PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
LET OP:
Zet de schroef niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
6
DCA11190
Vervangen van gloeilamp
voor remlicht/achterlicht of
van gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer.
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Schroef
2. Lamplens van het remlicht/achterlicht
3. Gloeilamp
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
DAUS1130
4. Monteer de lamplens door de
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
3
2
1
1. Schroef
2. Lamplens van de richtingaanwijzer
3. Gloeilamp lens van de richtingaanwijzer
4. Gloeilamp
1. Verwijder de lamplens van het
2. Verwijder de lamplens van de lin-
3. Verwijder de gloeilamp lens van
6-31
schroef aan te brengen.
4
3
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
ker of rechter richtingaanwijzer
door deze naar achteren te trek-
ken.
de linker of rechter richtingaan-
wijzer door de schroef los te dra-
aien.
2
1