9. Giet ca. 80 % van de gespecificeerde hoeveelheid
olie langzaam in de vulbuis (Figuur 36).
10. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil controleren.
11. Giet langzaam olie bij totdat het oliepeil de
VOL-markering bereikt.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of wanneer
u de olie ververst.
Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de
machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Verwijder het oude filter (Figuur 38).
1. Oliefilter
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Figuur 38).
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk, draai
het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai
het filter vervolgens nog een extra 3/4 slag vast
(Figuur 38).
5. Vul het carter met het juiste type verse olie; zie
Motorolie controleren.
6. Laat de motor ongeveer drie minuten draaien, zet
de motor af en controleer op olielekken rond het
oliefilter.
7. Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien nodig
olie bij.
Figuur 38
2. Tussenstuk
Onderhoud van de bougies
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougies en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer nieuwe bougies indien dit nodig is.
Type: Champion® RCJ8Y (of gelijkwaardig type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougies verwijderen
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten.
3. Maak de bougiekabels los van de bougies (Figuur 39).
1. Bougiekabel/bougie
4. Maak de omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
5. Verwijder de bougies en de metalen pakkingringen.
Bougies controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Figuur 40).
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
2. Reinig indien nodig de bougie met een staalborstel
om koolstofaanslag te verwijderen.
34
Figuur 39