Inhoudsopgave
Advertenties
I
5
Variant 2: master-slave-bedrijf
0 0
Parameters
Parameters
P100 Setpoint source
P101 Control signal source
P110 AI1 Scaling
alleen bij analoge verbinding
(AO1 → AI1) actief
P136 Stop-ramp t13
P137 Emergency ramp t14
P350 Change direction of rota-
tion 1
P640 Analog output AO1
alleen bij analoge verbinding
(AO1 → AI1) actief
P641 Scaling AO1
alleen bij analoge verbinding
(AO1 → AI1) actief
P642 Operating mode AO1
alleen bij analoge verbinding
(AO1 → AI1) actief
P700 Operating mode 1
P750 Slave setpoint
P750 Scaling slave setpoint
alleen bij SBus- en RS-485-ver-
binding actief
P811 RS-485 group address
P814 Sbus group address
P816 SBus Baudrate
26
•
Stel na succesvol uitgevoerde inbedrijfstelling de volgende parameters in:
Master-regelaar
bijvoorbeeld BIPOL./FIX.SETPT
bijvoorbeeld TERMINALS
-
overeenkomstig de eis
-
ACTIVE CURR.
1
-10 ... 0 ... +10 V
CFC of SERVO
•
Bij SBus-verbinding: MOMENT (SBus).
•
Bij RS-485-verbinding: MOMENT (RS-
485)
Bij analoge verbinding (AO1 → AI1):
•
MASTER-SLAVE OFF
-
Alleen bij RS-485-verbinding: op dezelfde waarde instellen.
Alleen bij SBus-verbinding: op dezelfde waarde instellen.
Alleen bij SBus-verbinding: op dezelfde waarde instellen.
Slave-regelaar
•
Bij SBus-verbinding: MASTER-SBus.
•
Bij RS-485-verbinding: MASTER-RS485
Bij analoge verbinding (AO1 → AI1): BIPOL./
•
FIX.SETPT
•
Bij SBus- en RS-485-verbinding niet actief.
Bij analoge verbinding (AO1 → AI1) bijvoor-
•
beeld TERMINALS.
•
Altijd 1 (= fabrieksinstelling) instellen. Bij
tegengestelde mechanische koppeling P350
gebruiken.
•
dezelfde waarde als de master-regelaar
•
Bij tegengestelde mechanische koppeling
verschillend ten opzichte van de master-rege-
laar instellen.
-
-
-
CFC-M-CONTROL of SERVO-M-CONTROL.
MASTER-SLAVE OFF
•
Altijd 1 (= fabrieksinstelling) instellen. Bij
tegengestelde mechanische koppeling P350
gebruiken.
®
MOVIDRIVE
meermotorenaandrijvingen
Advertenties
Inhoudsopgave
