Softwarematige bediening
6.8
Snelstopfunctie
7
Softwarematige bediening
7.1
centrifugatieparameters
7.1.1
Relatieve centrifugaalkracht RCF
7.1.2
Centrifugeren van stoffen of mengsels van stoffen met een dichtheid hoger dan 1,2
kg/dm
3
26 / 41
[START/IMPULSE] los om de centrifugatieloop te beëin-
2.
Laat toets
digen.
De uitloop vindt plaats met de ingestelde remfase. Remniveau
wordt weergegeven.
Er klinkt een akoestisch signaal als de rotor tot stilstand is
gekomen.
„OPEN" „OPENEN" wordt weergegeven.
Personeel:
■
Getrainde gebruikers
Druk tweemaal op de toets
De uitloop met remniveau "9" (kortste uitlooptijd) wordt weerge-
geven en uitgevoerd.
Als remniveau "0" is geselecteerd, is de uitlooptijd om technische
redenen langer dan bij remniveau "9".
De relatieve centrifugaalkracht RCF is afhankelijk van toerental en centrifu-
geerradius.
De relatieve centrifugaalkracht RCF wordt gespecificeerd als een veelvoud
van de zwaartekrachtversnelling (g).
De relatieve centrifugaalkracht RCF is een eenheidsvrije numerieke waarde
en wordt gebruikt om de scheidings- en sedimentatieprestaties te verge-
lijken.
RCF = relatieve centrifugaalkracht
RPM = toerental
r = centrifugeerradius in mm = afstand van het midden van de rotatie-as tot
de bodem van de centrifugebuis.
Bij het centrifugeren op maximaal toerental mag de dichtheid van de stoffen
of stofmengsels niet hoger zijn dan 1,2 kg/dm³. Voor stoffen of mengsels
van stoffen met een hogere dichtheid moet het toerental worden verlaagd.
Het toegestane toerental kan worden berekend met de volgende formule:
Bijvoorbeeld: Maximaal toerental 4000 RPM, dichtheid 1,6 kg/dm³
Rev.: 09 / 11.2023
[STOP] .
AB4600nl