Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting - Grundfos SL1 Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

8. Elektrische aansluiting

Waarschuwing
Sluit de pomp aan op een externe netschakelaar
met contactscheiding overeenkomstig
EN 60204-1, 5.3.2.
Het moet mogelijk zijn om de hoofdschakelaar in
positie 0 vast te zetten. Type en vereisten zoals
gespecificeerd in EN 60204-1, 5.3.2.
De elektrische aansluiting dient volgens de lokale
regelgeving te gebeuren.
Waarschuwing
De pompen moeten worden aangesloten op een
besturingskast met een motorbeveiligingsrelais
met IEC trip classificatie 10 of 15.
Waarschuwing
Pompen voor gevaarlijke lokaties moeten worden
aangesloten op een besturingskast met een
motorbeveiligingsrelais met IEC trip
classificatie 10.
Waarschuwing
Geen Grundfos besturingskasten, pomp rege-
laars, Ex barrières en het vrije uiteinde van de
voedingskabel in potentieel explosiegevaarlijke
omgevingen installeren.
De classificatie van de installatieplek moet in elk
individueel geval goedgekeurd worden door de
lokale brandweerautoriteiten.
Zorg er bij explosieveilige pompen voor dat een
externe aardgeleider wordt aangesloten op de
externe aardklem aan de pomp door gebruik te
maken van een geleider met een geborgde kabel-
klem. Reinig het oppervlak van de externe aarde-
verbinding en monteer de kabelklem.
De diameter van de aardkabel moet minimaal
2
4 mm
zijn, bijv. type H07 V2-K (PVT 90 °) geel/
groen.
Zorg ervoor dat de aardgeleider tegen corrosie
wordt beschermd.
Wees er zeker van dat alle beschermende appara-
tuur op een juiste wijze is aangesloten.
Vlotterschakelaars die worden gebruikt in poten-
tieel explosiegevaarlijke omgevingen moeten
voor deze toepassing zijn goedgekeurd. Deze
moeten worden aangesloten op de Grundfos LC,
LCD 108 pompbesturing via de intrinsiekveilige
LC-Ex4 barrière om een veilige kring te
waarborgen.
Waarschuwing
Als de voedingskabel beschadigd is, dient deze
door de fabrikant, haar service partner of door
ander gekwalificeerd personeel vervangen te
worden.
Stel de motorbeveiliging in op de nominale
Voorzichtig
stroom van de pomp. De nominale stroom is
vermeld op het typeplaatje van de pomp.
Als de pomp een Ex-markering op het typeplaatje
heeft staan, zorg er dan voor dat de pomp is aan-
Voorzichtig
gesloten in overeenstemmig met de instructies
die in dit boekje worden gegeven.
296
De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld op het type-
plaatje van de pomp. De spanningstolerantie bij de motorklem-
men moet liggen tussen de –10 %/+10 % van de nominale span-
ning. Wees er zeker van dat de motor geschikt is voor de
aanwezige voedingsspanning ter plekke van de opstelling.
Alle pompen worden geleverd met 10 m kabel en een vrij kabelui-
teinde, behalve pompen voor Australië, die hebben 15 m kabel.
Pompen zonder sensor moeten worden aangesloten op één van
deze twee regelaars:
een besturingskast met motorbeveiliging, zoals een Grundfos
CU 100 besturingskast.
een Grundfos LC, LCD 107, LC, LCD 108 of LC, LCD 110
pompregelaar.
Pompen met sensor moeten worden aangesloten op een
Grundfos IO 111 en één van deze twee regelaars:
een besturingskast met motorbeveiliging, zoals een Grundfos
CU 100 besturingskast.
een Grundfos LC, LCD 107, LC, LCD 108 of LC, LCD 110
pompregelaar.
Waarschuwing
Voor installatie en het eerste opstarten van de
pomp, dient u de staat van de kabel te controle-
ren om kortsluiting te voorkomen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Slv

Inhoudsopgave