Inhoudsopgave
Advertenties
Maximaal toegestane viscositeit bij
bedrijfstemperatuur*
Pomptype
[mPa
s]
DMI 0.3-10
200
DMI 0.8-16
200
DMI 1.0-10
200
DMI 1.1-16
200
DMI 1.6-10
200
DMI 3.0-10
200
DMI 3.6-16
200
DMI 4.0-8
200
DMI 5.0-6
100
DMI 6.0-8
100
DMI 9.0-6
150
DMI 14-4
150
DMI 18-3.5
150
* De vermelde waarden zijn waarden bij benadering
en gelden voor Newtonse vloeistoffen.
Merk op dat de viscositeit toeneemt bij afnemende
temperatuur!
Toegestane mediatemperatuur
Min.
Doseer-
media-
kopmateri-
tempera-
aal
tuur
[°C]
PVC
0
Roestvast-
staal,
–10
DIN
1.4571*
PP
0
PVDF**
–10
* Een temperatuur van 120 °C bij een tegendruk
van max. 2 bar is toegestaan gedurende een
korte periode (15 minuten).
** Bij 70 °C is de maximale tegendruk 3 bar.
10
Pompversie
[mPa
[mPa
[mPa
s]
s]
s]
—
100
500
—
100
500
50
100
500
50
100
500
50
100
500
50
100
500
50
100
500
50
100
500
50
—
500
50
50
500
50
—
200
50
—
200
50
—
200
Max.
Max.
medium-
medium-
tempera-
tempera-
tuur
tuur
p < 10 bar
p < 16 bar
[°C]
[°C]
40
20
70
70
40
20
60*
20
Waarschuwing
Houd de veiligheidsinstructies van de
producent van de chemische stof aan
bij de omgang met chemicaliën!
Het doseermedium moet in vloeibare
vorm zijn!
Voorzichtig
Let op de vries- en kookpunten van het
doseermedium!
De bestendigheid van de delen die in
contact komen met het medium hangen
af van het medium, de mediumtempera-
tuur en de werkdruk. Zorg er voor dat
de delen die in contact komen met het
Voorzichtig
medium chemisch bestand zijn tegen
het doseermedium onder bedrijfs-
omstandigheden!
Zorg dat de pomp geschikt is voor het
doseermedium!
1.4 Toepassingen
1.4.1 Bedoeld, acceptabel en correct gebruik
De DMI 208 pomp is geschikt voor vloeibare-, niet
abrasieve en niet brandbare media, onder strikte
naleving van de aanwijzingen in deze handleiding.
Waarschuwing
Andere toepassingen of gebruik van de
pompen onder omgevings- en bedrijfs-
condities die niet zijn goedgekeurd,
worden als onjuist beschouwd en zijn
niet toegestaan. Grundfos accepteert
geen aansprakelijkeid voor enige
schade die voortvloeit uit onjuist
gebruik.
1.5 Garantie
De garantie overeenkomstig onze algemene ver-
koop- en leveringsvoorwaarden is uitsluitend geldig,
•
wanneer de pomp wordt gebruikt in overeen-
stemming met de informatie in deze handleiding.
•
wanneer de pomp niet is ontmanteld of er onjuist
mee is omgegaan.
•
wanneer reparaties zijn uitgevoerd door geautori-
seerd en gekwalificeerd personeel.
•
wanneer originele reservedelen zijn gebruikt voor
reparaties.
2. Veiligheid
Deze handleiding bevat algemene instructies welke
moeten worden aangehouden tijdens installatie,
bediening en onderhoud van de pomp. Deze hand-
leiding moet daarom worden gelezen door de instal-
latie-engineer en de relevante gekwalificeerde per-
soneelsleden/operators voorafgaande aan de
installatie en het opstarten en moet altijd beschik-
baar zijn op de installatielocatie van de pomp.
Niet alleen de algemene veiligheidsinstructies in
deze "Veiligheids" paragraaf moeten worden aange-
houden, maar ook de specifieke veiligheidsinstruc-
ties die worden vermeld in andere paragrafen.
Advertenties
Inhoudsopgave
