8.6 Instellen van het nulpunt
Het nulpunt (geen dosering) van de doseerpomp is
af fabriek ingesteld op een tegendruk van 3-4 bar.
Wanneer de bedrijfstegendruk bij de injectie-unit
aanzienlijk afwijkt van deze waarde, is het raadzaam
om het nulpunt opnieuw in te stellen om nauwkeuri-
gere waarde te verkrijgen.
Pas altijd de waarde aan met de pers-
N.B.
leiding aangesloten en met de bedrijfs-
tegendruk.
1. Sluit de kalibratiebuis aan op de doseerkop aan
de zuigzijde (behalve voor Plus
2. Start de doseerpomp.
3. Stel de doseerdoorstroming in op 15 %.
Afb. 40 Pomp met kalibratiebuis
Zuigleiding met reed-contact leegsig-
N.B.
naal moet in de doseertank blijven!
4. Verwijder de afdekkap van het front van de slag-
lengte-instelknop.
5. Gebruik een schroevendraaier om de borg-
schroef te verwijderen.
6. Draai de instelknop langzaam rechtsom (naar het
nulpunt) totdat het mediumniveau niet langer
daalt in de kalibratiebuis.
7. Verwijder de instelknop door deze omhoog te
trekken en plaats deze vervolgens in de uitspa-
ring, zodat de aanwijzing op de instelknop naar
het nulpunt wijst.
8. Draai vervolgens de borgschroef aan, zodat de
instelknop nog steeds kan worden gedraaid.
8.7 Kalibreren van de doseerdoorstroming
3
met Plus
systeem
3
Voor pompen met Plus
systeem, kan de huidige
doseerdoorstroming tijdens bedrijf worden gecon-
troleerd.
Waarschuwing
Laat de kalibratiebuis (E) niet leeg-
lopen!
Open tijdig het scheidingsventiel (D)!
1. Sluit het scheidingsventiel (D) bij de kalibratie-
buis (E).
2. De toevoer vanuit de ontluchtingskamer (F) is
afgesloten en de kalibratiebuis (E) wordt lang-
zaam geleegd.
3. Gebruik een stopwatch om de tijd te meten
4. Open het scheidingsventiel (D) weer bij de kali-
5. Berekenen van de doseerdoorstroming:
V
3
systeem).
8.8 Pompen met handmatige ontluchting
Handmatige ontluchting van de doseerkop
(terwijl de pomp draait)
1. Open het ontluchtingsventiel (V) van de doseer-
2. Druk op de "Start/Stop" knop en houd deze inge-
3. Laat de pomp draaien totdat het medium dat van
4. Sluit voorzichtig het ontluchtingsventiel.
(t in seconden) die nodig is om 5 of 10 ml doseer-
medium te doseren, afhankelijk van het pomp-
type.
bratiebuis (E).
18
l
5 ml
----- -
-- -
---------- -
V
=
=
=
t
h
t
Afb. 41 Pomp met kalibratiebuis
V
J
Afb. 42 Handmatige ontluchting van de
doseerkop
kop met ca. 1 slag (2 slagen bij Plus
drukt.
– De pomp schakelt over naar continu bedrijf.
de ontluctingsleiding (J) stroom geen luchtbellen
meer bevat.
18
l
5 ml
----- -
-- -
---------- -
=
t
h
t
3
systeem).
37