Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Transport En Bewaring; Transport; Bewaring - Hettich MIKRO 185 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MIKRO 185:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

 Bij het centrifugeren van gevaarlijke stoffen c.q. stofmengsels, die toxisch, radioactief of met pathogene micro-
organismen besmet zijn, dienen door de gebruiker geschikte maatregelen te worden getroffen.
Principieel moeten alle centrifugeervaten met speciale schroefsluitingen voor gevaarlijke substanties worden
gebruikt. Bij materialen van de risicogroep 3 en 4 moet aanvullend op de afsluitbare centrifugeervaten een bio-
veiligheidssysteem
worden
wereldgezondheidsorganisatie).
Bij een bio-veiligheidssysteem verhindert een bio-afdichting (afdichtring) het naar buiten treden van druppeltjes en
aerosolen.
Beschadigde afdichtringen mogen niet meer voor het afdichten van het bio-veiligheidssysteem worden gebruikt.
Zonder gebruik van een bio-veiligheidssysteem is een centrifuge in de zin van de norm EN / IEC 61010-2-020 niet
microbiologisch dicht.
Bij het afsluiten van een bio-veiligheidssysteem moeten de aanwijzingen in hoofdstuk "Bio-veiligheidssystemen
afsluiten" worden opgevolgd.
Leverbare bio-veiligheidssystemen, zie hoofdstuk "Anhang/Appendix, Rotoren und Zubehör/Rotors and
accessories". In geval van twijfel kunt u meer informatie opvragen bij de fabrikant.
 Het in werking zetten van de centrifuge met sterk corroderende stoffen, die de mechanische sterkte van rotoren,
festoenen en accessoires kunnen belemmeren, is niet toegestaan.
 Reparaties mogen alleen door personen worden uitgevoerd die hiertoe door de fabrikant geautoriseerd werden.
 Er mogen alleen originele reserveonderdelen en toegelaten originele accessoires van de firma Andreas Hettich
GmbH & Co. KG worden gebruikt.
 De volgende veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing:
EN / IEC 61010-1 en EN / IEC 61010-2-020 en hun nationale afwijkingen.
 De veiligheid en betrouwbaarheid van de centrifuge kan alleen gegarandeerd worden wanneer:
 de centrifuge volgens de gebruiksaanwijzing in werking gesteld wordt.
 de elektrische installatie, op de opstellingsplaats van de centrifuge, overeenkomst met de eisen van de
EN / IEC bepalingen.
 de in de respectievelijke landen voorgeschreven controles voor de veiligheid van het apparaat, bijv. in
Duitsland overeenkomstig BGV A1 en BGR 500, door een deskundige uitgevoerd worden.
7

Transport en bewaring

7.1

Transport

Vóór het transport van het apparaat moet de transportbeveiliging worden gemonteerd.
Bij het transport van het apparaat en van de accessoires moeten de volgende omgevingsomstandigheden worden
nageleefd:

Omgevingstemperatuur: –20°C tot +60°C

Relatieve luchtvochtigheid: 20% tot 80%, niet-condenserend
7.2

Bewaring

Het apparaat en de accessoires mogen alleen in gesloten en droge ruimten worden bewaard.
Bij de bewaring van het apparaat en van de accessoires moeten de volgende omgevingsomstandigheden worden
nageleefd:

Omgevingstemperatuur: –20°C tot +60°C

Relatieve luchtvochtigheid: 20% tot 80%, niet-condenserend
gebruikt
(zie
handboek
"Laboratory
Biosafety
Manual"
NL
van
de
13/134

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave