Pos.
Symbool
Beschrijving
6
Statortemperatuur
7
Statorisolatieweerstand
8
Water in oliekamer
12
Pomp draait
13
Vocht in motor
15
Pomp storing
8.6.1 Technische gegevens
24 VAC - 10 %/+ 10 %, 50 and 60 Hz
Voedingsspanning:
24 VDC - 10 %/+ 10 %
Ingangsstroom:
Min. 0,5 A; max. 8 A
Opgenomen vermo-
Max. 5 W
gen:
Omgevingstempera-
-25 °C tot +65 °C
tuur:
Beschermingsklasse:
IP20
Raadpleeg voor meer informatie de installatie- en bedieningsin-
structies van de IO 111.
8.7 Gebruik van een frequentie-omvormer
In principe kunnen alle drie-fase motoren worden aangesloten op
een frequentie-omvormer.
Frequentie geregeld bedrijf stelt de isolatie van de motorwikkelin-
gen vaak bloot aan zwaardere belasting en kan er toe leiden dat
de motor luidruchtiger is dan normaal, door wervelstromen ver-
oorzaakt door spanningspieken.
Daarnaast zullen grote motoren die worden aangedreven via een
frequentie-omvormer, worden belast met stromen door de lagers.
Voor bedrijf met frequentie-omvormer houdt u rekening met de
volgende informatie:
Aan de eisen moet worden voldaan.
Aanbevelingen zouden opgevolgd moeten worden.
De gevolgen dienen bekend te zijn.
8.7.1 Vereisten
•
De thermische motorbeveiliging moet zijn aangesloten.
•
Piekspanning en dU/dt moeten overeenkomstig onderstaande
tabel zijn. De vermelde waarden zijn maximum waarden toe-
gevoerd aan de motorklemmen. Er is geen rekening gehouden
met de invloed van de kabel. Raadpleeg het frequentie-omvor-
mer datablad m.b.t. de daadwerkelijke waarden en de inlvoed
van de kabel op de piekspanning en dU/dt.
Maximum herhaalde
piek spanning
(V)
850
•
Wanneer de pomp een Ex-goedgekeurde pomp is, controleer
dan of het Ex-certificaat van de specifieke pomp toepassing
van een frequentie-omvormer toestaat.
•
Stel de frequentie-omvormer U/f ratio in overeenkomstig de
motordata.
•
Er moet worden voldaan aan lokale regelgeving/normen.
300
Maximum dU/dt
U
400 V
N
(V/µ sec.)
2000
8.7.2 Aanbevelingen
Voordat er een frequentie-omvormer wordt geïnstalleerd, calcu-
leer de laagst toegestane frequentie in de installatie om nul door-
stroming te vermijden.
•
Verlaag het motortoerental niet naar minder dan 30 % van het
nominale toerental.
•
Houd de doorstroomsnelheid boven de 1 m/sec.
•
Laat de pomp ten minste eens per dag op nominaal toerental
draaien om sedimentatie in het leidingsysteem te voorkomen.
•
Overschrijdt de op het typeplaatje aangegeven frequentie niet.
Dat levert risico op overbelasting van de motor op.
•
Houd de motorkabel zo kort mogelijk. De piekspanning zal stij-
gen met de lengte van de motorkabel. Zie het datablad van de
gebruikte frequentie-omvormer.
•
Gebruik ingangs- en uitgangsfilters op de frequentie-omvor-
mer. Zie het datablad van de gebruikte frequentie-omvormer.
•
Gebruik een afgeschermde motorkabel als er een kans is dat
elektrisch lawaai andere elektrische apparatuur kan verstoren.
Zie het datablad van de gebruikte frequentie-omvormer.
8.7.3 Consequenties
Wanneer de pomp geregeld wordt via een frequentie-omvormer,
houdt u dan alstublieft rekening met deze mogelijke gevolgen:
•
Het aanhaalmoment met vergrendelde rotor zal lager liggen.
Hoeveel lager zal afhangen van het type frequentie-omvormer.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de toegepaste
frequentie-omvormer voor informatie over het beschikbare
aanhaalmoment bij een locked-rotor.
•
De toestand van de lagers en asafdichting kan worden beïn-
vloed. Het mogelijke effect hangt af van de toepassing. Het
daadwerkelijke effect kan niet worden voorspeld.
•
De hoeveelheid geproduceerd geluid kan toenemen. Zie de
installatie- en bedieningsinstructies van de toegepaste fre-
quentie-omvormer voor advies over hoe de hoeveelheid geluid
kan worden verlaagd.
9. Inschakelen
Waarschuwing
Voordat er aan de pomp wordt gewerkt, dient u er
zeker van te zijn dat de zekeringen zijn verwijderd
of dat de netschakelaar is uitgeschakeld. Zorg
ervoor dat de voedingsspanning niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
Wees er zeker van dat alle beschermende appara-
tuur op een juiste wijze is aangesloten.
De pomp mag niet drooglopen.
Waarschuwing
De pomp mag niet worden gestart wanneer de
atmosfeer in de put mogelijk explosiegevaarlijk
is.
Waarschuwing
Het openen van de klem terwijl de pomp draait
kan leiden tot persoonlijk letsel of de dood.