torsie van 2-3 Nm. Controleer of de as niet verder
uitsteekt dan de beide moeren.
14. Plaats de afdichtinghouders over de wielnaaf en
plaats het wiel in de zwenkwielvork. Plaats de bout
van het zwenkwiel terug en draai de moer volledig
vast.
Belangrijk: Controleer de afstelling van het lager
regelmatig om schade aan de afdichting en het
lager te voorkomen. Draai het zwenkwiel rond.
Het wiel mag niet vrij ronddraaien (meer dan 1
of 2 omwentelingen) of zijspeling hebben. Als
het wiel vrij ronddraait, pas dan de torsie van de
afstandsmoer aan totdat het wiel een klein beetje
aanloopt. Breng opnieuw afdichtingskit aan.
Smeerpunten
Pomp vet in de smeernippels volgens het tijdschema op
de instructiesticker Controle en Onderhoud (Figuur 32).
Punten waar dunvloeibare olie of
sproeismering moet worden gebruikt
Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren
• Actuator van de stoelschakelaar
• Draaipunt van de remhendel
• Lagerbussen van de remstang
• Bronzen lagerbussen van de rijhendels
Figuur 32
Maaidek en riemspanpoelies
smeren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Smeer
het maaidek en de assen.
Om de 50 bedrijfsuren—Smeer de
arm van de riemspanpoelie van de
pomp.
Smeren met nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis
voor algemene doeleinden.
Belangrijk: Controleer elke week of de assen van
het maaidek overvloedig zijn gesmeerd.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Verwijder de aandrijfriemkappen.
4. Smeer de drie aslagers totdat er vet bij de onderste
afdichtingen naar buiten komt (Figuur 33).
5. Pomp vet in de arm van de spanpoelie op het
maaidek (Figuur 33).
6. Smeer de pompriem-arm onder het motordek.
31
Figuur 33