•
•
•
•
®
MOVIDRIVE
meermotorenaandrijvingen
Bij toerentalregeling: let u er op dat de encoder aan die motorreductor is aangebracht
die ten opzichte van de lastmassatraagheid de grootste speling resp. de grootste
elasticiteit bezit. Bij het voorbeeld van de vier motorreductoren op één cardanas en
de buitenliggende lasten betekent dat, dat één van de beide binnenste motoren met
de encoder uitgevoerd moet worden.
Voor meermotorenbedrijf mag de bedrijfssoort VFC & GROUP niet toegepast wor-
den ( → systeembeschrijving).
Bereken het motorvermogen P
verlangde vermogen P
aandrijving
voorbeeld bij hijswerken) en het aantal motoren n
regelreserve van 10%.
= 1.1 × P
– P
mot
aandrijving
Het vermogen P
aandrijving
gelreserve van 10% is dan het vereiste regelaarvermogen.
– P
= 1.1 × P
regelaar
aandrijving
– In het VFC-bedrijf: aanbevolen motorvermogen van de regelaar bij constante be-
lasting.
– In het CFC-bedrijf: regelaarvermogen in overeenstemming met het maximum
koppel bij dynamische belasting.
Variant 1: parallelschakeling
van de individuele motoren aan de hand van het
mot
(inclusief de noodzakelijke veiligheidstoeslag , bij-
mot
/ n
mot
van de aandrijving inclusief de veiligheidstoeslag en de re-
. Houd daarbij rekening met een
3
9