WAARSCHUWING
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan
dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg
hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen
accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk
letsel veroorzaken.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los
voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd eerst de pluskabel (rood) van de accu
aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten.
3. Ontgrendel de stoel en kantel deze omhoog.
4. Maak eerst de minkabel en de aardingskabel los van
de minpool (-) van de accu (Figuur 42).
5. Schuif het rode stofkapje voor de accupool van de
pluspool (rood) van de accu. Verwijder vervolgens
de pluskabel (rood) van de accu (Figuur 42).
Figuur 42
1. Accu
2. Stofkapje van accupool
3. Pluskabel van de accu
4. Minkabel van de accu
5. Aardingskabel
6. Bout (1/4 x 3/4 inch)
6. Maak beide vleugelmoeren (1/4 inch) los waarmee
de accuklembeugel is bevestigd (Figuur 42).
7. Verwijder de accu.
7. Ring (1/4 inch)
8. Borgmoer (1/4 inch)
9. Accuklem
10. J-bouten
11. Vleugelmoer (1/4 inch)
Accu monteren
1. Plaats de accu in een bak met de accupolen naar de
motor gericht (Figuur 42).
2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van
de accu.
3. Bevestig vervolgens de minkabel en de aardingskabel
aan de minpool (-) van de accu.
4. Zet de kabels vast met 2 bouten (1/4 x 3/4 inch),
2 ringen (1/4 inch) en 2 borgmoeren (1/4 inch)
(Figuur 42).
5. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de
pluspool (rood) van de accu.
6. Zet de accu vast met J-bouten, een bevestigingsband,
2 ringen (1/4 inch) en 2 vleugelmoeren (1/4 inch)
(Figuur 42).
Accu opladen
WAARSCHUWING
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig
geladen is (soortelijk gewicht 1,265). Dit is
vooral belangrijk om beschadiging van de accu te
voorkomen bij temperaturen beneden 0 °C.
1. Laad de accu 10 tot 15 minuten op bij 25 tot 30 A
of 30 minuten bij 4–6 A.
2. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de
acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens
de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 43).
37