3
Variant 2: master-slavebedrijf
3.3
Variant 2: master-slavebedrijf
Aanwijzingen
voor het ontwerp
10
L1 / L2 / L3
E
Q
E
Q Q
*
U / V / W
U / V / W
Slave
Master
Afbeelding 4: variant 2: master-slave-bedrijf
*
SBus-, RS-485- of verbinding analoog setpoint (-10 ... +10 V)
•
Alleen met 4-polige SEW-asynchroonmotoren (DR, DT, DV, CT, CV) of SEW-syn-
chroonmotoren (CM, DS, DY) mogelijk. Bedrijf met andere SEW-asynchroonmoto-
ren of niet SEW-motoren is niet mogelijk.
•
Master-aandrijving: alleen de bedrijfssoorten CFC en SERVO zijn mogelijk.
•
Slave-aandrijvingen: alleen de bedrijfssoorten CFC&M-CONTROL en SERVO&M-
CTRL zijn mogelijk.
•
Alleen motorreductoren van hetzelfde type en met dezelfde wikkelgegevens toepas-
sen.
•
Let u er op dat die motorreductor op de master-regelaar wordt aangesloten, die ten
opzichte van de lastmassatraagheid de grootste speling resp. de grootste elasticiteit
bezit. In het voorbeeld van de vier motorreductoren op één cardanas en de beide las-
ten aan de aseinden betekent dat, dat één van de beide binnenste motoren op de
master-regelaar moet worden aangesloten.
•
Bereken het motorvermogen P
verlangde vermogen P
voorbeeld bij hijswerken) en het aantal motoren n
regelreserve van 10%.
– P
= 1.1 × P
mot
aandrijving
•
Het motorvermogen P
is dan het vereiste regelaarvermogen.
– Regelaarvermogen in overeenstemming met het maximum koppel bij dynami-
sche belasting.
•
De regelaars moeten via SBus, RS-485-interface of via een analoge ingang met el-
kaar verbonden zijn. Bij een analoge verbinding moet de master-regelaar met de 'uit-
breidingskaart type DIO11A' (analoge uitgang) uitgerust zijn.
•
Om de beste regeltechnische eigenschappen te verkrijgen hebben de SBus- of de
analoge verbinding de voorkeur boven de RS-485-verbinding.
E
Q
*
U / V / W
Slave
van de individuele motoren aan de hand van het
mot
(inclusief de noodzakelijke veiligheidstoeslag , bij-
aandrijving
/ n
mot
inclusief de veiligheidstoeslag en de regelreserve van 10%
mot
MOVIDRIVE
E
Q
*
U / V / W
Slave
03909AXX
. Houd daarbij rekening met een
mot
®
meermotorenaandrijvingen