Samenvatting van Inhoud voor Toro Z453 Z Master TURBO FORCE
Pagina 1
Form No. 3351-720 Z453 Z Master Met 132cm TURBO FORCE Maaimachine met zijafvoer Modelnr. 74416TE – Serienr. 250000001 en hoger Gebruikershandleiding Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL) Registreer uw product op www.Toro.com...
Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. Deze machine voldoet ten minste aan de Europese U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer normen, van kracht op het moment van produktie.
Het is niet toegestaan passagiers te vervoeren. Controleer de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of Elke bestuurder moet ervoor zorgen dat hij of zij beschadiging voor het gebruik. Vervang versleten of professionele en praktische instructie krijgt. Bij een beschadigde messen en bouten altijd als complete set dergelijke instructie moet de nadruk liggen op: om een goede balans te behouden.
De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek benodigde reparaties uit alvorens deze weer te zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheids- gebruiken; instructies die niet zijn opgenomen in de CEN-norm. – als de maaimachine abnormaal trilt (direct De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, controleren).
Werken op hellingen Geluidsdruk Maai nooit op een helling van meer dan 15 graden. Deze machine oefent een geluidsdruk van 87 dBA uit op het gehoor van de bestuurder, gebaseerd op metingen bij Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels, steil identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in aflopende oevers of water.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 58-6520 1. Smeervet 93-7824 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Blijf op veilige afstand.
Pagina 10
99-8944 1. Gevaar voor ontploffing – 3. Brandgevaar – Geen 98-4387 Draag oogbescherming. vonken of vuur en niet 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. roken. 2. Risico van bijtende vloeistof/chemische 4. Gevaar voor vergiftiging – brandwonden – Afspoelen Houd kinderen uit de met water en eerste hulp buurt van de accu.
Pagina 11
107-1686 1. Lees de instructies alvorens 2. Tijdsinterval 5. Bandenspanning 7. Controleer of er onderhouds- service- of onderhouds- werkzaamheden nodig zijn 3. Luchtfilter 6. Smeer hier werkzaamheden uit te en voer deze uit. 4. Peil hydraulische vloeistof voeren. 107-2100 107-1866 1.
Pagina 12
107-2132 1. Waarschuwing – Stel de parkeerrem in werking en blokkeer de wielen als u de machine op een helling parkeert. 107-3993 1. Kort, dun gras en droge 3. Lang, dik gras en omstandigheden vochtige omstandigheden 2. Maaisel opvangen 107-3069 1.
Pagina 13
107-9309 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen van de accu; bevat lood; niet weggooien. 2. Lees de Gebruikershandleiding . 108-1052 108-1053 1. Maaihoogte-instelling 1. Maaihoogte-instelling 108-1054 1. Parkeerrem 4. Waarschuwing – lees de 5. Zet de schakelhendels weer 7.
Pagina 14
108-1092 1. Choke 4. Motor – Starten 7. Langzaam 9. Aan 2. Motor – Afzetten 5. Snel 8. Aftakas 10. Uit 3. Motor – Lopen 6. Continu snelheidsregeling Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie. 7.
Benzine en olie Waarschuwing Aanbevolen benzine Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden Gebruik loodvrije, normale benzine voor auto’s tot ernstig letsel en ziekte. (octaangetal minimaal 85 ). U mag ook gelode normale benzine gebruiken als er geen gewone loodvrije benzine Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. De omkiepbeveiliging gebruiken (ROPS, Rollover Protection System) Waarschuwing Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als de machine omkiept, moet u de rolbeugel in de omhoog geklapte en vergrendelde positie houden m-7431 en de veiligheidsgordel omdoen.
3. Water Lees de instructies voor de omkiepbeveiliging en de waarschuwingen door en neem deze in acht. Toro adviseert u beschermende uitrusting te gebruiken voor Om te voorkómen dat u de controle over de uw ogen, oren, voeten en hoofd.
Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Fig. 7) voordat u de motor start en de machine gebruikt. m–7702 Figuur 9 1. Brandstofklep Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine transporteert of stalt. Parkeerrem gebruiken m–7701 Figuur 7 Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine 1.
Starten en stoppen van de 6. Draai het contactsleuteltje op Start om de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor motor start (Fig. 14). Motor starten Belangrijk Stel de startmotor telkens niet langer dan 10 seconden in werking.
Bediening van de aftakas de schakelhendels in de vergrendelde neutraalstand staan. Met de aftakasschakelaar schakelt u de aandrijving naar de Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor wordt elektrische koppeling aan of uit. gestopt wanneer de tractiehendels worden bewogen als de parkeerrem in werking is gesteld of als u de bestuurdersstoel verlaat terwijl de aftakas is ingeschakeld.
Vooruitrijden De machine stoppen 1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten, blz. 18. 1. Zet de tractiehendels in de neutraalstand en koppel ze los om ze vast te zetten. 2. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand. 2. Schakel de aftakas uit. 3.
Antiscalpeerrollers afstellen 3. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, verwijdert u de flensmoer, lagerbus en de bout (Fig. 19). Als u de maaihoogte wijzigt, stel dan de hoogte van de antiscalpeerrollers in. Buitenste roller instellen 1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
Machine met de hand duwen De zijafvoer gebruiken Het maaidek is uitgerust met een scharnierende grasgeleider, Belangrijk U moet de machine altijd met de hand die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert. duwen. Slepen van de machine kan schade aan het hydraulische systeem veroorzaken.
De machines laden De hellingbaan moet zo lang zijn dat de hoek van de hellingbaan met de grond niet groter is dan 15 graden (Fig. 22). Een steilere hoek kan ertoe leiden dat onderdelen Ga zeer voorzichtig te werk als u een maaimachine op een van de maaikast blijven haken als de machine van de aanhanger of een vrachtwagen laadt.
Als een mes beschadigd of minder vaak. Als u langere tijd niet hebt kunnen maaien, versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een maait u eerst op een hoge maaihoogte. Maai 2 dagen later origineel TORO-mes. op een lagere maaihoogte.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Na de eerste Motorolie verversen. 8 bedrijfsuren Hydraulisch filter vervangen. Motoroliepeil controleren. Veiligheidssysteem controleren. Voor elk gebruik Luchtinlaat van de motor reinigen.
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel TORO-mes. Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad te hebben.
(Fig. 25). Noteer deze afstand. veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter Vóór vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
Maaimessen slijpen Het koelsysteem reinigen Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het Waarschuwing luchtinlaatrooster. Controleer en reinig de koelribben en de uitlaatringen om Als het mes wordt geslepen, kunnen delen van het de 100 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode mes worden weggeslingerd en ernstig letsel moet worden aangehouden.
Onderhoud van het luchtfilter 6. Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit wilt vervangen. Voorfilter: Controleer en/of vervang deze om de Belangrijk Probeer nooit een veiligheidsfilter te 200 bedrijfsuren of vaker in vuile of stoffige reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is, betekent dit dat omstandigheden.
Motoroliepeil controleren 5. Peilstok eruit draaien en metalen deel met een doek schoonvegen (Fig. 31). Onderhoudsinterval/Specificatie 6. Schuif de peilstok helemaal in de vulbuis, zonder deze hierin vast te draaien (Fig. 31). Motorolie verversen: 7. Peilstok eruit trekken en oliepeil op metalen deel Na de eerste 8 bedrijfsuren controleren.
Motoroliefilter vervangen Onderhoud van de bougie(s) Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of wanneer u Onderhoudsinterval/Specificatie de olie ververst. Controleer de bougie(s) om de 100 bedrijfsuren. Controleer Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine of de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode- en de wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige massa-elektrode correct is voordat u de bougie(s) monteert.
Bougie(s) controleren Brandstoffilter vervangen 1. Bekijk het midden van de bougie(s) (Fig. 35). Als de Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren of isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal aangehouden.
Benzine aftappen uit de Smeren brandstoftank Smeer de machine volgens het tijdschema op de instructiesticker CONTROLE EN ONDERHOUD (Fig. 37). De machine moet vaker worden gesmeerd bij Gevaar gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Draaipunten van de voorste zwenkwielen Punten waar dunvloeibare olie of smeren sproeismering moeten worden gebruikt De draaipunten van de voorste zwenkwielen moeten een Smeer de machine op de volgende punten met sproeismering keer per jaar worden gesmeerd. of dunvloeibare olie. Smeer deze punten om de 160 bedrijfsuren.
Onderhoud van het 6. Controleer het peil als de vloeistof warm is. De vloeistof moet tussen Koud en Heet staan. hydraulische systeem 7. Indien nodig moet u de hydraulische tank bijvullen met vloeistof. Hydraulische vloeistof controleren Opmerking: Het vloeistofpeil moet aan de bovenkant Controleer het peil van de hydraulische vloeistof: van de Heet markering op de keerplaat staan als de Voordat de motor voor de eerste keer wordt gestart.
3. Plaats een opvangbak onder het filter. Verwijder het 11. Controleer het peil als de vloeistof warm is. oude filter en veeg de pakking van het filtertussenstuk Opmerking: De vloeistof moet tussen koud en heet schoon (Fig. 41). staan. 12. Indien nodig moet u de hydraulische tank bijvullen met vloeistof.
Hydraulische leidingen controleren 6. Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen (op de arm onder de taatsas) contact maakt met het uiteinde Om de 100 bedrijfsuren moet u de hydraulische leidingen van de gleuf (en net druk op de veer begint uit te en slangen controleren op lekkages, losgeraakte aan- oefenen) (Fig.
Neutraalstand hydraulische Neutraalstand linkse hydraulische pomp afstellen pomp afstellen 1. Start de motor, draai de gashendel half open en zet de Opmerking: Stel eerst de neutraalstand van de hendel af. parkeerrem vrij. Zie Starten en stoppen van de motor, Deze moet correct zijn voordat u de volgende afstelling blz.
Neutraalstand rechtse hydraulische De sporing afstellen pomp afstellen De linkse handpomp heeft een knop waarmee de sporing 1. Draai de borgmoeren op de kogelverbinding op de kan worden afgesteld. bedieningsstang van de pomp los (Fig. 44). Belangrijk U moet eerst de neutraalstand van de hendel 2.
Lager van draaipunt van Gleufmoer van wielnaaf zwenkwiel afstellen controleren U moet dit lager om de 500 bedrijfsuren of bij stalling Controleer de gleufmoer om de 500 bedrijfsuren. controleren, waarbij de kortste periode moet worden De gleufmoer moet worden aangedraaid met een torsie van aangehouden.
Maaidek horizontaal stellen in drie standen Belangrijk Er zijn slechts 3 meetstanden nodig om het maaidek horizontaal te stellen. AFSTAND TUSSEN SNIJRAND EN HORIZONTAAL OPPERVLAK METEN m–2539 Figuur 50 De machine instellen 1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak. 3.
Schuinstand van het maaidek instellen 7. Draai de contramoeren op de voorkant van de rechter- en linkerwartel ongeveer 13 mm (Fig. 54) los. 1. Zet het rechter maaimes in de schuinstand (Fig. 52). Vóór m–1078 Figuur 52 Vóór m–7704 2. Meet het rechter mes bij punt A (Fig. 52). Meet de Figuur 54 afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van het maaimes (Fig.
Duwarmen afstellen De riemen controleren Indien nodig kunt u de duwarmen afstellen om de spanning Controleer alle riemen om de 50 bedrijfsuren. van de drijfriem van het maaidek te verhogen of te Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, verminderen. schroeiplekken of andere schade.
7. Plaats een dopsleutel met een kort verlengstuk of een Aandrijfriem van pomp onderbrekerstang in het vierkante gat in de arm van de vervangen vaste spanpoelie (Fig. 57) Controleer de aandrijfriem van de pomp om de 50 bedrijfsuren op slijtage. 1.
Parkeerrem afstellen Onderhoud van de zekeringen Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld. Onderhoudsinterval/Specificatie 1. Stel de remhendel buiten werking (hendel omlaag). De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een 2. Meet de lengte van de veer; de lengte tussen de ringen zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of moet 74 mm zijn (Fig.
Onderhoud van de accu 5. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de pluspool (rood) van de accu. 6. Zet de accu vast met J-bouten, een bevestigingsband, Waarschuwing 2 ringen (1/4 inch) en 2 vleugelmoeren (1/4 inch) (Fig. 61). CALIFORNIË...
Accu opladen Grasgeleider vervangen Waarschuwing Waarschuwing Bij het opladen produceert de accu gassen die tot Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het ontploffing kunnen komen. maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor letsel veroorzaken.
Reiniging en stalling 11. Wanneer de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, moet deze worden voorbereid op stalling. De machine wordt als volgt voorbereid op stalling. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op UIT. Maak de bougiekabel A.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Startmotor draait niet. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Aftakas uitschakelen. 2. Parkeerrem niet in werking 2. Stel de parkeerrem in werking. gesteld. 3. Bestuurder zit niet op de stoel. 3. Plaats nemen op de bestuurdersstoel.
Pagina 52
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Machine rijdt niet. 1. Tractieriem versleten, los of 1. Neem contact op met een gebroken. erkende Service Dealer. 2. Tractiedrijfriem van poelie af. 2. Neem contact op met een erkende Service Dealer. 3. Peil van hydraulische vloeistof 3.