Storing
4.
Doseerdoorstro-
ming van de pomp
is onnauwkeurig.
5.
Vloeistof lekt uit de
opening in de
tussenflens tussen
de pomp en de
doseerkop.
N.B.
Raadpleeg voor andere foutsignalen voor de besturingseenheid de relevante paragraaf.
42
Oorzaak
a)
Doseerkop is niet volledig ontlucht.
b)
Ontgassend medium.
c)
Delen van de ventielen bedekt met
vuil of aanzetting.
d)
Tegendrukfluctuaties.
e)
Opvoerhoogte fluctuaties.
f)
Heveleffect (inlaatdruk hoger dan
de tegendruk).
g)
Lekkage of poreuze zuigleiding of
persleiding.
h)
Delen die in contact komen met het
medium zijn hier niet tegen
bestand.
i)
Doseermembraan versleten
(beginnende scheuren).
j)
Variatie van het doseermedium
(dichtheid, viscositeit).
a)
Er is sprake van een membraan-
lekkage.
Oplossing
Herhaal de ontluchtingsprocedure.
Controleer de installatie.
Reinig de ventielen.
Installeer een veerklep en pulsatie-
demper, indien nodig.
Houd het aanzuigniveau constant.
Installeer een veerklep.
Vervang de zuig- of persleiding.
Vervang deze door materialen die hier
wel tegen bestand zijn.
Vervang het membraan. Houd tevens de
onderhoudsinstructies aan.
Controleer de concentratie. Gebruik een
roerwerk indien nodig.
Vervang het membraan.