
Accessoires controleren
8.5
Bio-veiligheidssysteem controleren
8.5
De centrifugaalkamer op schade controleren
8.5
Motoras invetten
8.5
Accessoires met beperkte gebruiksduur
8.5
Centrifugebuizen vervangen
8.2
Instructies voor reiniging en desinfectie
32 / 41
GEVAAR
Besmettingsgevaar voor de gebruiker door onvoldoende rei-
niging of het niet naleven van de reinigingsvoorschriften.
−
Neem de reinigingsvoorschriften in acht.
−
Draag bij het reinigen van het apparaat persoonlijke
beschermingsmiddelen.
−
Houd u aan de laboratoriumvoorschriften (bijv. TRBA's,
IfSG, hygiëneplan) voor de omgang met biologische
agentia.
■
Apparaat en accessoires mogen niet in een vaatwasser worden gerei-
nigd.
■
Voer alleen handmatige reiniging en vloeibare desinfectie uit.
■
De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 25 °C.
■
Om corrosie veroorzaakt door reinigings- of ontsmettingsmiddelen te
voorkomen, is het essentieel om de speciale toepassingsinstructies van
de fabrikant van het reinigings- of ontsmettingsmiddel op te volgen.
Desinfectiemiddelen:
■
Oppervlakte-desinfectiemiddelen (geen desinfectiemiddelen voor
handen of instrumenten)
■
Ethanol als enige werkzame stof.
Het kijkvenster in het deksel van het apparaat mag niet met een
mengsel van ethanol en propanol worden gedesinfecteerd.
■
Concentratie niet lager dan 30%
■
pH-waarde: 6 - 8
■
Niet corrosief
Rev.: 09 / 11.2023
X
X
X
X
X
X
34
34
34
34
X
35
X
35
35
35
AB4600nl