4.2
Verbinding setpoint van het koppel
In het master-slave-bedrijf moet de master-regelaar het setpoint van het koppel aan de
slave-regelaar overdragen. Dit kan als volgt plaatsvinden:
•
•
•
SBus-verbinding
Besturings-
X11:
kop
REF1
AI11
AI12
AGND
REF2
Systeembus
weerstand
ON OFF
X12:
Systeembus
DGND
Common
SC11
Systeembus High
Systeembus Low
SC12
Afbeelding 8: Systeembus-verbinding MOVIDRIVE
Besturingskop
X10:
SC11
Systeembus High
Systeembus Low
SC12
Common
DGND
Systeembus
ON OFF
Afsluitweerstand
Afbeelding 9: Systeembus-verbinding MOVIDRIVE
®
MOVIDRIVE
meermotorenaandrijvingen
Verbinding setpoint van het koppel
®
MOVIDRIVE
MD_60A en MOVIDRIVE
optie vereist.
®
Alleen MOVIDRIVE
MD_60A: via de RS-485-interface X13:10/11, geen optie ver-
eist.
®
Alleen MOVIDRIVE
MD_60A: via een verbinding voor een analoog setpoint moet
de master-regelaar uitgerust zijn met de optie 'Uitbreidingskaart type DIO11A'.
Besturings-
kop
1
2
3
4
5
S 11
Systeembus
S 12
weerstand
Systeembus
1
Common
2
Systeembus High
Systeembus Low
3
®
MD_60A
Besturingskop
1
2
3
4
5
Systeembus High
6
Systeembus Low
7
17
Common
Systeembus
S 12
Afsluitweerstand
S 11
®
compact MCF/MCV/MCS4_A
®
compact: via systeembus (SBus), geen
Besturings-
X11:
kop
REF1
1
AI11
2
AI12
3
AGND
4
REF2
5
S 11
S 12
ON OFF
X12:
DGND
1
SC11
2
Systeembus High
Systeembus Low
SC12
3
02205BNL
Besturingskop
X10:
1
2
3
4
SC11
5
Systeembus High
6
Systeembus Low
SC12
7
DGND
17
ON OFF
S 12
S 11
02411ANL
X11:
REF1
1
AI11
2
AI12
3
AGND
4
REF2
5
S 11
Systeembus
S 12
weerstand
ON OFF
X12:
Systeembus
DGND
1
Common
SC11
2
SC12
3
X10:
1
2
3
4
SC11
5
6
SC12
7
Common
DGND
17
Systeembus
ON OFF
Afsluitweerstand
S 12
S 11
4
15