het maaidek voordat u de bout plaatst zoals wordt
aangegeven in Figuur 71.
3. Monteer de bout en de moer. Plaats het J-vormige
haakeind van de veer om de grasgeleider (Figuur 71).
Belangrijk: De grasgeleider moet volledig
omlaag kunnen klappen. Til de grasgeleider
omhoog om te controleren of deze volledig
omlaag klapt.
Figuur 71
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
5. Gemonteerde veer
6. Grasgeleider
7. L-vormige uiteinde van
de veer achter de rand
van het maaidek plaatsen
voordat u de bout monteert
8. J-vormige haakeind van
veer
Reiniging
Onderkant van het maaidek
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de
onderkant van het maaidek.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Hef het maaidek op in de transportstand.
4. Krik de voorkant van de machine omhoog en plaats
deze op kriksteunen.
Afvalverwijdering
Motorolie, hydraulische vloeistof en motorkoelvloeistof
verontreinigen het milieu. Verwijder deze stoffen
volgens de plaatselijke voorschriften.
54