3
Ontwerp
3.1
Aandrijvingsvarianten
Er staan drie varianten ter beschikking, om met MOVIDRIVE
meermotorenaandrijving te realiseren, en wel:
1. Parallelschakeling van de motorwikkelingen.
2. Master-slave bedrijf
3. Combinatie van parallelschakeling en master-slave-bedrijf.
Welke mogelijkheid voor u in aanmerking komt, moet u aan de hand van de randvoor-
waarden vaststellen. In de volgende tabel worden de randvoorwaarden voor de diverse
mogelijkheden verklaard. Voor meermotorenaandrijving wordt als voorbeeld de toepas-
sing gekozen, waarbij vier motorreductoren gemeenschappelijk een cardanas aandrij-
ven met aan elke zijde een last.
Overzicht van de varianten
De volgende tabel laat de drie varianten en de randvoorwaarden zien voor de toepassing van:
Parallelschakeling
•
Alle motoren worden door één regelaar
aangestuurd. Er moet dus maar één
regelaar in bedrijf worden gesteld.
•
Minder installatiekosten en lagere
apparatuurprijs.
Alleen met asynchroonmotoren mogelijk.
Er mogen maximaal 6 motoren parallel
geschakeld worden.
Voldoende stijve asverbinding vereist: →
× ∆ϕ ≤ 20°.
Z
P
Mogelijke bedrijfssoorten:
•
VFC
•
VFC-n-CONTROL
•
CFC
Bedrijf zonder encoder mogelijk.
®
MOVIDRIVE
meermotorenaandrijvingen
Master-slave bedrijf
•
Steeds één motor aan één regelaar.
•
Realisatie met asynchroon- of syn-
chroonmotor mogelijk.
•
Meer dan zes motoren in master-slave
verbinding mogelijk.
•
Ook mogelijk bij asverbindingen met
meer speling of mindere stijfheid.
Asynchroon- of synchroonmotoren moge-
lijk.
Bedrijf met meer dan 6 motoren mogelijk.
Geen speciale eisen aan de stijfheid van
de asverbinding.
Mogelijke bedrijfssoorten:
•
master: CFC of SERVO
•
slave: CFC-M-CONTROL of SERVO-
M-CONTROL.
Encoder bij elke motor vereist.
Aandrijvingsvarianten
®
-applicatieregelaars een
Gecombineerd bedrijf
•
Meer dan zes motoren in elke master-
slave verbinding mogelijk.
•
De motoren worden groepsgewijs door
één regelaar aangestuurd, daardoor
minder kosten bij de inbedrijfstellling.
•
Minder installatiekosten en lagere
apparatuurprijs.
Alleen met asynchroonmotoren mogelijk.
Bedrijf met meer dan 6 motoren mogelijk,
echter max. 6 motoren per parallelschake-
ling.
Voldoende stijve asverbinding tussen de
parallel geschakelde motoren vereist: →
Z
× ∆ϕ ≤ 20°.
P
Mogelijke bedrijfssoorten:
•
master: CFC
•
slave: CFC-M-CONTROL
Encoder bij één motor per parallelschake-
ling vereist.
3
7