Figuur 56
1. Gaffelpen in gleuf
2. Moer
3. Moer-Linkse draad
4. Stelbout
5. Pompstang
7. Controleer of de hendel de juiste positie heeft ten
opzichte van de inkeping in het bedieningspaneel
(Figuur 55). De hendel moet in het midden staan
zodat deze naar buiten kan draaien en worden
vergrendeld in de neutraalstand.
8. Als de rijhendel moet worden afgesteld, draait u de
moer en de contramoer tegen de gaffel (Figuur 56).
9. Oefen een lichte achterwaartse druk uit op de
rijhendel en draai de kop van de stelbout in de
juiste richting totdat de hendel in de vergrendelde
neutraalstand is gecentreerd.
Opmerking: Als u achterwaartse druk blijft
uitoefenen op de hendel, zal de pen op het einde van
de sleuf blijven en zal de stelbout de hendel in de
juiste stand kunnen brengen.
10. Draai de moer en de contramoer vast (Figuur 56).
11. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de
machine.
6. Dubbele moeren
7. Contramoer
8. Gaffel
9. Kogelverbinding
Onderhoud hydraulisch
systeem
Onderhoud van het
hydraulische systeem
Type hydraulische vloeistof: Toro
hydraulische vloeistof of Mobil
Inhoud van het hydraulische systeem: 2,0 l
Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof.
Andere vloeistoffen kunnen schade aan het systeem
veroorzaken.
Hydraulische vloeistof controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 50 bedrijfsuren
Opmerking: De hydraulische vloeistof kunt u op twee
manieren controleren. Als de vloeistof warm is en als
de vloeistof koud is. De keerplaat in de tank geeft twee
niveaus aan, afhankelijk of de vloeistof warm of koud is.
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en stel
de parkeerrem in werking.
2. Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop van de
hydraulische tank (Figuur 57).
3. Verwijder de dop van de vulbuis. Kijk in de vulbuis
om te controleren of er nog vloeistof in het reservoir
is (Figuur 57).
4. Als het reservoir leeg is, moet u dit vullen met
vloeistof totdat het peil de Koud-markering op de
keerplaat bereikt.
5. Laat de machine 15 minuten op laag stationair lopen
om lucht uit het systeem te verwijderen en de vloeistof
warm te laten worden. Zie Starten en stoppen van
de motor in Gebruiksaanwijzing (bladz. 15).
6. Controleer nogmaals het peil als de vloeistof warm
is. De vloeistof moet tussen koud en heet staan.
7. Indien nodig moet u de hydraulische tank bijvullen
met vloeistof.
Opmerking: Het vloeistofpeil moet aan de
bovenkant van de Warm-markering op de keerplaat
staan als de vloeistof warm is (Figuur 57).
8. Plaats de dop op de vulbuis.
45
®
HYPR-OIL
™
500
®
1 15W-50.