Samenvatting van Inhoud voor Siemens simogear BA 2030
Pagina 3
Algemene info en BA 2030 veiligheidsinfo ___________________ Technische beschrijving Goederenontvangst, ___________________ transport en opslag SIMOGEAR ___________________ Monteren Transmissie ___________________ BA 2030 Inbedrijfstelling ___________________ Bedrijf Bedieningshandleiding Storingen, oorzaken en verhelpen ___________________ Service en onderhoud ___________________ Afvalverwijdering ___________________ Technische gegevens ___________________ Reserveonderdelen Verklaring van de fabrikant, ___________ Verklaring van...
De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Pagina 6
Inhoudsopgave Beschermkap demonteren en monteren ..................35 Opsteektransmissie monteren en demonteren .................36 4.9.1 Algemene informatie voor de montage van de opsteektransmissie ..........36 4.9.2 Holle as met inlegspie ......................37 4.9.2.1 Holle as met inlegspie monteren ....................37 4.9.2.2 Holle as met inlegspie demonteren ..................38 4.9.3 Holle as met krimpring ......................40 4.9.3.1...
Opmerkingen en maatregelen die in het bijzonder gelden voor transmissies in ATEX-uitvoering. Opmerking Siemens AG is niet aansprakelijk voor schade of storingen als gevolg van het niet in acht nemen van informatie in deze bedieningshandleiding. Deze bedieningshandleiding maakt deel uit van de levering van de transmissie. Bewaar deze bedieningshandleiding binnen handbereik in de buurt van de transmissie.
SIMOGEAR transmissies Auteursrecht Siemens AG behoudt het auteursrecht van deze bedieningshandleiding. De bedieningshandleiding mag zonder toestemming van Siemens AG noch volledig, noch gedeeltelijk voor doeleinden van de concurrentie onbevoegd worden gebruikt of ter beschikking van derden worden gesteld. BA 2030...
Algemene info en veiligheidsinfo 1.3 Reglementair gebruik Reglementair gebruik Transmissies in ATEX-uitvoering De ATEX-transmissie voldoet aan de vereisten van de richtlijn 94/9/EG inzake de bescherming tegen explosies. Neem bij de transmissie in ATEX-uitvoering de met dit symbool gemarkeerde informatie in acht. De in deze bedieningshandleiding behandelde SIMOGEAR-transmissies zijn voor stationair gebruik in de algemene machinebouw ontwikkeld.
Pagina 12
Vervang onbruikbaar geworden schroeven door nieuwe met dezelfde sterkteklasse en in dezelfde uitvoering. Siemens AG is uitsluitend aansprakelijk voor originele reserveonderdelen. De fabrikant die de transmissiemotoren in een installatie inbouwt, moet de voorschriften in de bedieningshandleiding in zijn eigen bedieningshandleiding opnemen.
Algemene info en veiligheidsinfo 1.5 Speciale gevarentypes Speciale gevarentypes WAARSCHUWING Extreme oppervlaktetemperaturen Bij hete oppervlakken van meer dan +55 °C bestaat gevaar voor brandwonden. Bij koude oppervlakken onder 0 °C bestaat het gevaar van schade door koude. Transmissies en transmissiemotoren niet onbeschermd aanraken. WAARSCHUWING Hete uittredende olie Vóór alle werkzaamheden wachten, tot de olie tot onder +30 °C is afgekoeld.
Pagina 14
Algemene info en veiligheidsinfo 1.5 Speciale gevarentypes BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Technische beschrijving Algemene technische beschrijving De transmissies worden met twee en drie reductietrappen geleverd. De transmissie is voor verschillende inbouwposities geschikt. Controleer het juiste oliepeil. Transmissiebehuizing De transmissiebehuizingen met de bouwgrootten 19 en 29 zijn van spuitgegoten aluminium. De transmissiebehuizingen met de bouwgrootten 39 en 49 zijn, afhankelijk van het type transmissie, van spuitgegoten aluminium of gietijzer.
Technische beschrijving 2.2 Asafdichtingen Asafdichtingen De asafdichtingen aan aandrijfzijde voorkomen dat er bij de asdoorvoer smeermiddel uit de behuizing kan uittreden en verontreinigingen in de behuizing kunnen binnendringen. Een optimaal gebruik van afdichtingen is afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en het toegepaste smeermiddel.
Technische beschrijving 2.4 Kenplaatje Kenplaatje Het kenplaatje van de transmissie of van de transmissiemotor bestaat uit gecoate aluminiumfolie. Het kenplaatje is voorzien van een speciale afdekfolie. Deze folie zorgt voor een duurzame bestandheid tegen UV-straling en verschillende media zoals olie, vet, zout water en schoonmaakmiddelen.
Technische beschrijving 2.5 Oppervlaktebehandeling LET OP Falen van de buitenste bescherming Wanneer de verflaag beschadigd wordt, ontstaat er corrosie aan de transmissiemotor. Verflaag niet beschadigen. Opmerking Deze gegevens met betrekking tot de overlakbaarheid zijn geen garantie voor de kwaliteit van het door uw leverancier geleverde verf. Voor de kwaliteit en compatibiliteit is uitsluitend de fabrikant van de lak verantwoordelijk.
Pagina 19
Technische beschrijving 2.5 Oppervlaktebehandeling Laksysteem Beschrijving Corrosiviteitscategorie C2 voor geringe milieubelasting 2-componenten-polyurethaan grondlaag, Binnenste en buitenste opstelling • 2-componenten-polyurethaan deklaag Onverwarmde gebouwen met condensatie, • productieruimten met geringe vochtigheid, bijv. opslag- en sporthallen Atmosferen met een geringe verontreiniging, • meestal landelijke bereiken Bestendigheid tegen vetten, minerale oliën en •...
Pagina 20
Technische beschrijving 2.5 Oppervlaktebehandeling Laksysteem Beschrijving Corrosiviteitscategorie C5 voor zeer hoge milieubelasting 2-componenten-epoxide-zinkfosfaat grondlaag Binnenste en buitenste opstelling • 2-componenten-epoxide-ijzerglans tussenlaag, Gebouwen en gebieden met nagenoeg • 2-componenten-polyurethaan deklaag voortdurende condensatie en met sterke verontreiniging, bijv. moutfabrieken en aseptische gebieden Industriële domeinen met hoge vochtigheid en •...
Technische beschrijving 2.5 Oppervlaktebehandeling 2.5.3 Gegronde uitvoering Tabel 2- 3 Grondverf volgens corrosiviteitscategorieën Laksysteem Overlakbaar met Ongelakt (corrosiviteitscategorie C1) Gietijzer, met dompeling van grondlaag voorzien, Kunststoflak, kunstharslak, olieverf • staaldelen in grondverf of verzinkt, 2-componenten-polyurethaan verflaag • aluminiumdelen en kunststofdelen onbehandeld 2-componenten-epoxide verflaag •...
Pagina 22
Technische beschrijving 2.5 Oppervlaktebehandeling Lakbeschermfolie lostrekken De verf moet vóór het aftrekken van de lakbeschermfolie uitgehard zijn (minimaal "pikdroog"). ① Firmalogo ② Afdekfolie ③ Kenplaatje ④ Lakbeschermfolie ⑤ Aftreklipje Beeld 2-1 Kenplaatje met lakbeschermfolie Procedure ⑤ 1. Til het aftreklipje ④...
Meld de transportschade onmiddellijk bij de transportonderneming, aangezien anders geen kosteloos verhelpen van schade mogelijk is. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens AG geen aansprakelijkheid. De transmissie of de transmissiemotor wordt in gemonteerde toestand geleverd. Extra uitrustingen worden eventueel apart verpakt geleverd.
Goederenontvangst, transport en opslag 3.2 Transport Afhankelijk van de transportweg en grootte wordt de transmissie of de transmissiemotor anders verpakt. Bij zeevracht voldoet de verpakking, tenzij contractueel anders overeengekomen, aan de verpakkingsrichtlijnen van de HPE (Bundesverband Holzpackmittel Paletten Exportverpackungen e.V.). Let op de op de verpakking aangebrachte symbolen.
Goederenontvangst, transport en opslag 3.3 Opslag Tabel 3- 1 Maximale belasting van de oogbout op de transmissie Schroefdraad Schroefdraad maat maat [kg] [mm] [kg] [mm] 1 200 1 800 3 200 De oogbout voldoet aan DIN 580. Opslag 3.3.1 Algemene informatie voor de opslag WAARSCHUWING Gevaar voor zwaar lichamelijk letsel als gevolg van vallende voorwerpen Gevaar voor beschadiging van de transmissie bij het stapelen...
Goederenontvangst, transport en opslag 3.3 Opslag 3.3.2 Opslag tot 36 maanden met conservering voor lange tijd (optioneel) 3.3.2.1 Algemene aanwijzingen voor een opslag tot 36 maanden De transmissie of de transmissiemotor in droge, stofvrije en ruimten zonder grote temperatuurschommelingen bewaren. Een speciale verpakking is dan niet noodzakelijk. Indien dergelijke opslagruimte niet aanwezig is, moet de transmissie of transmissiemotor in kunststoffolie of luchtdicht gelaste folie en stoffen verpakt zijn.
Monteren Uitpakken LET OP Transportschade heeft negatieve invloed op de functionaliteit van de transmissie Neem geen beschadigde transmissies of transmissiemotoren in gebruik. Controleer de transmissie of de transmissiemotor op volledigheid en schade. Meld ontbrekende delen of beschadigingen onmiddellijk. Verwijder het verpakkingsmateriaal en transportvoorzieningen volgens de voorschriften. Algemene informatie voor de montage Transmissies in ATEX-uitvoering Beïnvloeding van lagers door zwervende elektrische stromen van elektrische...
Pagina 28
Monteren 4.2 Algemene informatie voor de montage LET OP Oververhitting van de transmissie door sterk zonlicht Overeenkomstige beschermvoorzieningen zoals afdekking of afdek voorzien. Warmtestuwing vermijden. LET OP Functionele storing door vreemde voorwerpen De exploitant moet ervoor zorgen dat er geen vreemde voorwerpen zijn die de werking van de transmissie beïnvloeden.
Monteren 4.3 Schroefdraadmaten en aanhaalmomenten voor bevestigingsschroeven Schroefdraadmaten en aanhaalmomenten voor bevestigingsschroeven De algemene tolerantie voor het aantrekmoment in NM bedraagt 10%. Het aanhaalmoment is bepaald met een wrijvingswaarde van μ = 0,14. Tabel 4- 1 Aanhaalmoment voor bevestigingsbout Schroefdraadmaat Aanhaalmoment voor sterkteklasse 10.9 12.9...
Monteren 4.4 Transmissies met voetbevestiging Transmissies met voetbevestiging LET OP Ontoelaatbare belastingen van de behuizing bij oneffenheden De transmissie mag bij het aantrekken van de bevestigingsschroeven niet worden gespannen. De fundering moet vlak en schoon zijn. De vlakheidsafwijking van het transmissie-oplegpunt mag de volgende waarden niet overschrijden: bij transmissie tot bouwgrootte 89: 0,1 mm bij transmissie vanaf bouwgrootte 109: 0,2 mm...
Monteren 4.5 Transmissie met flensbevestiging Transmissie met flensbevestiging Opmerking Siemens AG adviseert om ter verhoging van de wrijvingskracht tussen de flens en het bevestigingsvlak gebruik te maken van een anaerobe lijm. Tabel 4- 3 Schroefdraadmaten van de bevestigingsschroef Schroefdraa Flens...
Monteren 4.6 Transmissies in voet- / flensuitvoering Tabel 4- 5 Sterkteklasse van de bevestigingsschroef / moer bij DZ/ZZ en DF/ZF Transmissiebouwgrootte Flens Sterkteklasse 29, 39 A120 10.9 A140 10.9 A160 A200 A250 A300 109, 129 A350 A450 1) maak gebruik van een passende ring onder de kop van de schroef / moer Transmissies in voet- / flensuitvoering LET OP Niet toegestane belasting van de behuizing door verkeerd gemonteerde...
Monteren 4.7 Monteer de ingaande of uitgaande elementen Monteer de ingaande of uitgaande elementen WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door hete delen Transmissies niet onbeschermd aanraken. LET OP Beschadiging van de asafdichtingsringen door oplosmiddelen De asafdichtingsringen mogen niet in contact komen met oplosmiddelen of wasbenzine. LET OP Beschadiging van de asafdichtingsringen door verhitting Asafdichtingsringen met hitteschilden beschermen tegen verhitting boven 100 °C door...
Pagina 34
Monteren 4.7 Monteer de ingaande of uitgaande elementen Monteer de ingaande en uitgaande elementen met een opspaninrichting. Beeld 4-1 Voorbeeld van een opspaninrichting Let op de juiste montageopstelling, zodat de as- en lagerbelasting door de dwarskrachten zo klein mogelijk wordt gehouden. Juist Fout Naaf...
Monteren 4.8 Beschermkap demonteren en monteren Beschermkap demonteren en monteren Transmissies in ATEX-uitvoering Door beschadigde beschermkap kunnen vonken ontstaan. Beschadigde beschermkap onmiddellijk vervangen. ① Borg de schroeven met lijm (middelzwaar, bijv. Loctite 243). De beschermkap van de holle as wordt gereed gemonteerd op de transmissieflens geleverd. Demonteer de beschermkap voor de montage van de aandrijfas.
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.1 Algemene informatie voor de montage van de opsteektransmissie LET OP Beschadiging van de asafdichtingsringen door oplosmiddelen De asafdichtingsringen mogen niet in contact komen met oplosmiddelen of wasbenzine. LET OP Spanning op de holle as kan storingen aan de lagers veroorzaken Wanneer de holle as getordeerd en gespannen wordt, neemt de belasting toe.
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.2 Holle as met inlegspie 4.9.2.1 Holle as met inlegspie monteren Wordt niet meegeleverd ① ⑤ Machine-as Ring ② ⑥ Holle as Borgring ③ ⑦ Zeskantmoer Inlegspie ④ ⑧ Draadstang Montagepasta Beeld 4-4 Holle as met inlegspie monteren In plaats van de ingetekende moer en draadstang kan ook een hydraulisch hefapparaat worden gebruikt.
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.2.2 Holle as met inlegspie demonteren WAARSCHUWING Ontoereikend bevestigde transmissies of transmissiemotoren kunnen losraken Bevestig vóór het uitdrijven van de machine-as hijsgereedschap, dat groot genoeg is, op de transmissie. Zet het hijsgereedschap onder een geringe voorspanning, zodat de transmissie bij het loskomen van de insteekas niet in het hijsgereedschap valt.
Pagina 39
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren Voorstel voor de vormgeving voor draadstukken en ringen Transmis Bouwgroo Holle as ∅ b10 [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] 19,9 22,5 B, C 19,9 22,5 B, F 24,9 24,9 B, K, F, C 29,9 34,9 39,9...
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.3 Holle as met krimpring 4.9.3.1 Holle as en krimpring monteren Ingevet Absoluut vetvrij Wordt niet meegeleverd ① Machine-as ② Holle as ③ Zeskantmoer ④ Draadstang ⑤ Ring ⑧ Bronzen bus Beeld 4-6 Holle as en krimpring monteren In plaats van de ingetekende moer en draadstang kan ook een hydraulisch hefapparaat worden gebruikt.
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.3.2 Krimpring monteren WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen door vrij roterende delen Afdekkap of beschermkap monteren. LET OP Smeermiddelen bij de krimping tasten de overbrenging van het draaimoment aan. Boring van de holle as en machine-as absoluut vetvrij houden. Gebruik geen verontreinigde oplosmiddelen en poetsdoeken.
Pagina 42
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren Opmerking De axiale borging van de holle as op de machine-as geschiedt door middel van een krimpringverbinding. Opmerking De zit van de krimpring op de holle as lichtjes invetten. Opmerking Om passingroest op de contactvlakken van de machine-as in de buurt van de bus te vermijden, moet u een geschikt smeermiddel aanbrengen.
Pagina 43
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren Procedure 1. Schuif de krimpring op de holle as. – 3-delige krimpring tot de aanslag bij bouwgrootten 29 - 69. – 2-delige krimpring sluitend met het uiteinde van de as bij bouwgrootten 79 - 129. ③...
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.3.3 Krimpring eraf trekken Procedure ③ 1. Draai de spanbouten met een schroefsleutel beurtelings in meerdere stappen met telkens ¼ draai los. Draai de bouten niet helemaal naar buiten. 2. Trek de krimpring van de holle as af. Bouwgrootte 79 -129: Wanneer de buitenring niet vanzelf van de binnenring loskomt, kunnen enkele spanbouten los worden gedraaid en in de naburige afdrukschroefdraden worden geplaatst.
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.4 SIMOLOC verbinding 4.9.4.1 Algemene opmerkingen over de SIMOLOC verbinding WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen door vrij roterende delen Afdekkap of beschermkap monteren. LET OP ① Smeermiddelen op de machine-as tasten de overbrenging van het draaimoment aan ⑨...
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.4.2 SIMOLOC verbinding monteren Absoluut vetvrij ① Machine-as ② Bronzen bus ③ Klemring ④ Spanbout voor de klemring ⑤ Drukring ⑥ Holle as ⑦ Draaimomentsteun BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 47
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren ⑧ Bout ⑨ Kegelbus ⑩ Spanbout voor de kegelbus ⑪ Beschermkap / afdekkap ⑫ ⑩ Draadboring voor de spanbout bij demontage Beeld 4-8 SIMOLOC verbinding monteren Procedure ⑦ 1. Monteer de draaimomentsteun aan de transmissie. zie Draaimomentsteun bij opsteektransmissies (Pagina 50).
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.5 Holle as met veelspievertanding Wordt niet meegeleverd ① Machine-as ② Holle as ③ Zeskantmoer ④ Draadstang ⑤ Ring ⑥ Borgring ⑦ Montagepasta Beeld 4-9 Holle as met veelspievertanding monteren In plaats van de ingetekende moer en draadstang kan ook een hydraulisch hefapparaat worden gebruikt.
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.6 Draaimomentsteun bij opsteektransmissies 4.9.6.1 Algemene informatie voor de draaimomentsteun De draaimomentsteun dient voor het absorberen van het reactiemoment en eventueel de gewichtsbelasting van de transmissie. Transmissies in ATEX-uitvoering Versleten of onherstelbaar beschadigde rubberelementen vervullen hun functie niet.
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.6.2 Monteer de draaimomentsteun op de platte transmissie Het is aan te bevelen om voorgespannen, dempende rubberen elementen te gebruiken. Bevestigingselementen zoals hoek, bout, moer etc. zijn niet bij de levering inbegrepen. Beeld 4-10 Montagevoorstel voor draaimomentsteunen aan F.29 - F.149 Bouwgrootte Rubberbuffer Onderlegring...
Monteren 4.9 Opsteektransmissie monteren en demonteren 4.9.6.3 Monteer de draaimomentsteun op de kegeltransmissie en wormtransmissie met rechte tandwielen LET OP Ontoelaatbare belasting door verkeerde montage De bus voor de draaimomentsteunen moet aan beide zijden gelagerd zijn. Beeld 4-11 Montagevoorstel voor draaimomentsteunen aan de voet en flens Overeenkomstig de gatenkransdeling kan de draaimomentsteun in verschillende standen worden gemonteerd.
Controleer voor de inbedrijfstelling het oliepeil. Corrigeer indien nodig het oliepeil. Neem Smeerstoffen controleren en vervangen (Pagina 63) in acht. Siemens AG adviseert om alle olie na een opslagperiode van meer dan 24 maanden te verversen: ● voor transmissie met duurzame conservering, ●...
Inbedrijfstelling 5.3 Olie-expansievat monteren Olie-expansievat monteren Afhankelijk van het vermogen, het aandrijftoerental, inbouwpositie en overbrenging kan een olie-expansievat worden gebruikt. Dit dient om de door de temperatuurschommelingen tijdens bedrijf ontstane veranderingen van het olievolume te compenseren. Het olie-expansievat wordt als montageset geleverd en kan verticaal of onder een hoek op de transmissiemotor worden gemonteerd.
Bedrijf Transmissies in ATEX-uitvoering De temperatuur van het huis mag een verschilwaarde van 70 °K ten opzichte van de omgevingstemperatuur van max. +40 °C niet overschrijden. Meet de temperatuur op het diepste punt van het huis (oliecarter) en / of op het montagevlak bij uitgaande groepen met een geschikte temperatuursensor.
Pagina 56
Bedrijf BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Storingen, oorzaken en verhelpen Opmerking Tijdens de garantieperiode optredende storingen waarvoor een reparatie van de transmissie noodzakelijk is, mogen alleen door de Technical Support worden verholpen. Wanneer er na afloop van de garantieperiode storingen optreden waarvan de oorzaak niet eenduidig kan worden vastgesteld, wordt geadviseerd om contact op te nemen met de afdeling Technical Support.
Pagina 58
Storingen, oorzaken en verhelpen Storingen Oorzaken Verhelpen Ongebruikelijk geluid in Lager van de aandrijfeenheid niet Lager smeren, raadpleeg de de aandrijfeenheid. gesmeerd bedieningshandleiding BA 2039. (vanaf motorbouwgrootte 160). Lagerspeling vergroot en / of lager Lager controleren, indien nodig defect. vervangen. Bevestigingsbouten los.
Pagina 59
Storingen, oorzaken en verhelpen Storingen Oorzaken Verhelpen Olielekkage bij de Onjuist oliepeil voor toegepaste Positie ontluchting en inbouwpositie ontluchting van de inbouwpositie en/of (Pagina 87) controleren. Oliepeil transmissie. ontluchtingspositie niet correct. controleren, zie Smeerstoffen controleren en vervangen (Pagina 63). Vaak koud starten waarbij de olie Contact opnemen met Technical opschuimt.
Pagina 60
Storingen, oorzaken en verhelpen Storingen Oorzaken Verhelpen Transmissiemotor start Onjuist oliepeil voor toegepaste Controle van de inbouwpositie niet of moeilijk. inbouwpositie. Inbouwposities (Pagina 87). Oliepeil controleren, zie Smeerstoffen controleren en vervangen (Pagina 63). Verkeerde olie gevuld (bv. Oliekwaliteit controleren. verkeerde viscositeit). Te hoge externe belasting op Belasting vergelijken met de ingaande en uitgaande kant.
LET OP Verkeerd uitgevoerd onderhoud Onderhoud en reparatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerd en geschoold personeel. Er mogen uitsluitend originele onderdelen van Siemens AG worden gemonteerd. Inspectie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geschoold personeel. Neem de algemene aanwijzingen en veiligheidsaanwijzingen (Pagina 9) in acht.
Pagina 62
Service en onderhoud 8.1 Algemene onderhoudswerkzaamheden Maatregel Tijdsinterval Beschrijving van de werkzaamheden Oliepeilsensor controleren. Regelmatig en na het verversen Oliepeilsensor controleren van de olie. (optioneel) (Pagina 77) Oliekwaliteit controleren. Elke 6 maanden. Oliekwaliteit controleren (Pagina 66) Eerste keer olie verversen na Na ca.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.1 Algemene veiligheidsinfo WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden door hete, lekkende olie Vóór alle werkzaamheden wachten, tot de olie tot onder +30 °C is afgekoeld. WAARSCHUWING Gevaar voor uitglijden op olie Eventueel gemorste olie onmiddellijk met het oog op het milieu met oliebindmiddel verwijderen.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.2 Oliepeil controleren LET OP Het volume van transmissieolie verandert met de temperatuur Bij stijgende temperatuur wordt het volume groter. Dat kan bij grote temperatuurverschillen en grote hoeveelheden enkele liters verschil uitmaken. Het oliepeil ca.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 5. Controleer de toestand van de afdichtring op het sluitelement. Vervang de afdichtring op het sluitelement wanneer deze beschadigd of versleten is. 6. Sluit de transmissie direct na het controleren van het oliepeil met het sluitelement af. U hebt het oliepeil in het transmissiehuis gecontroleerd.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.4 Oliekwaliteit controleren U ziet op het oog tekenen van beïnvloeding van de olie. De nog ongebruikte olie is visueel helder, heeft een typische geur en een voor het product specifieke kleur. Vertroebelingen of een vlokkig uiterlijk doen water en / of verontreinigingen vermoeden.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.5 Oliestand vervangen 8.2.5.1 Algemene veiligheidsinstructies voor de olieverversing LET OP Ontoelaatbaar mengen van olie kan tot schade leiden Ontoelaatbaar mengen van olie leidt tot: • Vertroebeling • Afzetting • Schuimvorming • Verandering van de viscositeit of verminderde bescherming tegen corrosie •...
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.5.2 Olie aftappen Let op de symbolen in de afbeeldingen van Inbouwposities (Pagina 87). Ontluchting Oliepeil Olieafvoer Procedure 1. Schakel het aandrijfaggregaat spanningsloos. 2. Draai de ontluchtingsschroef eruit. 3. Plaats een geschikte opvangbak die groot genoeg is, onder de olieaftapschroef. 4.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.5.3 Transmissie spoelen bij olievervanging met onderling oncompatibele oliën WAARSCHUWING Ontoelaatbaar mengen van olie kan tot schade leiden Restanten van de oorspronkelijke olie tasten de specifieke eigenschappen van de nieuwe olie aan. Bij biologisch afbreekbare en fysiologisch ongevaarlijke oliën is een spoelproces noodzakelijk.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 7. Sluit de transmissie direct na de spoelprocedure met de afsluitelelementen af. 8. Herhaal deze stappen voor de tweede spoeling. U hebt de transmissie twee keer gespoeld en kunt de nieuwe olie in de transmissie vullen. 8.2.5.4 Olie bijvullen LET OP...
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.6 Olie bijvullen Wanneer de inbouwpositie van de transmissie wordt gewijzigd of olie verloren gaat als gevolg van lekkage, moet het oliepeil worden gecontroleerd. Bij olielekkage moet u de plaats van de lek opsporen en het lek dichten. Corrigeer het oliepeil eventueel en controleer het dan nogmaals.
Een temperatuurverhoging met 10 °K zorgt voor ongeveer een halvering van de gebruiksduur zoals weergegeven in de grafiek "Richtwaarden voor olieverversingsinterval". Bij een temperatuur van +80 °C van de oliecarter wordt de volgende gebruiksduur met inachtneming van de door Siemens AG geëiste eigenschappen verwacht: Tabel 8- 4 Gebruiksduur van de oliën...
Pagina 73
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen ① Minerale olie ② Synthetische olie Permanente temperatuur van het oliebad [ °C] Olieverversingsinterval in bedrijfsuren [h] Beeld 8-3 Richtwaarden voor olieverversingsinterval Inzetduur bij walslagervetten De walslagers en de vrije ruimte ervoor zijn voldoende met vet gevuld. Bij de toegelaten bedrijfsomstandigheden en omgevingstemperaturen is nasmeren niet noodzakelijk.
Service en onderhoud 8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen 8.2.9 Aanbevolen smeermiddel GEVAAR Gebruikelijke smeermiddelen hebben beperkte goedkeuring Deze zijn niet of slechts beperkt goedgekeurd voor de levensmiddelenindustrie of farmaceutische industrie. Maak bij toepassingen in de levensmiddelenindustrie of farmaceutische industrie gebruik van smeermiddelen met een USDA -H1/-H2 (United States Department of Agriculture) goedkeuring.
De kwaliteit van de gebruikte olie moet voldoen aan de eisen volgens bedieningshandleiding BA 7300, anders vervalt de door de Siemens verstrekte garantie. Wij adviseren om gebruik te maken van een goedgekeurd transmissiesmeermiddel zoals vermeld in de bedieningshandleiding T 7300 (http://support.automation.siemens.com/WW/view/en/44231658).
Service en onderhoud 8.4 Transmissie op dichtheid controleren Transmissie op dichtheid controleren Opmerking Uit een ontluchtingsventiel of een labyrintafdichting kan functionele olienevel vrijkomen. Op de asafdichtingsring in geringe hoeveelheden uittredend(e) olie / vet moet in de inloopfase van 24 uur als normaal worden beschouwd. Bij grotere gelekte hoeveelheden of voor zover de lekkage ook na de inloopfase niet stopt, moet de asafdichtingsring worden vervangen om gevolgschade te voorkomen.
Service en onderhoud 8.6 Oliepeilsensor controleren (optioneel) Oliepeilsensor controleren (optioneel) Transmissies in ATEX-uitvoering De oliepeilsensor geeft uitsluitend met uitgeschakelde transmissie informatie over het oliepeil. Verlaag het olieniveau en vul het weer tot de oliepeilsensor een schakelsignaal afgeeft. Neem de separate bedieningshandleiding van de oliepeilsensor in acht. Transmissie reinigen LET OP Stoflagen leiden tot hogere temperaturen van het huis...
Service en onderhoud 8.8 Controleren of bevestigingsbouten goed vastzitten Controleren of bevestigingsbouten goed vastzitten Transmissies in ATEX-uitvoering Onderdelen die losraken, kunnen door slag vonken veroorzaken. Het binnendringen van verontreinigingen kan tot vonkvorming leiden. Opmerking Onbruikbaar geworden stelschroeven moeten door nieuwe bouten van dezelfde sterkteklasse en uitvoering worden vervangen.
Afvalverwijdering WAARSCHUWING Afvoer van afgewerkte olie Ondeskundige afvoer van afgewerkte olie is een gevaar voor het milieu en de gezondheid. De olie moet na gebruik naar een inzamelpunt voor afgewerkte olie worden gebracht. Elke bijmenging van andere stoffen, zoals oplosmiddelen, rem- en koelvloeistoffen, is verboden. Vermijd langdurig huidcontact.
Pagina 80
Afvalverwijdering BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Technische gegevens 10.1 Typebenaming Tabel 10- 1 Voorbeeld voor de opbouw van de typebenaming Hoofdtransmissie Transmissiegroep - K4 (100) Voorbeeld: Type transmissie Reductietrappen Bouwtype Bouwgrootte Transmissiegroep (voor motorgrootte) (100) Tabel 10- 2 Code typebenaming Type transmissie Transmissie met rechte tandwielen Vlakke transmissie Kegeltransmissie, tweetraps Kegeltransmissie, drietraps...
Pagina 82
Technische gegevens 10.1 Typebenaming Bouwtype Massieve as Holle as Bevestiging Voetuitvoering Voet- / flensuitvoering Flensuitvoering (A-type) Behuizingsflens (C-type) Draaimomentsteun Flens (A-type) tegenover uitgaande as Verbinding Inlegspie Krimpring Holle as met veelspievertanding SIMOLOC Bijzondere kenmerken Spelingsverlaagde uitvoering Transmissiegroep Adapter met elastische koppeling voor de aansluiting van een IEC-motor Adapter met elastische koppeling voor de aansluiting van een NEMA-motor Korte adapter met steekverbinding voor de aansluiting van een IEC-motor Korte adapter met steekverbinding voor de aansluiting van een NEMA-motor...
Beeld 10-1 Voorbeeld van een SIMOGEAR typeplaatje Matrixcode Aan de basis liggende norm Productienummer FDU = Siemens AG, Bahnhofstr. 40, 72072 Tübingen, Germany CE-aanduiding of indien nodig andere aanduiding Bestelnummer Type - bouwtype - bouwgrootte Inbouwpositie Beschermingsklasse volgens IEC 60034-5 resp. IEC 60529...
Pagina 84
Technische gegevens 10.2 Algemene technische gegevens Frequentie 2 Bemetingsfrequentie f [Hz] Uitgangstoerental transmissie n [min Uitgangstoerental transmissiemotor T [Nm] Bedrijfsfactor f Motorgegevens Aantal fasen en stroomsoort van de motor Warmteklasse Th. Cl. Symbolen (IEC 60617-2): = Rem Berekend remmoment T [Nm] Aansluitspanning remmen U [V] Frequentie 1...
Pagina 85
Technische gegevens 10.2 Algemene technische gegevens Typeplaatje voor transmissie in ATEX-uitvoering CE-aanduiding of indien nodig andere aanduiding Aan de basis liggende norm Type - bouwtype - bouwgrootte Bestelnr. Fabriek nr.: Gewicht m [kg] Beschermingsklasse volgens IEC 60034-5 resp. IEC 60529 Inbouwpositie Oliehoeveelheid [l] Hoofdtransmissie / voorzettransmissie + extruderflens Soort olie...
Technische gegevens 10.3 Gewicht 10.3 Gewicht Het gewicht van de volledige transmissiemotor staat vermeld in de leveringspapieren. Als het gewicht 30 kg overschrijdt, staat het gewicht van de volledige transmissiemotor op het typeplaatje van de transmissie of de transmissiemotor vermeld. Bij meerdere typeplaatjes op een transmissie is de opgave op de hoofdtransmissie doorslaggevend.
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities 10.5 Inbouwposities 10.5.1 Algemene informatie over de inbouwposities De transmissies mogen uitsluitend in de op het typeplaatje genoemde inbouwpositie worden gebruikt. Zodoende wordt gewaarborgd dat de juiste hoeveelheid smeermiddel aanwezig is. Opmerking Transmissies van de bouwgrootten 19 en 29 zijn levenslang gesmeerd. Er zijn geen openingen aanwezig voor de controle van het oliepeil.
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities 10.5.2 Twee- en drietraps transmissie met rechte tandwielen Beeld 10-3 Inbouwpositie voor kegeltransmissie D/Z voetuitvoering bouwgrootten 19 - 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 89
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-4 Inbouwpositie voor kegeltransmissie D/Z voetuitvoering bouwgrootten 39 - 149 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 90
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-5 Inbouwpositie voor transmissie met rechte tandwielen DB/ZB voet- / flensuitvoering bouwgrootte 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 91
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-6 Inbouwpositie voor kegeltransmissie DB/ZB voet- / flensuitvoering bouwgrootten 39 - 89 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 92
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-7 Inbouwpositie voor transmissie met rechte tandwielen DF/ZF flensuitvoering DZ/ZZ met behuizingsflens, bouwgrootten 19 - 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 93
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-8 Inbouwpositie voor transmissie met rechte tandwielen DF/ZF flensuitvoering DZ/ZZ met behuizingsflens, bouwgrootten 39 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 94
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-9 Inbouwpositie voor transmissie met rechte tandwielen DF/ZF flensuitvoering DZ/ZZ met behuizingsflens, bouwgrootten 49 - 149 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities 10.5.3 Platte transmissie Beeld 10-10 Inbouwpositie voor vlakke transmissie F.AD in opsteekbare uitvoering bouwgrootte 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 96
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-11 Inbouwpositie voor vlakke transmissie F.AD in opsteekbare uitvoering bouwgrootten 39 - BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 97
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-12 Inbouwpositie voor vlakke transmissie F.F in flensuitvoering en F.Z in behuizingsflensuitvoering, bouwgrootte 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 98
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-13 Inbouwpositie voor vlakke transmissie F.F in flensuitvoering en F.Z in behuizingsflensuitvoering, bouwgrootten 39 - 149 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 99
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-14 Inbouwposities voor vlakke transmissie F. voetuitvoering bouwgrootte 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 100
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-15 Inbouwposities voor vlakke transmissie F. voetuitvoering bouwgrootten 39 - 149 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities 10.5.4 Kegeltransmissie Beeld 10-16 Inbouwpositie voor kegeltransmissie B voetuitvoering bouwgrootten 19 - 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 102
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-17 Inbouwpositie voor kegeltransmissie B voetuitvoering bouwgrootten 39 - 49 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 103
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-18 Inbouwpositie voor kegeltransmissie B.F in flensuitvoering en B.Z in behuizingsflensuitvoering, bouwgrootte 19 - 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 104
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-19 Inbouwpositie voor kegeltransmissie B.F in flensuitvoering en B.Z in behuizingsflensuitvoering, bouwgrootte 39 - 49 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 105
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-20 Inbouwpositie voor kegeltransmissie BAD opsteekbare uitvoering bouwgrootten 19 - 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 106
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-21 Inbouwpositie voor kegeltransmissie BAD opsteekbare uitvoering bouwgrootten 39 - 49 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 107
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-22 Inbouwposities voor kegeltransmissie K. voetuitvoering bouwgrootten 39 - 149 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 108
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-23 Inbouwposities voor kegeltransmissie K.F in flensuitvoering en KAZ in behuizingsflensuitvoering, bouwgrootte 39 - 149 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 109
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-24 Inbouwposities voor kegeltransmissie KAD opsteekbare uitvoering bouwgrootten 39 - BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities 10.5.5 Wormtransmissie met rechte tandwielen Beeld 10-25 Inbouwpositie voor wormwieltransmissie CAD in opsteekbare uitvoering bouwgrootte 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 111
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-26 Inbouwpositie voor wormwieltransmissie CAD opsteekbare uitvoering bouwgrootten 39 - BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 112
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-27 Inbouwpositie voor wormwieltransmissie CF in flensuitvoering en CAZ in behuizingsflensuitvoering, bouwgrootte 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 113
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-28 Inbouwpositie voor wormwieltransmissie CF in flensuitvoering en CAZ in behuizingsflensuitvoering, bouwgrootte 39 - 89 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 114
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-29 Inbouwpositie voor wormwieltransmissie C. Voetuitvoering bouwgroottes 29 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Pagina 115
Technische gegevens 10.5 Inbouwposities Beeld 10-30 Inbouwpositie voor wormwieltransmissie C. Voetuitvoering bouwgrootten 39 - 89 BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Technische gegevens 10.6 Hoeveelheden olie 10.6 Hoeveelheden olie LET OP Beschadiging van de transmissie als gevolg van onjuiste oliehoeveelheden De in de tabellen vermelde hoeveelheden olie in liters zijn richtwaarden voor de olieverversing. Deze dienen bijv. voor de bevoorrading en de aanschaf van smeermiddelen. De juiste waarden zijn afhankelijk van het aantal trappen en de overbrenging van de transmissie.
Siemens AG wijst erop dat uitsluitend door Siemens geleverde onderdelen en accessoires door Siemens zijn gecontroleerd en goedgekeurd. Wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van originele reserveonderdelen en accessoires wordt elke aansprakelijkheid door Siemens AG uitgesloten.
Reserveonderdelen 11.2 Lijsten met reserveonderdelen 11.2 Lijsten met reserveonderdelen 11.2.1 Transmissie met rechte tandwielen D/Z bouwgrootten 19 - 149 Opmerking Bij transmissies met bouwgrootten 19 en 29 raden we bij een servicesituatie aan de transmissie te vervangen. Slijtageonderdelen zijn op aanvraag leverbaar. BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Reserveonderdelen 11.2 Lijsten met reserveonderdelen 11.2.2 Vlakke transmissie F bouwgrootten 29 - 149 Opmerking Bij transmissies met bouwgrootten 29 raden we bij een servicesituatie aan de transmissie te vervangen. Slijtageonderdelen zijn op aanvraag leverbaar. BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Reserveonderdelen 11.2 Lijsten met reserveonderdelen 11.2.3 Kegeltransmissie B bouwgrootten 19 - 49 Opmerking Bij transmissies met bouwgrootten 19 en 29 raden we bij een servicesituatie aan de transmissie te vervangen. Slijtageonderdelen zijn op aanvraag leverbaar. BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Reserveonderdelen 11.2 Lijsten met reserveonderdelen 11.2.5 Wormtransmissie met rechte tandwielen C bouwgrootten 29 - 89 Opmerking Bij transmissies met bouwgrootten 29 raden we bij een servicesituatie aan de transmissie te vervangen. Slijtageonderdelen zijn op aanvraag leverbaar. BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Verklaring van de fabrikant, Verklaring van overeenstemming 12.1 Inbouwverklaring Inbouwverklaring volgens richtlijn 2006 / 42 / EG Bijlage II 1 B. Producent: Siemens AG Adres: Bahnhofstraße 40, 72072 Tübingen, Duitsland Productbenaming: SIMOGEAR transmissies • Twee- en drietraps-transmissie met rechte tandwielen D./Z.
Pagina 136
Verklaring van de fabrikant, Verklaring van overeenstemming 12.1 Inbouwverklaring Voordat het eindproduct in de hier beschreven incomplete machine wordt ingebouwd resp. gemonteerd op de machine(s) waarmee het product wordt gebruikt, in bedrijf kan worden genomen, moet worden gewaarborgd dat deze voldoet aan Richtlijn 2006 / 42 / EG. Tübingen, 1-4-2014 Georg Böing Lothar Hirschberger...
Verklaring van de fabrikant, Verklaring van overeenstemming 12.2 EG-verklaring van overeenstemming 12.2 EG-verklaring van overeenstemming Dokument-nr. MD50.1 03.13 Apparatenaanduiding: Transmissies serie SIMOGEAR Transmissietypes: Z, D, F, B, K, C Bouwgrootten: 29 tot 129 Transmissiegroepen: K2, K3, K4, K5, K8, KQ, KQS De aangeduide apparaten voldoen aan de bepalingen van de richtlijn inzake explosiebeveiliging 94 / 9 / EG, ATEX 95.
Pagina 138
Verklaring van de fabrikant, Verklaring van overeenstemming 12.2 EG-verklaring van overeenstemming BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...
Daarom zijn UW ideeën en opmerkingen voor ons van groot belang. Geef uw kennis aan ons door. Vul het onderstaande formulier in en stuur het aan: Siemens AG, Quality Management, Bahnhofstr. 40, 72072 Tübingen, Duitsland of aan het e- mailadres: sales-sgm.aud@siemens.com Uw gegevens...
Pagina 140
Uw opmerkingen BA 2030 Bedieningshandleiding, 04/2014...