-[p]
J
> 10 mm
> 10 mm
13i
15i
Afb. 17 Installatievoorbeeld van pomp met
ventiel voor automatische ontluchting
Pos.
Componenten
13i
Zuigleiding met voetklep
6i
Veiligheidsventiel
10i
Injectiepunt
15i
Filter
H
Overstroomleiding
J
Ontluchtingsleiding
5.3.2 Installatietips
•
Voor niet ontgassende media, met een viscositeit
gelijksoortig aan die van water, kan de pomp wor-
den gemonteerd op de tank (houd rekening met
de toelaatbare aanzuighoogte).
•
Bij voorkeur positieve toeloop (niet met Plus
systeem).
•
Installeer bij media met een neiging tot sediment-
vorming de zuigleiding met filter (15i) zodat het
zuigventiel een aantal millimeter boven het
mogelijke sedimentatieniveau blijft.
10i
6i
13i
15i
Afb. 18 Tankinstallatie
24
10i
6i
< 1.5 m
1,5 m
Ca.
ca. 5-10 cm
5-10 mm
3
p
Met open uitstroming van het doseermedium of
lage tegendruk
Een overdrukverschil van tenminste 1 bar moet
worden gewaarborgd tussen de tegendruk op het
injectipunt en de druk van het doseermedium bij het
pompzuigventiel.
•
Wanneer dit niet kan worden gewaarborgd, mon-
teer dan een veerbelaste klep (7i) direct voor de
uitlaat of de injectie.
p _ 1bar
7i
Afb. 19 Installatie van een veerbelaste klep
•
Installeer, om het heveleffect te voorkomen, een
veerbelaste klep (7i) in de persleiding en indien
nodig, een magneetventiel (14i) in de zuigleiding.
Afb. 20 Installatie om heveleffect te voorkomen
•
Installeer om de doseerpomp te beschermen
tegen een overmatige drukopbouw een veilig-
heidsventiel (6i) in de afgifteleiding.
•
Voor ontgassende media:
– Positieve toeloop (niet met Plus
– Installeer een filter (15i) in de aanzuigleiding
om te voorkomen dat de ventielen verontrei-
nigd raken.
Afb. 21 Installatie met veiligheidsventiel en filter
p 1 bar
>
p
p -p _ 1bar
1 bar
>
p
-p
1
2
1
2
1
7i
p
2
14i
3
systeem).
p
10i
6i
15i