8.2.5
Oliekwaliteit controleren
U ziet op het oog tekenen van beïnvloeding van de olie. De nog ongebruikte olie is visueel
helder, heeft een typische geur en een voor het product specifieke kleur. Vertroebelingen of
een vlokkig uiterlijk doen water en / of verontreinigingen vermoeden. Een donkere tot zwarte
verkleuring wijst op de vorming van residuen, sterke thermische afbraak of verontreiniging.
Let op de symbolen in de afbeeldingen van Inbouwposities (Pagina 95).
Ontluchting
Procedure
1. Laat de transmissiemotor kort lopen. Slijtdeeltjes en verontreinigingen zweven kort na het
uitschakelen nog in de olie.
2. Schakel het aandrijfaggregaat spanningsloos.
3. Draai het sluitelement op de met de hierboven vermelde symbolen gemarkeerde plaats
los.
4. Verwijder wat olie, bijv. met een zuigpomp en een flexibele slang.
5. Controleer de toestand van de afdichtring op het sluitelement. Vervang indien nodig de
afdichtring.
6. Sluit de transmissie met het afsluitelelement af.
7. Controleer de olie op opvallende verschijnselen. Wanneer u iets opvallends vaststelt,
moet de olie direct worden ververst, zie Oliestand vervangen (Pagina 72).
U hebt de toestand van de olie gecontroleerd.
BA 2030
Bedieningshandleiding, 06/2018, A5E37450085A/RS-AG
8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen
Oliepeil
Service en onderhoud
71