•
Let op het volgende bij installatie van de zuig-
leiding:
– Houd de zuigleiding zo kort mogelijk. Voorkom
dat deze in de war raakt.
– Gebruik indien nodig ruime bochten in plaats
van kniestukken.
– Voer de zuigleiding altijd in de richting van het
zuigventiel.
– Voorkom lussen omdat deze luchtbellen kun-
nen veroorzaken.
Afb. 22 Installatie van de zuigleiding
•
Installeer in geval van lange persleidingen een
keerklep (12i) in de persleiding.
6i
Afb. 23 Installatie met keerklep
Pos.
Componenten
1i
Doseertank
2i
Elektrisch roerwerk
3i
Extractie-apparaat
5i
Doseerpomp
6i
Veiligheidsventiel
7i
Veerbelaste klep
9i
Kalibratiebuis
10i
Injectie-eenheid
15i
Filter
5.4 Doseerbesturingseenheid
Gebruik van een doseer besturingseenheid
•
Schroef de doseerbesturingseenheid op het
persventiel.
•
Sluit de persleiding aan op de doseerbesturings-
eenheid.
12i
Sensor
Afb. 24 Doseerbesturingseenheid
5.5 Buis / pijpleidingen
5.5.1 Algemeen
Waarschuwing
Installeer om de doseerpomp te
beschermen tegen een overmatige
drukopbouw een veiligheidsventiel in
de afgifteleiding.
Alle leidingen moeten onbelast zijn!
Voorkom lussen en knikken in de
buizen!
Houd de zuigleiding zo kort mogelijk!
De doorstroming moet in tegenge-
stelde richting van de zwaartekracht
lopen!
Houd de instructies van de producent
aan bij het omgaan met chemicaliën!
De bestendigheid van de delen die in
contact komen met het medium hangen
af van het medium, de mediumtempera-
tuur en de werkdruk. Zorg er voor dat
de delen die in contact komen met het
Voorzichtig
medium chemisch bestand zijn tegen
het doseermedium onder bedrijfs-
omstandigheden!
Gebruik uitsluitend de gespecificeerde
leidingtypen!
3
Met Plus
systeem
•
Gebruik de zuigleiding met voetklep en leeg-sig-
naal.
•
Houd voor ontgassende media een maximale
aanzuighoogte aan van 1,5 m.
•
Open het scheidingsventiel op het kalibratie-
systeem.
•
Maximale lengte zuigleiding:
– 5 m voor standaard pompen of pompen met
3
Plus
systeem bij doseermedia met een visco-
siteit gelijksoortig aan die van water.
– 1,5 m voor pompen met ventiel voor automati-
sche ontluchting.
– 1,2 m bij doseermedia met een hogere viscosi-
teit.
25