Apparaatfuncties
8
Diagnoseobjecten
Frequentiere-
solutie van het
lineaire spectrum
8.4.12 Diagnosetype
8.4.13 Wentellager
8.4.14 Onbalans
8.4.15 Overig
48
Sensor
Frequentiebereik
Normale eenheid
1,25 – 5000 Hz
Langzame eenheid
0,125 – 500 Hz
Gebruik van FFT:
Evaluatie van harmonische signalen, bijvoorbeeld onbalans, cavitatie, resonantie, uit-
lijnfouten, tandingrijping.
Gebruik van H-FFT:
Evaluatie van hoogfrequente stootvormige signalen, bijvoorbeeld wentellagerschade.
Als u het diagnosetype "Rolling bearing" (wentellager) of "Unbalance" (onbalans) selec-
teert, worden automatisch voorinstellingen voor de diagnose van wentellagers of de
detectie van onbalans gekozen. Het instellen van parameters wordt hierdoor duidelijk
eenvoudiger.
Als u "Other" (Overige) selecteert, kunt u andere machinefouten definiëren die kunnen
worden beschreven door de toewijzingen van symptomatische frequenties/factoren.
De parametrering "Rolling bearing" (wentellager) bepaalt de wentellagerstatus op basis
van de amplituden bij de overrolfrequenties van:
•
binnenring
•
buitenring
•
wentellichaam
U kunt de wentellagerdatabank gebruiken of eigen lagergegevens invoeren.
De parametrering "Unbalance" (onbalans) bepaalt de machinestatus door de amplitude
bij de draaifrequentie.
Met het schadetype "Other" (overige) kunnen willekeurige machineschades worden
geparametreerd door de schadefrequenties (factoren) per diagnoseobject aan te geven.
Frequentieresolutie
1,25 Hz
0,125 Hz
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A