VOORZICHTIG
Deze machine stelt de bestuurder bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij
langdurige blootstelling kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
Gebruik beschermende uitrusting voor uw ogen, oren,
voeten en hoofd.
Figuur 10
1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming
Parkeerrem gebruiken
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of onbeheerd achterlaat.
Parkeerrem in werking stellen
1. Zet de rijhendels (Figuur 18) in de vergrendelde
neutraalstand.
2. Trek de parkeerrem naar achteren en omhoog
om deze in werking te stellen (Figuur 11). De
parkeerremhendel moet vast blijven staan op
Ingeschakeld.
WAARSCHUWING
De kans bestaat dat de parkeerrem de machine
niet in stilstaande toestand houdt als deze
op een helling is geparkeerd; hierdoor kan
lichamelijk letsel of schade aan eigendommen
ontstaan.
Parkeer nooit op een helling tenzij de wielen
zijn vastgezet of geblokkeerd.
Parkeerrem vrijzetten
Duw de parkeerremhendel naar voren en naar beneden
om de parkeerrem vrij te zetten (Figuur 11).
1. Parkeerrem – In werking
De motor starten en stoppen
Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de
rijhendels in de neutraalstand.
2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in
werking stellen.
3. Schakel de aftakas uit (Figuur 12).
1. Aftakas – Ingeschakeld
4. Zet de choke op AAN voordat u een koude motor
start (Figuur 13).
Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft
u de choke niet te gebruiken. Zodra de motor start,
zet u de chokehendel op LOPEN.
18
Figuur 11
2. Parkeerrem – Buiten
werking
Figuur 12
2. Aftakas – Uitgeschakeld