Inbedrijfstelling
5.4 Olietemperatuurbewaking monteren
5.4
Olietemperatuurbewaking monteren
De temperatuurbewaking vindt plaats door de weerstandsthermometer PT100. De
weerstandsthermometer wordt zowel in het Ex-bereik als buiten het Ex-bereik ingezet.
De positie van de weerstandsthermometer is gedefinieerd door Siemens AG. De dompelhuls
van de thermometer is in de transmissie aangebracht en is afgesloten met een sluitkapje.
De sensor wordt geleverd als montageset. De beschrijving van de montage vindt u in de
beknopte montagehandleiding KA 2530-2.
Functiebeperking van de sensor
Neem het volgende in acht:
• Sensor moet volledig vrij zijn van verontreinigingen of resten.
• Kabels of isolatie niet beschadigen.
• Toevoerleiding met trekontlasting aanbrengen.
• Sterke buigbelasting, knikken en mechanische puntbelasting voorkomen.
Technische gegevens van de sensor
● Beschermingswijze: II 2G Ex ia IIC Gb, II 2D Ex ia IIC Db
● Beschermingsklasse IP68
● 3-draadverbinding
● Toevoerleiding van de sensor: S3x22/7-PTFE/PTFE, 0,36 mm
(RD/RD/WH), buitendiameter 3,8 mm, vrije uiteinden
● Omgevingstemperatuur van de sensor: -40 °C tot +180 °C
● Omgevingstemperatuur van de dompelhuls: -40 °C tot +125 °C
54
Transmissies in ATEX-uitvoering
De weerstandsthermometer PT100 met een scheidingsschakelaar gebruiken.
De scheidingsschakelaar moet goedgekeurd zijn voor de ATEX-uitvoering.
De scheidingsschakelaar buiten het Ex-bereik monteren.
Neem de bedieningshandleidingen van de scheidingsschakelaar in acht.
VOORZICHTIG
, 2000 mm lang, WH
2
Bedieningshandleiding, 06/2018, A5E37450085A/RS-AG
BA 2030