PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
NR
ITEM
21 * Olie-aanzuigzeef
22 * Koelsysteem
23
Versnellingsbakolie
24 * V-snaar
Voor- en
25 *
achterremschakelaar
Bewegende delen
26
en kabels
6
Gaskabelhuis en
27 *
gaskabel
Uitlaatdempers en
28 *
uitlaatpijpen
Lampen, richtingaan-
29 *
wijzers en schakelaars
OPMERKING:
G
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
G
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Ververs de remvloeistof elke twee jaar.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
• Reinigen.
• Controleer het koelvloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
• Verversen.
• Controleer de machine op olielekkage.
• Eerste 500 km
• Verversen.
• Vervangen.
• Controleer de werking.
• Smeren.
• Controleer de werking en speling.
• Stel indien nodig de speling af.
• Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.
• Controleer of de schroefklemmen goed vastzitten.
• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
1
√
√
√
√
√
6-5
KILOMETERSTAND
(x 1000 Km)
6
12
18
24
√
√
√
√
√
√
Elke 3 jaar
√
√
√
Elke 10000 km
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE
√
√
√
√
√
√
DAUM2070